Federatie van Ouderverenigingen

Persbericht: Wat ouders willen weten

20 november 2001

Wat ouders willen weten

De Federatie van Ouderverenigingen heeft een aantal nieuwe brochures uitgebracht over uiteenlopende onderwerpen. Onderwerpen die van belang zijn voor ouders van volwassenen en kinderen met een verstandelijke handicap. De nieuwe brochures zijn helder en leesbaar geschreven.

Wordt het een betaalde baan of bijvoorbeeld dagbesteding in een dagactiviteiten-centrum? Een serie brochures over ZML-schoolverlaters beschrijft de mogelijkheden en de te ondernemen stappen voor ouders en kinderen die zich op de toekomst oriënteren.

Vernieuwende samenwerkingsprojecten op het gebied van wonen, zorg en dienstverlening kunnen via de Woonzorgstimuleringsregeling een aanvraag doen voor een subsidie. In de serie Feiten en Regels is een uitgave verschenen over deze regeling.

Ook in verband met het financieren van wonen en zorg heeft de FvO een brochure uitgegeven over het Persoonsvolgend budget. Bij een PVB beheert een instelling het geld maar is het budget wel gekoppeld aan een cliënt.

Onlangs verschenen er ook drie brochures met informatie over specifieke syndromen. De brochures over het Cornelia de Lange syndroom en over Kabuki en de brochure Zeldzaam over heel zeldzame syndromen kunnen ouders en andere betrokkenen veel informatie bieden over het betreffende syndroom. Door de vele bijdragen van ouders zijn deze brochures geen medisch naslagwerk, maar een goed leesbaar boekje vol informatie en herkenbare verhalen.

In de bijlage vindt u korte samenvattingen van de brochures.

Bijlage

Aan het werk

Brochure: Van school af, en nu?

De meeste leerlingen van ZML-scholen verlaten rond hun twintigste jaar de school. Vanaf dat moment begint een nieuwe fase in hun leven. Er zijn dan twee vervolgstappen mogelijk: een betaalde baan bij een bedrijf/organisatie of bij de sociale werkvoorziening of dagbesteding in een dagactiviteitencentrum.

Voor ouders en verzorgers van jongeren met een verstandelijke handicap die zich met hun kind op de toekomst oriënteren, kan de nieuwe brochure van de FvO Van school af, en nu? een steuntje in de rug zijn. Hierin leest u hoe het werkt als uw zoon of dochter betaald werk wil gaan doen of naar een dagactiviteitencentrum zal gaan. In de brochure komen ook veelgestelde vragen aan bod en staan verwijzingen naar handige adressen en websites voor meer informatie. Bestelnummer: 01013 Prijs: 6,60 voor leden, 9,90 voor niet-leden.

Voor arbeidsconsulenten, stagedocenten en andere intermediairs heeft de FvO een aparte brochure uitgegeven. Deze brochure is met name gericht op de wet- en regelgeving die van toepassing is als een leerling het (speciaal) onderwijs gaat verlaten en op zoek gaat naar werk en dagbesteding. Bestelnummer: 01014 Prijs: 11,- voor leden, 15,- voor niet-leden.

Bovengenoemde brochures zijn uitgegeven in het kader van twee projecten Arbeid en Dagbesteding voor mensen met een verstandelijke handicap, respectievelijk in Twente en Drenthe. In hetzelfde kader is ook een adressengids verschenen dat een overzicht geeft van de organisaties en mogelijkheden op het gebied van arbeid en dagbesteding voor ZML-schoolverlaters in Twente.
Bestelnummer: 01015 Prijs: 4,10 voor leden, 6,20 voor niet-leden.

Financiering van wonen en zorg

Woonzorgstimuleringsregeling: subsidie voor zorgvernieuwing

Steeds meer mensen met een verstandelijke handicap en hun ouders kiezen ervoor te wonen in een wijk in stad of dorp. Vaak hebben zij daarbij ondersteuning of zorg nodig: soms wat meer, soms wat minder. Deze publicatie in de serie Feiten en Regels heeft betrekking op de woonzorgstimuleringsregeling. Vernieuwende samenwerkingsprojecten op het gebied van wonen, zorg en dienstverlening kunnen via deze regeling een aanvraag doen voor een subsidie.

De tijdelijke woonzorgstimuleringsregeling (wzsr) is ingesteld om nieuwe ideeën te stimuleren. De regeling moet ertoe bijdragen dat mensen met beperkingen en anderen die zorg nodig hebben (langer) zelfstandig kunnen wonen in de maatschappij. De tijdelijke regeling is op 1 oktober 2000 in werking getreden. De regeling heeft een looptijd van drie jaar.
De regeling is een gezamenlijk initiatief van het ministerie van VROM en het ministerie van VWS. Het ministerie van VROM voert de regeling uit. Het gaat hierbij om projecten, die een samenhang realiseren tussen wonen, zorg en dienstverlening. Samenwerking tussen organisaties uit de woon- en de zorgsector is dan ook een vereiste. Voorbeelden zijn projecten gericht op het realiseren van een ouderinitiatief, woonzorgvormen die door ouders zelf worden opgezet voor mensen met een verstandelijke handicap, en projecten die kennis verzamelen en verspreiden rond woonzorgvormen.

De woonzorgstimuleringsregeling verleent een eenmalige subsidie. Het is met nadruk géén exploitatiesubsidie, maar een startsubsidie of een subsidie die ervoor zorgt dat een project uiteindelijk financieel rondkomt. De samenwerkende partijen dienen gezamenlijk zorg te dragen voor de financiering van de overige kosten, uit eigen middelen en/of met steun uit andere bronnen.

