Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
VVA. 2001/3912
datum
219-11-2001

onderwerp
Financiering van het ophalen en vernietigen van kadavers TRC 2001/11510 doorkiesnummer

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Naar aanleiding van de motie-Waalkens (Kamerstukken II, 2000-2001, 24668 en 21501-16, nr. 48) informeer ik u hierbij over het nieuwe financieringssysteem voor het ophalen en vernietigen van kadavers.

Zoals bekend zijn veehouders op basis van de Destructiewet verplicht om kadavers te melden bij de destructor die vervolgens zorg draagt voor het ophalen en de destructie van deze dieren. Door een wijziging van de Destructiewet in februari 2000 is het mogelijk geworden dat de destructor voor deze activiteiten kostendekkende tarieven in rekening brengt. Deze tarieven worden vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan de minister van LNV en aan de beide Kamers der Staten-Generaal. Tot op heden zijn er om een aantal redenen nog geen kostendekkende tarieven vastgesteld:

datum
219-11-2001

kenmerk
VVA. 2001/3912

bijlage

* Uit een rapport van de Algemene Rekenkamer over de uitvoering van de destructiewet en uit AID-rapporten is gebleken dat in 2000 illegale dumping van kadavers heeft plaatsgevonden; * Sinds begin 2000 worden alle kadavers als SRM aangemerkt waardoor kadavers niet meer als grondstof kunnen dienen voor veevoeder maar verbrand moeten worden. Dit betekent dat dode dieren geen opbrengstwaarde meer hebben waardoor de kosten van destructie aanzienlijk zijn gestegen.

Bovengenoemde redenen en de motie-Waalkens waren aanleiding om het bestaande financieringssysteem te heroverwegen. VWS en LNV hebben de mogelijkheden van een alternatief financieringssysteem onderzocht. Gebleken is dat een heffingssysteem alleen haalbaar is als dit in EU-verband wordt ingevoerd.

Nieuw financieringssysteem
In de huidige financieringssystematiek wordt een tarief per ophaalbeurt gehanteerd dat onafhankelijk is van het soort of aantal kadavers dat wordt aangeboden. Een gevolg van dit systeem is dat aanbieders van kadavers met een laag gewicht relatief meer moeten betalen voor het ophalen en de destructie van deze kadavers dan aanbieders van kadavers met een hoog gewicht.
Zo kost in de huidige situatie de afvoer van een kadaver van een schaap evenveel als de afvoer van het kadaver van een melkkoe, terwijl de kosten van de destructie van een melkkoe veel hoger liggen. Deze ongewenste situatie wordt beëindigd door een systeem in te voeren waarbij het tarief wordt gekoppeld aan het gewicht van de aangeboden kadavers. Verwacht wordt dat dit systeem niet leidt tot extra dumping van kadavers, omdat een aanbieder voor een klein (en makkelijk illegaal te dumpen) kadaver veel minder betaalt dan de aanbieder van een groot kadaver.
Deze systematiek gaat uit van het principe 'de vervuiler betaalt'. Overigens ben ik vanwege dit principe voornemens om de overheidsbijdrage aan de kosten van destructie van kadavers af te bouwen. In de overgangsperiode zal een niet volledig kostendekkend tarief worden doorberekend.

Met ingang van 1 januari 2002 zal het gewijzigde tariefsysteem worden ingevoerd waarbij door de destructor aan de aanbieders van kadavers (de veehouders) naast een ophaaltarief van circa f 35,- een tarief in rekening wordt gebracht dat afhankelijk is van de diersoort van het aangeboden kadaver. Het forfaitaire gewicht van kadavers is bepalend voor het tarief. Indicatief zullen na een overgangsfase de volgende kostendekkende tarieven in rekening worden gebracht.

Diersoort Ophaaltarief Verwerkingstarief
slachtvarken 35,- per stop 11,- per dier
zeug 35,- per stop 40,- per dier
rund > 1 jaar 35,- per stop 133,- per dier
kalf 35,- per stop 19,- per dier
paard 35,- per stop 93,- per dier
schaap 35,- per stop 11,- per dier
geit 35,- per stop 6,- per dier
lam 35,- per stop 27,- per 100 kg
big 35,- per stop 27,- per 100 kg
pluimvee 35,- per stop 27,- per 100 kg

Geleidelijke overgang naar kostendekkendheid
Om de lastenverzwaring voor de veehouderij te beperken zullen in de overgangsperiode geen volledige kostendekkende tarieven worden doorgevoerd. Wel wordt met ingang van 1 januari 2002 tariefdifferentiatie van kracht. De niet-kostendekkende tarieven zullen binnenkort via de reguliere voorhangprocedure aan uw Kamer worden voorgelegd.
De in deze brief genoemde tarieven zijn slechts indicatief en ter toelichting op de nieuwe financieringssystematiek.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

mr. L.J. Brinkhorst


---