THE BOSTON CONSULTING GROUP

Ondernemingen bepalen beurskoers grotendeels zelf

Het jaarlijks grootschalig onderzoek van The Boston Consulting Group onder de 5000 grootste ondernemingen wereldwijd toont het belang aan van verwachtingspremies in aandelenkoersen en laat zien hoe ondernemingen deze kunnen gebruiken om concurrentievoordeel te behalen

Ondernemingen die de relatie tussen aandelenmarktpremies en fundamentele waarde begrijpen en daarop sturen, zijn het best in staat waarde te creëren. Dit blijkt uit recent onderzoek door The Boston Consulting Group (BCG). Het onderzoek laat zien hoe ondernemingen als Veritas, Dell Computers, ING, VNU, Aegon erin geslaagd zijn zowel de verwachtingswaarde als de fundamentele waarde van hun onderneming gedurende de periode 1996 tot eind 2000 flink te laten stijgen. Echter, voor sommige ondernemingen is de verwachtingswaarde aanzienlijk sterker gestegen dan hun fundamentele waarde (bijv. L'Oreal), en soms juist andersom (bijv. Volkswagen). Hoewel de hoogte en de fluctuaties in verwachtingspremies al eerder onderzocht zijn, geeft dit rapport voor het eerst duidelijk aan hoe ze ontstaan en hoe ze beïnvloed kunnen worden.

Verwachtingspremies zijn het verschil tussen de marktwaarde en de fundamentele waarde van een onderneming. Ze geven aan welke toekomstverwachtingen de markt heeft, bovenop de prestaties (rendement op geïnvesteerd vermogen en winstgevende groei) die een onderneming vandaag en in het verleden heeft laten zien. Verwachtingspremies zijn belangrijk, omdat ze de mogelijkheden van een onderneming beïnvloeden, bijvoorbeeld het vermogen van een onderneming om een overname uit te voeren of zich tegen een overname te verzetten, kapitaal te verwerven en personeel vast te houden.

Voor het onderzoek van BCG, dat deel uitmaakt van haar doorlopende onderzoek naar waardecreatie, zijn meer dan 5.000 ondernemingen over de periode van 1995 tot en met 2000 geanalyseerd. Uit het onderzoek komt naar voren dat verwachtingspremies sterk verschillen tussen bedrijfstakken en ook tussen ondernemingen in dezelfde bedrijfstak. In 2000 waren de verwachtingspremies van 12 van de 13 bedrijfstakken wereldwijd positief. De farmacie had met 72% de hoogste verwachtingspremie, media zat in de middenmoot (48%) en alleen de automobielindustrie had een negatieve verwachtingspremie (-2%).

Ook zijn de verwachtingspremies en fundamentele waarden berekend over de periode 1926-2000 voor de bedrijven uit de S&P400. 1932 was met
-49% het jaar met de laagste premie en 2000 had de hoogste verwachtingspremie: 68%. Over de hele periode van 75 jaar was de gemiddelde verwachtingspremie echter vrijwel gelijk aan nul. Dat betekent dat op langere termijn aandelenkoersen een goede weerspiegeling vormen van de fundamentele waarde van een onderneming.

Het onderzoek heeft een aantal inzichten opgeleverd over verwachtingspremies en hoe ondernemingen daarmee om kunnen gaan.