Feiten en regels Woonzorgstimuleringsregeling . Prijs: 2,50 voor leden en
3,- voor niet-leden.

Persoonsvolgend budget

Voor het realiseren van zorg kunt u kiezen uit zorg in natura, persoonsgebonden budget (PGB) en persoonsvolgend budget (PVB). In alle gevallen bent u de persoon die met de zorgaanbieder(s) gaat onderhandelen over het door u gewenste aanbod. Bij zorg in natura ontvangt de instelling van het zorgkantoor het bedrag dat hoort bij de zorg waarvoor de persoon geïndiceerd is. Bij een PGB wordt het geld toegekend aan de zorggebruiker die zelf verantwoordelijk is voor de besteding van het budget. Bij een PVB beheert een instelling het geld maar is het budget wel gekoppeld aan een cliënt. Wat dit precies inhoudt, leest u in de nieuwe brochure Persoonsvolgend budget. Hierin staan de voorwaarden voor een PVB, de stappen die u moet zetten om aan een dergelijk budget te komen, de hoogte van het budget en het realiseren van zorg met dit budget. Ook wordt een vergelijking gemaakt tussen PVB en PGB.
Bestelnummer: 16002. Prijs: 5,50 voor leden, 8,30 voor niet-leden.

Syndroominformatie

Drie nieuwe 'syndroom' brochures

Zeldzaam
Ieder jaar krijgen tientallen ouderparen te horen: uw kind heeft een heel zeldzame chromosoomafwijking. De kinderarts of klinisch geneticus zal proberen uit te leggen wat dit betekent. Maar vaak is dat niet veel meer dan "Het is zo zeldzaam dat we niet goed kunnen voorspellen wat dit voor de ontwikkeling van uw kind zal betekenen." Hoe waar dit ook is, toch willen ouders meer weten. Is er geen houvast in de medische literatuur, dan worden de ervaringen van andere ouders heel belangrijk. Binnen de ouderverenigingen is daarom een netwerk Zeldzaam gevormd: een platform voor ouders die op zoek zijn naar herkenning en naar kennis rond heel zeldzame chromosoomafwijkingen ('heel zeldzaam' betekent hooguit een of twee kinderen per jaar). Het netwerk Zeldzaam heeft de ervaringen van de afgelopen jaren gebundeld tot een brochure. De brochure is bedoeld voor ouders die net hebben gehoord dat hun kind een heel zeldzame chromosoomafwijking heeft. Uitgelegd wordt wat chromosomen zijn en wat de gevolgen kunnen zijn van een verandering in het aantal of de vorm van de chromosomen. Vrijwel altijd zijn er beperkingen in de ontwikkeling van het kind. Ook kan een chromosoomverandering leiden tot aangeboren afwijkingen van bijvoorbeeld hart, nieren, ogen, oren of hersenen. Vaak gaat een chromosoomverandering gepaard met een aantal lichamelijke kenmerken; een bepaalde vorm van het gezicht, een afwijkende stand van de ogen, een kenmerkende vorm van de oren, van de neus of van de mond, afwijkingen aan de handen of de voeten enzovoort. De verhalen van de ouders in de brochure laten zien hoe groot de variatie is in mogelijkheden en beperkingen van hun kinderen. En de foto's van Ine van den Broek laten goed zien dat ieder kind vooral zichzelf is!
Bestelnummer: 51001. Prijs: 12,- voor leden en 18,- voor niet-leden.

Cornelia de Lange syndroom
Het Cornelia de Lange syndroom is 'iets minder' zeldzaam. Naar schatting worden er in ons land per jaar ongeveer vijf kinderen geboren met deze aandoening. De diagnose wordt vaak al snel na de geboorte gesteld. Het uiterlijk van het kindje en een aantal medische bijzonderheden zijn heel kenmerkend voor deze diagnose. De kinderarts Cornelia de Lange schreef al in 1933 een artikel over twee kinderen die kort na elkaar in Amsterdam in het ziekenhuis lagen. Ze leken zo sterk op elkaar dat de verpleegkundigen dachten dat het om hetzelfde kind ging. Over deze aandoening zijn in de loop der jaren veel medische artikelen verschenen. Over ontwikkeling en gedrag is veel minder informatie voorhanden.
Op een informele manier is binnen de Cornelia de Lange Vereniging de nodige ervaring opgebouwd over de ontwikkeling van kinderen en volwassenen met deze aandoening. In deze brochure is die kennis en ervaring samengebracht. De ouders van Pieter, Ingrid, Aron en Babbett vertellen hun verhaal en de medische en pedagogische literatuur is samengevat weergegeven. De foto's zijn van Ine van den Broek. Bestelnummer: 41003. Prijs: 12,- voor leden en 18,- voor niet-leden.

Kabuki syndroom
Ook het Kabuki syndroom is heel zeldzaam. De oorzaak is (nog) niet bekend. De diagnose wordt gesteld op grond van een aantal uiterlijke kenmerken en medische bijzonderheden. Maar deze kenmerken zijn, ook bij artsen, nog vrij weinig bekend. Tegelijk zijn deze uiterlijke en medische kenmerken wel heel specifiek. Maar, in tegenstelling tot het Cornelia de Lange syndroom, is het nog een tamelijk 'nieuwe' aandoening.
Binnen de ouderverenigingen hebben de ouders van kinderen met Kabuki syndroom een netwerk gevormd om ervaringen uit te wisselen, kennis te verzamelen en onderzoek te stimuleren. Met deze brochure wil het netwerk stimuleren dat de herkenning van deze aandoening toeneemt en dat ouders weten dat ze niet alleen staan in hun onzekerheid. Bestelnummer: 40001. Prijs: 7,50 voor leden en 11,25 voor niet-leden.