Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken Directie Bijstandszaken en Werkgelegenheid Afdeling Inkomenswaarborg

Aan Postbus 90801 Burgemeester en Wethouders 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Directeuren van Gemeentelijke Sociale Diensten Telefoon (070) 333 44 44 Hoofden van afdelingen Sociale Zaken Telefax (070) 333 40 12

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer BZ/IW/01/78584

Onderwerp Datum Contactpersoon CIRCULAIRE
Vooraankondiging wijziging bedragen Abw, 20 november 2002 IOAW, IOAZ en WIK per 1 januari 2002

Algemeen
Bij ministeriële regeling van 2 oktober 2001, Stcrt. 2001, 192, is het wettelijk minimumloon per 1 januari 2002 vastgesteld op * 1.206,60 per maand. Als gevolg hiervan zullen de landelijke bij- standsnormen, alsmede de IOAW- en IOAZ-grondslagen en de WIK-bedragen worden aange- past. De bij de berekening van de bedragen gehanteerde sociale verzekerings-premies (werknemers- en volksverzekeringen) zijn inmiddels vastgesteld. Voor de belasting-tarieven en de heffingskortingen die relevant zijn voor de gehanteerde bruto-netto trajecten geldt nog een voorbe- houd van definitieve afhandeling van de relevante wetsvoorstellen door de Eerste Kamer. De be- dragen hebben daarom noodgedwongen een voorlopig karakter.

./. In bijlage I zijn de bijstandsnormen opgenomen zoals deze per 1 januari 2002 zullen gelden. De berekening van de bijstandsnormen per maand voor een echtpaar, een alleenstaande ./. ouder en een alleenstaande van 21 tot 65 jaar is weergegeven in bijlage II. De desbetreffende wijzigingsbesluiten zullen, nadat de eerdergenoemde voorgenomen regelgeving is vastge-steld, in de Staatscourant worden gepubliceerd.

Invoering euro per 1 januari 2002
In verband met de invoering van de euro per 1 januari 2002 worden in deze circulaire en de bijbe- horende bijlagen alle bedragen in euro's vermeld. Wanneer u toch nog gebruik wenst te maken van informatie in guldens kunt u uitgaan van de in de bijlagen genoemde bedragen in guldens. Voor het geval dat u in verband met terugvordering, verhaal, verrekeningen en herberekeningen er behoefte aan heeft te beschikken over historische bedragen in euro's kunt u de bedragen van vóór 1 januari 2002 zelf omrekenen van guldens naar euro's. Voor deze omrekening gelden de volgende uit-




---

gangspunten. De bedragen in guldens dienen één op één te worden omgezet naar bedragen in eu- ro's door deze te delen door de factor 2,20371. Het resultaat wordt rekenkundig afgerond op eurocenten. Voor de rekenkundige afronding op eurocenten is de derde positie achter de komma van het omgezette bedrag van belang. Is deze vijf of hoger dan rondt u naar boven af. Is deze vier of lager dan rondt u naar beneden af.
Ik maak van deze gelegenheid gebruik u erop te wijzen dat bij de wet van 27 september 2001, Stb. 481 (Aanpassingswet euro) de bedragen in guldens, genoemd in de Abw, de IOAW, de IOAZ en de WIK, voor zover deze niet periodiek worden aangepast, met ingang van 1 januari 2002 worden vervangen door bedragen in euro's. Bij besluit van 14 september 2001, Stb. 415 (Aanpassingsbesluit euro) worden ook de niet geïndexeerde bedragen genoemd in diverse beslui- ten vervangen door bedragen in euro's. Volledigheidshalve is een opsomming van deze bedragen voor zover het betreft de Abw, de IOAW, de IOAZ en de ./. WIK in een aparte bijlage (bijlage VII) bij deze circulaire opgenomen.

In de algemene bijstand begrepen vakantietoeslag In artikel 26, derde lid, van de Algemene bijstandswet (Abw ) is aangegeven hoe hoog het aandeel is van de in de algemene bijstand begrepen vakantietoeslag. Het in dat artikel genoemde percenta- ge is afgeleid van de verhouding tussen de netto aanspraak op vakantie-toeslag en het maandloon die bij het netto minimumloon bestaat. Vanaf 1 januari 2002 bedraagt het percentage 4,8 (was 4,9 %).

Bijstandsnormen voor personen van 65 jaar of ouder Ten aanzien van de bijstandsnormen voor personen van 65 jaar of ouder wordt aangesloten bij de netto AOW-bedragen. Daarbij wordt rekening gehouden met de voor AOW-gerechtigden gel- dende algemene heffingskorting, de ouderenkorting en - voor zover van toepassing - de aanvullen- de ouderenkorting.
Ten aanzien van het normbedrag voor de persoon van 65 jaar of ouder met een partner die jonger is dan 65 jaar wordt daarbij tevens in aanmerking genomen de algemene heffingskorting voor de (minstverdienende) jongere partner voor zover de door de bejaarde partner verschuldigde belas- ting daarvoor toereikend is. Deze algemene heffingskorting voor de (minstverdienende) jongere partner moet door de betrokkene bij de Belastingdienst worden aangevraagd. Ingevolge de bepa- lingen van de Abw dient deze als middel in aanmerking te worden genomen bij de bepaling van de hoogte van de uitkering.

