21 november 2001
Motie Bouwfraude
Francine Giskes
Reacties: f.giskes@tk.parlement.nl
Het is juridisch onjuist dat de minister van Justitie via de rechter
zijn gezag over het OM afdwingt. Een motie die oproept om op deze
wijze een besluit van het OM inzake de bouwfraude terug te draaien
heeft D66 niet gesteund.
De fractie heeft tegen de motie gestemd die de regering vraagt op
grond van art. 12 Wetboek van Strafvordering bij het gerechtshof te
Amsterdam beklag te doen tegen de beslissing van het openbaar
ministerie te Haarlem de betrokken bouwbedrijven niet te vervolgen.
Niet omdat de fractie geen bezwaar heeft tegen de schikking die is
getroffen. Integendeel. De fractie is daar uiterst ongelukkig mee. Dit
standpunt is door Francine Giskes namens de fractie ook in het debat
duidelijk naar voren gebracht. Echter, verwijzing naar art.12 houdt in
dat de minister van Justitie als rechtstreeks belanghebbende bezwaar
aantekent bij het Gerechtshof tegen de beslissing van het OM tot
niet-vervolging. Formeel heeft de minister van Justitie de wettelijke
bevoegdheid het OM op te dragen een strafvervolging in te stellen,
maar nu de onderhandelingen tot een schikking hebben geleid, is ook de
overheid (i.c. de minister van Justitie) hieraan gebonden. De fractie
is van mening dat het juridisch onjuist is de minister van Justitie,
die politiek verantwoordelijk is voor het OM, via de rechter te
dwingen zijn gezag aan het OM op te leggen.
Rol van de Kamer
De fractie is van mening dat de aanwijzingen over prijsafspraken,
fraude en corruptie tot op de bodem moeten worden uitgezocht en zal
hierop aandringen bij de verantwoordelijke ministers van Justitie,
Verkeer en Waterstaat en Economische Zaken. De rol die de Kamer zelf
hierbij kan vervullen, wordt de komende dagen in overleg met andere
fracties onderzocht.
D66