ROVER pleit voor Zuiderzeelijn
ROVER vindt dat het kabinet krachtig moet inzetten op aanleg van de Zuiderzeelijn. Het uitspreken van een voorkeur voor een nieuwe verbinding via de Zuiderzeelijncorridor is een duidelijke keuze voor verbetering van zowel de bereikbaarheid van het Noorden als het openbaar vervoer.
Het Kabinet wil binnenkort een beslissing nemen over een snelle openbaarvervoerverbinding tussen het Noorden en de Randstad. In beeld zijn vier varianten. Drie daarvan volgen tussen Lelystad en Groningen een geheel nieuw tracé via Emmeloord, Heerenveen en Drachten, en wel als intercityverbinding, hogesnelheidslijn of magneetzweefbaan. De vierde variant is een verbeterde Hanzelijn via Zwolle.
De voorkeur voor een nieuwe verbinding via de Zuiderzeelijncorridor
deelt ROVER met een meerderheid van de partners in het
'Stakeholdersoverleg Zuiderzeelijn'. Aan dit overleg nemen diverse
maatschappelijke organisaties en betrokken provincies en gemeenten
deel. Het Stakeholdersoverleg heeft op 16 november 2001 advies
uitgebracht op verzoek van het kabinet.
Met een nieuwe Zuiderzeelijn wordt de reistijd tussen het Noorden en
de Randstad drastisch bekort. Hiermee vormt het openbaar vervoer een
aantrekkelijk alternatief voor de auto. Drachten en Emmeloord krijgen
een aansluiting op het nationale net van hoofdverbindingen. Op
internationaal niveau zou de Zuiderzeelijn een schakel kunnen worden
in een transeuropees hogesnelheidsnet.
De Zuiderzeelijn brengt ook verbetering in de bereikbaarheid van
Flevoland. De magneetzweefbaanvariant levert hierbij de grootste
'plus', omdat deze over de hele lengte van de verbinding nieuwe
infrastructuur nodig maakt. Het is echter duidelijk dat ook in de
andere varianten extra sporen nodig zijn om tegemoet te komen aan de
groeitaakstelling van Almere. ROVER vindt dan ook, dat de vergelijking
tussen de Zuiderzeelijnvarianten op dit punt mank gaat.
De stakeholders zijn het erover eens dat er zo spoedig mogelijk
duidelijkheid moet komen op een aantal belangrijke punten, zoals de
bijdragen van het Rijk en regionale overheden, de omgang met
inpassingskosten en berekeningsgrondslagen van het exploitatiemodel.
Ook moet bij de inbreng van de private sector via een
'prijsvraagmodel' duidelijk zijn hoe het zit met procedures en
randvoorwaarden.
Over de meest gewenste uitvoeringswijze van de Zuiderzeelijn oordelen
de stakeholders verschillend. Op basis van de huidige inzichten, en na
een discussie binnen de vereniging, geeft ROVER de voorkeur aan de
hogesnelheidsvariant. Samen met de HSL-Zuid kan hiermee een
doorgaande, zeer snelle noord-zuidverbinding worden gecreëerd. Daarbij
zijn de kosten en financiële onzekerheden van deze variant minder hoog
dan die van een magneetzweefbaan
19 november 2001
---