European Commission

DOC: FR EN DE DA ES PT NL IT SW FI EL

IP/01/1620

Brussel, 21 november 2001

De Europeanen de mogelijkheid geven om mee te draaien in de economie en de kennismaatschappij: op weg naar een Europese ruimte voor levenslang leren

Op voorstel van de eurocommissaris voor onderwijs, Viviane Reding, en de eurocommissaris voor werkgelegenheid en sociale zaken, Anna Diamantopoulou heeft de Commissie vandaag haar goedkeuring gegeven aan een mededeling over een te realiseren Europese ruimte voor levenslang leren. Deze mededeling maakt deel uit van de bijdragen die de Commissie in maart 2002 aan de Europese Raad in Barcelona zal voorleggen.

« Verleden jaar heeft nog geen 10% van de Europese beroepsbevolking scholing gevolgd. Dat is veel te weinig en als we niets doen, dan zullen de Europeanen slecht voorbereid zijn op hun rol in een globale economie en in samenlevingen waarin kennis en kwalificaties steeds sneller verouderd zijn», aldus Viviane Reding. De eurocommissaris voor onderwijs voegde hieraan nog toe: « Het is hoog tijd dat we hier niet langer over praten, maar er iets aan doen. De mededeling die vandaag goedgekeurd is, geeft de lidstaten en de hoofdrolspelers in het economische en sociale leven de instrumenten in de hand, waardoor ze op een doeltreffendere wijze in mensen en daarmee in duurzame welvaart kunnen investeren. Ter verbetering van het concurrentievermogen van ons human capital zouden we dan als volgende stap Trans-Europese kennis- en wetenschapsnetwerken kunnen ontwikkelen.»

Anne Diamantopoulou, de eurocommissaris voor werkgelegenheid en sociale zaken, zei het volgende: « Willen we in de nieuwe Europese economie van het aanwezige talent en van de competenties van mensen kunnen profiteren, dan zullen we in ons beleid naar een toename van de investeringen in het human capital en een grotere deelname aan onderwijs en scholing gedurende het hele leven moeten streven. Om in te kunnen blijven spelen op de snelle technologische ontwikkelingen, de globalisering, de vergrijzing en de opkomst van e-commerce e.d. moet er bijzondere aandacht worden besteed aan scholing op de werkplek. Dit is een belangrijke dimensie van onze strategie voor levenslang leren.»

Onder levenslang leren vallen alle leeractiviteiten die op wat voor moment in het leven dan ook en in wat voor setting dan ook (onderwijsinstellingen, op het werk, enz.) ontplooid worden om kennis en kwalificaties vanuit een persoonlijk, staatsburgerlijk, sociaal of werkgelegenheidsperspectief te verbeteren.

Tegen de achtergrond van de globalisering, de vergrijzing van de Europese bevolking en de invoering van de nieuwe informatie- en communicatietechnologie is het voor de Europese Unie van essentieel belang dat de Europeanen op ieder moment in hun leven nieuwe kennis en competenties kunnen verwerven. We staan hier voor een economische uitdaging - het gaat om het concurrentievermogen en voor een uitdaging op sociaal vlak het gaat om de strijd tegen sociale uitsluiting in de Europese Unie, waar zo'n 150 miljoen burgers geen diploma van het middelbaar onderwijs op zak hebben. Dit is voor het Europese sociale model van fundamenteel belang.

Op hun bijeenkomst in Lissabon hebben de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie onderstreept dat het concurrentievermogen hoe langer, hoe meer van investeringen in het human capital en van een optimale besteding van dat geld afhangt. Tegen deze achtergrond heeft de Europese Raad de Commissie en de lidstaten op zijn bijeenkomst te Feira (juni 2000) gevraagd om een strategie uit te stippelen, waardoor alle Europeanen de mogelijkheid tot levenslang leren krijgen.