Verwachtingspremies zijn geen onbeheersbaar natuurverschijnsel. Ze kunnen voor een groot deel actief worden gestuurd. Belangrijke elementen die de verwachtingspremie bepalen en door het management kunnen worden gestuurd zijn marktleiderschap, merknaam, R&D pipe line, transparante communicatie, geloofwaardig management (betrouwbaarheid van voorspellingen) en goede corporate governance. Naast deze stuurbare factoren is er nog een aantal socio-economische factoren zoals economische groei, geo-politieke stabiliteit, wet- en regelgeving die moeilijk kunnen worden gestuurd, maar waar sommige ondernemingen slecht, maar andere goed op zijn voorbereid. De verwachtingspremie van een onderneming staat sterk in verband met de fundamentele prestatie van een onderneming die wordt bepaald door stijging van het rendement (op geïnvesteerd vermogen) en winstgevende groei. Ondernemingen die jaar in jaar uit een sterke stijging van de fundamentele waarde laten zien zullen ook een hoge verwachtingspremie krijgen. Hoe hoger het aandelenrendement (de verandering in aandeelprijs plus dividenden), des te hoger de premie. Ondernemingen die hun fundamentele waarde goed begrijpen en besturen zullen vaak ook hun verwachtingspremies het best beheersen.
Niet de absolute premie is belangrijk, maar hoe de premie van een onderneming zich relatief verhoudt ten opzichte van die van andere ondernemingen in dezelfde branche. Absolute premies kunnen sterk fluctueren, maar de relatieve premies zijn beter beheersbaar en wijzen op de mogelijkheden of gevaren voor de onderneming. Zij geven een betere indicatie van de prestaties van het management. Naarmate verwachtingspremies hoger worden wordt het steeds moeilijker de aandelenkoers op een hoog niveau te houden. In de eerste 8 maanden van dit jaar zijn aandelenkoersen gemiddeld 7% gedaald. Maar de groep ondernemingen die ultimo 2000 een verwachtingspremie had van 83% heeft in de eerste 8 maanden de koersen 21% zien zakken. De ondernemingen daarentegen met een negatieve verwachtingspremie in 2000 hebben dit jaar de aandelenkoersen verder zien stijgen.

Ondernemingen kunnen hun fundamentele waarde en verwachtingspremie zelf berekenen en analyseren. Ze kunnen vervolgens beoordelen hoe zij gebruik kunnen maken van hun premie. Wanneer de verwachtingspremie hoog is kunnen bijvoorbeeld strategische acquisities worden overwogen. De overname door AOL (hoge verwachtingspremie) van Time Warner (hoge fundamentele waarde) is daarvan een goed voorbeeld. Tijdens een economische neergang kan daarmee de verwachtingspremie op een acceptabel niveau worden gehouden. Maar een (te) hoge verwachtingspremie kan ook gevaarlijk zijn omdat het leidt tot grotere fluctuaties in de aandelenkoers en de kans op een koersdaling vergroot. Het is daarom van groot belang dat een onderneming haar verwachtingspremie stuurt en deze niet te hoog laat oplopen. Niet een maximaal korte termijn aandelenrendement, maar een realistische koersontwikkeling (aansluitend bij de fundamentele waardecreatie) met een beheersbare verwachtingspremie komt uiteindelijk alle belanghebbenden van de onderneming ten goede.

Voor de berekening van de verwachtingspremie heeft BCG een methodologie ontwikkeld en een lijst opgesteld van maatregelen die CEO's kunnen treffen wanneer verwachtingspremie en fundamentele waarde te zeer uiteen lopen en/of wanneer een teruggang van de economische groei wordt verwacht. Die lijst ziet er als volgt uit: Concentreer op de fundamentele waarde
Stel de hoogte van de relatieve verwachtingspremie van de onderneming vast en volg die
Wanneer de verwachtingspremie positief is, gebruik deze voor bijvoorbeeld strategische acquisities, maar onderneem ook actie om het gat te dichten
Wanneer de verwachtingspremie negatief is, pak de oorzaken daarvan aan
Maak een overlevingsplan voor recessies
'Turn economic shocks to your advantage' 'ïnvesteer tegen de stroom in'
Zorg voor een value management systeem waarbij strategie, planning, investeringsselectie, prestatiemaatstaven en het beloningssysteem onderling goed aansluiten
Gebruik verwachtingspremies waar mogelijk maar vertrouw niet op ze om lange termijn waarde te creëren.

Een veelgestelde vraag is 'Was de koerscorrectie van dit jaar onvermijdelijk'. In 2000 waren de verwachtingspremies 2 keer zo hoog als in 1929. Bovendien waren de verwachtingspremies als 11 jaar op een rij positief. En om de aandelenkoersen van de S&P400 ondernemingen uit 2000 te rechtvaardigen zou de operationele winst de komende 5 jaar met 10% per jaar moeten zijn gestegen. Dat was niet onmogelijk, maar inmiddels wel bijzonder onwaarschijnlijk.