Grondslagen IOAW en IOAZ
De bruto grondslagen ingevolge de IOAW en de IOAZ worden zodanig vastgesteld dat deze netto gelijk zijn aan de in die wetten genoemde netto bedragen. Als gevolg van de wijziging van het netto minimumloon veranderen ook de netto bedragen en de grondslagen per 1 januari 2002. ./. In de bijlagen III en IV zijn de netto IOAW- en IOAZ-bedragen, respectievelijk de daaraan gekoppelde grondslagen, opgenomen zoals die per 1 januari a.s. van toepassing zullen zijn. Bij de vaststelling van de grondslagen is ten aanzien van de in te houden loonheffing rekening gehouden met de algemene heffingskorting. Bij de vaststelling van de grondslagen voor alleenstaande ouders is daarnaast de alleenstaande-ouderkorting in aanmerking genomen. In de praktijk komt het er op neer dat de inhouding van de loonheffing via de te hanteren groene loonbelastingtabel tot een ho- gere loonheffing, dus een lagere netto uitkering leidt. Dit wordt gecompenseerd door de Voorlopi-




---

ge Teruggaaf (VT) die maandelijks door de Belastingdienst wordt uitbetaald. De VT moet wel door de belanghebbende zelf bij de Belastingdienst worden aangevraagd. De VT wordt - evenals overige heffingskortingen die als VT worden uitbetaald - in het kader van de IOAW en de IOAZ niet als middel in aanmerking genomen. Tezamen met de als VT uitbetaalde alleenstaande- ouderkorting levert de eerdergenoemde lagere netto uitkering het in de wet genoemde netto uit- gangspunt op.

Vereveningsbijdrage
Uitkeringen ingevolge de IOAW en de IOAZ moeten worden verminderd met de vereveningsbij- drage. De vereveningsbijdrage is het equivalent van het werknemersdeel in de AWf-premie. Het werknemersdeel in de AWf-premie bedraagt per 1 januari 2002 4,95 procent. Daarbij geldt een franchise van * 55,00 per dag. De vereveningsbijdrage wordt berekend over de bruto IOAW- of IOAZ-uitkering. Gezien de hoogte van de franchise zal de vereveningsbijdrage bij de berekening van de netto IOAW- en IOAZ-uitkering in de praktijk overigens niet aan de orde zijn.

Toepassing van artikel 9, vierde en vijfde lid, van de IOAW Door de verhoging van het bruto minimumloon per 1 januari 2002 dienen de toetsings-inkomens van IOAW-gerechtigden, die zijn onderworpen aan de beperkende werking van artikel 9, vierde en vijfde lid van de IOAW, eveneens te worden aangepast. Deze aanpassing is gelijk aan de pro- centuele stijging van het bruto minimumloon, te weten 2,22 procent.

Ziekenfondspremie over de uitkering aan zelfstandigen (Bbz) Met ingang van 1 januari 2000 is een groot deel van de zelfstandigen die bijstand ontvangen op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen verplicht verzekerd ingevolge de Zieken- fondswet. De procentuele premie bedraagt in 2002 7,95% van het bruto bedrag. Uitgaande van de netto uitkering betekent dit een opslagpercentage van 10,97%. Daarbij is rekening gehouden met een opslagpercentage voor de loonheffing van 24,39%. De loonheffing dient te worden berekend over de netto uitkering verhoogd met het opslagpercentage voor de premie Zfw.

Ziekenfondspremie over de uitkering
Kunstenaars die op grond van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars (WIK) een renteloze geldlening ontvangen zijn verzekerd ingevolge de Ziekenfondswet. Over deze voorlopige ./. uitkering (opgenomen in bijlage V) is een procentuele premie verschuldigd. Het premieper- centage voor de ziekenfondsverzekering van WIK-gerechtigden wordt voor het jaar 2002 vastge- steld op 10,2 (ongewijzigd). De premie wordt geheven over de tot een brutobedrag herleide uitke- ring en bedraagt 10,2% van (nettouitkering + 17%). Ten aanzien van de vaststelling van de brute- ringsfactor van 1,17 is uitgegaan van de volledige WIK-uitkering, dus zonder rekening te houden met eigen middelen. Als de definitieve WIK-uitkering na afloop van een kalenderjaar op een lager bedrag wordt vastgesteld, blijft de reeds door de centrumgemeente ingehouden en afgedragen ziekenfondspremie gehandhaafd.




---

Bijstandsregeling vakantietoeslag 2001
In de Bijstandsregeling vakantietoeslag 2001 die in het jaar 2002 wordt toegepast zijn bedragen en percentages opgenomen die zijn gebaseerd op belasting- en premietarieven van het lopend jaar. Aangezien deze tarieven per 1 januari 2002 veranderen moeten de in genoemde regeling vermelde bedragen en percentages worden aangepast.
./. In bijlage VI van deze brief zijn de bedragen en percentages opgenomen gebaseerd op de tarieven voor het jaar 2002.

Inlichtingen
Voor vragen of inlichtingen over de inhoud van deze circulaire kunt u elke werkdag telefonisch contact opnemen met het Rijksconsulentschap Sociale Zekerheid in uw regio. Deze circulaire zal met bijlagen op het internet worden geplaatst (http://gemeenteloket. minszw.nl).

De directeur Bijstandszaken,

(drs. P.P.L. van Kalmthout)