In de vandaag goedgekeurde mededeling stelt de Commissie de lidstaten een aantal belangrijke elementen voor de uit te werken nationale strategieën voor en wordt een aantal ondersteunende werkzaamheden van de zijde van de beschreven. De mededeling stoelt op een breed consultatieproces, dat in het verlengde van het Commissie-memorandum van november 2000 in heel Europa heeft plaatsgevonden en waaraan zo'n 12.000 mensen hebben deelgenomen, evenals de Lidstaten, de communautaire instellingen, de sociale partners en de NGOs. Een Europese ruimte voor levenslang leren kan niet worden gerealiseerd zonder een goede onderlinge afstemming tussen de Gemeenschap en het nationale niveau en tussen de verschillende betrokken ministeries. In dit verband stelt de Commissie de oprichting van een werkgroep op hoog niveau voor, bestaande uit vertegenwoordigers van de ministeries die verantwoordelijk zijn voor het levenslang leren.

Zes belangrijke elementen voor coherente en doeltreffende strategieën voor levenslang leren

Hoe kunnen we een betere integratie van de verschillende onderwijs- en scholingssettings bereiken, zodat iedere Europeaan op ieder moment in zijn of haar leven gebruik kan maken van een onderwijs- en scholingsaanbod dat van goede kwaliteit is en dat toegesneden is op dat waaraan hij of zij behoefte heeft ? Uit het raadplegingsproces naar aanleiding van het Commissie-memorandum zijn zes belangrijke elementen naar voren gekomen:

* Totstandbrenging van partnerships en dit niet alleen op het niveau van de besluitvorming (nationaal, regionaal en lokaal), maar ook tussen de overheid en de aanbodzijde op het gebied van onderwijs en scholing (scholen, universiteiten, enz.), ondernemingen en sociale partners, buurt- en wijkverenigingen, bureaus voor studie- en beroepskeuzevoorlichting, onderzoekscentra, enz. De Commissie zal de uitwisseling van "good practices" op dit gebied in Europa stimuleren.

* Een gedetailleerde analyse van de behoeften aan onderwijs en scholing in de kennismaatschappij: er zal moeten worden vastgesteld over welke basisvaardigheden mensen - ook op het gebied van de nieuwe informatie- en communicatietechnologie - moeten beschikken en hoe de arbeidsmarkten zich naar alle waarschijnlijkheid zullen gaan ontwikkelen. Bij deze analyse moet met name aandacht worden besteed aan de specifieke behoeften van groepen die al lang geen onderwijs of scholing meer hebben gevolgd en aan de vraag van het onderwijsgevend personeel en de praktijkopleiders die zich aan de veranderende omstandigheden zullen moeten aanpassen.

* Er moet een aanzienlijke verhoging van de publieke en private investeringen in leren worden bereikt. Dit betekent niet alleen dat de overheid meer geld voor het leren zal moeten vrijmaken, maar ook dat de voorhanden zijnde middelen beter moeten worden verdeeld en er met nieuwe investeringsmodellen moet worden gewerkt. Er dienen met name belastingprikkels te komen voor mensen die scholing willen gaan volgen.

* Toegankelijkere leermogelijkheden. De leermogelijkheden moeten zichtbaarder worden, er moeten nieuwe leermogelijkheden worden ontwikkeld en de belemmeringen om te leren moeten worden weggenomen. In dit verband zullen er met name méér plaatselijke leercentra moeten komen, het leren op de werkplek moet gemakkelijker worden gemaakt en de arbeidstijden zullen hiervoor moeten worden aangepast. Ook op dit punt zijn weer specifieke inspanningen noodzakelijk voor verschillende groepen, zoals etnische minderheden, gehandicapten of mensen op het platteland. De functie van de bureaus voor studie- en
beroepskeuzevoorlichting, -begeleiding en -advisering moet worden erkend en uitgebouwd.

Leren waarderen, d.w.z. het imago van leren moet worden verbeterd en er dienen beloningen te worden ontwikkeld, waardoor mensen die het meest huiverig zijn voor scholing toch weer gaan leren. Het is zaak dat er een leercultuur wordt ontwikkeld, wat inhoudt dat het voor iedereen duidelijk moet worden dat leren op wat voor leeftijd dan ook in de nieuwe kenniseconomie een vereiste is.
Invoering van kwaliteitscontroles en meting van de geboekte vooruitgang met behulp van indicatoren. Concreet gesproken zullen er normen, richtsnoeren en instrumenten voor de erkenning en beloning van de geboekte vooruitgang moeten worden ontwikkeld.