Rankings
De nummer 1 wereldwijd, zowel qua aandelenrendement (AR) als fundamentele waardecreatie (FWC) is het Amerikaanse Veritas (104% resp. 152% rendement per jaar). Ook een aantal Nederlandse ondernemingen figureert voor de periode 1996-2000 in de wereldwijde top 10 van hun bedrijfstak.

Media: VNU was nummer 2 qua AR (41% gemiddeld per jaar) en nummer 8 qua FWC (28% rendement per jaar). De relatief hoge score van het AR van VNU was er mede oorzaak van dat het aandeel gedurende de eerste 8 maanden van dit jaar 40% is gezakt.

Verzekeringen: Aegon was qua AR nummer 2 (43%) en wat betreft FWC nummer 10 (34%). ING was nummer 5 qua AR (38%) en qua FWC nummer 4 (55%).

Consumenten goederen: Numico was nummer 3 qua AR (37%) en qua FWC nummer 1 (46%). Heineken en Unilever waren qua AR nummer 9 en 10 maar vielen buiten de top 10 qua FWC (beiden 12%).

Retail: Ahold staat nummer 4 qua FWC, maar komt niet in de top 10 voor qua AR. Dit verklaart mede de beperkte koersval van Ahold in de eerste 8 maanden van dit jaar (-10%).

In de top 10 van Europa: stond ASML op nummer 6 qua AR en qua FWC staat ING op 7 en ASML op de 9e plaats.

Nederlandse Top 10 Aandelenrendement (AR)



Rang Bedrijf Gemiddeld AR Gemiddelde AR 2001 YTD
1-1-96 tot FWC 1-1-96 tot 31-12-2000 31-12-2000

1 ASM Lithography 63,5% 31,6% -7,4%
2 Van der Moolen 58,9% 65,6% 10,3%
3 Ordina 53,4% 60,5% -49,5%
4 Philips 44,0% 33,3% -17,3%
5 AEGON 43,2% 47,1% -31,9%


6 VNU 41,0% 25,1% -24,9%


7 ING Groep 37,6% -27,6%
8 Numico 37,1% 21,6% -48,2%
9 Fortis 31,3% -14,6%
10 Ahold 30,0% 49,6% -6,1%

Nederlandse Top 10 Fundamentele Waardecreatie (FWC)

Rang Bedrijf Gemiddelde Gemiddeld AR AR 2001 YTD FWC 1-1-96 tot 1- 1-96 tot 31-12-2000 31-12-2000


1 Van der Moolen 65,7% 58,9% 10,3%
2 Ordina 60,6% 53,4% -49,5%
3 AEGON 47,1% 43,2% -31,9%


4 Amstelland 41,1% 11,4% -55,5%
5 Laurus 40,3% 14,3% -49,1%
6 Royal Dutch 37,4% 24,3% -16,1% Petroleum

7 Wolters Kluwer 37,0% 12,4% -13,5%
8 Draka Holding 35,9% 28,5% -26,1%
9 Philips 33,3% 44,0% -17,3%
10 Getronics 32,5% 17,8% -35,5%

Noot voor redacteurs: De fundamentele waarde wordt berekend met behulp van een techniek die gebruik maakt van de verwachtte toekomstige vrije cashflow, op basis van de huidige winstgevendheid en investeringsgroei.

Over The Boston Consulting Group (BCG)
The Boston Consulting Group (BCG) is een wereldwijde topmanagement consulting organisatie. In 33 landen werken ruim 2.400 consultants verspreid over 51 kantoren. In Nederland adviseren momenteel ruim 80 consultants multinationals en de top van het Nederlandse bedrijfsleven op het gebied van strategie, organisatie en bedrijfsprocessen.

Voor nadere informatie:
The Boston Consulting Group
Prof. dr Kees Cools RA, Vice President of
Vie Blonk, Manager Marketing & Communication
Tel: (035) 548 68 00
Website: www.bcg.com

21 nov 01 13:31