Een aantal ondersteunende werkzaamheden voor strategieën voor levenslang leren

* De erkenning van kwalificaties is van essentieel belang voor de waardering van het leren. De Commissie zal vóór 2003 een transnationaal instrument voor de accumulatie van kwalificaties ontwikkelen en daarbij uitgaan van het door de universiteiten gehanteerde European Credit Transfer System (ECTS). Voor eind 2002 zal de Commissie ook een « portfolio » voor de presentatie van kwalificaties en competenties uitwerken, dat zal inhaken op het Europese curriculum vitae. In samenwerking met de lidstaten, de universiteiten en andere partners zal de Commissie tevens de vrijwillige uitwerking van Europese diploma's en certificaten stimuleren. Dit betekent niet dat de inspanningen voor de onderlinge erkenning van kwalificaties voor de zogenaamde gereglementeerde beroepen daarmee overbodig worden.
* De versterking van de Europese dimensie in de studie- en beroepskeuzevoorlichting, -begeleiding en -advisering is eveneens van belang. Met het oog hierop zal de Commissie een internetportal met informatie over leermogelijkheden in de lidstaten en de kandidaat-lidstaten inrichten. Eind 2002 zal de Commissie een Europees forum over studie- en beroepskeuzevoorlichting,
-begeleiding en -advisering organiseren om met name de uitwisseling van "good practices" te bevorderen.
* Op Europees niveau kan ook gebruik worden gemaakt van een aantal financieringsinstrumenten. De Commissie verzoekt de Europese Investeringsbank om in het kader van het initiatief « Innovatie 2000 » steun te verstrekken voor levenslang leren. Door de EIB zou, bijvoorbeeld, steun kunnen worden verstrekt voor de oprichting van lokale scholingscentra en voor de ontwikkeling van multimediale onderwijsinstrumenten. Het Europees Investeringsfonds zou daarnaast de oprichting van risicokapitaalfondsen op dit gebied kunnen stimuleren. De Commissie zal voorts een studie over het rendement van de investeringen in onderwijs en scholing in opdracht geven en een inventarisatie maken van de relevante belastingprikkels in de lidstaten.

* De regionale en sociale fondsen van de Gemeenschap kunnen eveneens een bijdrage leveren. Voor het levenslang leren kan gebruik worden gemaakt van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Gemeenschapsinitiatief EQUAL.
* De Commissie zal tot slot kwaliteitscontroles stimuleren door de invoering van een Europees label.

Verschillende werkzaamheden die nu op Europees niveau worden verricht, dragen bij aan de ontwikkeling van het levenslang leren. Het gaat hierbij om het programma van werkzaamheden ten aanzien van de toekomstige doelstellingen voor de onderwijsstelsels (op de Europese Raad te Barcelona zal een gezamenlijk rapport van de Commissie en de Raad worden gepresenteerd), de Europese werkgelegenheidsstrategie, de Europese sociale agenda, het actieplan voor vaardigheden en mobiliteit dat in het verlengde van de werkzaamheden van de door de Commissie opgerichte « task force » aan de Raad te Barcelona zal worden voorgelegd, en het actieplan e-Learning over een snellere invoering van informatie- en communicatietechnologie voor onderwijsdoeleinden. Deze actieplannen en initiatieven vormen een aanvulling op de nationale strategieën, die aan de hand van de beginselen uit de mededeling van vandaag uitgewerkt of verder ontwikkeld zullen worden, en dragen ertoe bij dat er een Europese ruimte voor initieel onderwijs, initiële scholing en levenslang leren ontstaat.

De Commissie zal de Europese Raad en het Parlement voor 2003 verslag uitbrengen over de vooruitgang die in de lidstaten en op het niveau van de Gemeenschap op het gebied van het levenslang leren geboekt is.