2001-11-19: Toestand Haagse daklozen verdient aandacht
In Den Haag leven circa 1000 volwassen daklozen. Dit blijkt uit onderzoek Daklozen in Den Haag van de gemeente Den Haag (uitgevoerd door het Trimbosinstituut). De toestand van een deel van deze groep is zorgwekkend. Het gaat hierbij om circa 470 mensen die regelmatig buiten slapen en geen vaste slaapplek hebben, de zogenoemde 'feitelijk daklozen'. Circa 60% van deze daklozen gebruikte recent harddrugs, waardoor ze meestal niet welkom zijn bij woonvoorzieningen. Bovendien zijn ze vaker slachtoffer van een misdrijf, worden vaker gearresteerd, kennen hogere werkloosheid en hebben minder geld voor de eerste levensbehoeften dan de circa 460 'residentieel daklozen'. Deze laatste groep heeft een min of meer vaste verblijfplaats in woonvoorzieningen van de maatschappelijke opvang. De residentieel daklozen zijn meer tevreden met hun bestaan dan de feitelijk daklozen.
Doel van het onderzoek was: het in kaart brengen van psychische
stoornissen en verslavingsproblemen van Haagse daklozen en inzicht
verkrijgen in het aantal daklozen. De resultaten bevestigen nogmaals
de noodzaak van de maatregelen die de gemeente Den Haag al heeft
genomen. Recentelijk besloot de gemeenteraad opnieuw exta geld uit te
trekken voor de verbetering van de al bestaande opvang. De gemeente
gaat de onderzoeksresultaten gebruiken voor het beleid op korte en
langere termijn.
De kenmerken en problemen van de Haagse feitelijk daklozen zijn niet
uniek. Ze werden al eerder in Utrecht geconstateerd. Ook bevestigen ze
een landelijk al geconstateerde trend. Voor het eerst zijn Haagse
daklozen zelf geïnterviewd om meer zicht te krijgen op hun leven, hun
zorgbehoeften en contacten in Den Haag. Bovendien is voor het eerst
het aantal Haagse daklozen in grote lijnen in kaart gebracht. Er zijn
tweehonderd daklozen geïnterviewd, waarbij is gevraagd naar de aard en
omvang van het gebruik van verslavende middelen, de kwaliteit van
leven, zorgbehoeften, contacten met politie en justitie en gebruik van
de hulpverlening. Het aantal feitelijk daklozen bij de dag- en
nachtopvang is geschat en het aantal residentieel daklozen in de
verschillende opvangvoorzieningen is geteld. Met behulp van de
resultaten van het onderzoek kan de opvang nog meer worden gericht op
de behoeften van de daklozen. Op dit moment subsidieert de gemeente al
een aantal voorzieningen waaronder de Kesslerstichting, het Leger des
Heils, Huize Adena en pension De Wissel. Er is al een
huisartsenspreekuur en speciaal maatschappelijk werk. Binnenkort start
een nieuw tandartsenspreekuur. Verder is een begin gemaakt met de
kwaliteitsimpuls voor de gehele opvang voor daklozen.
Het onderzoek laat opvallende verschillen zien tussen de twee groepen daklozen. Feitelijk daklozen zijn veelal langdurig dakloos: ruim een derde deel is vijf jaar of langer dakloos. Ruim 41% van de feitelijk daklozen is vooral aangewezen op buiten slapen. Het gaat met name om alleenstaande, laaggeschoolde dertigers, vaak van niet-Nederlandse afkomst, levend van een uitkering en soms van inkomsten uit illegale activiteiten. Circa 29% van de feitelijk daklozen heeft te maken met ernstige depressies. Bijna 25% heeft tegelijk psychische èn verslavingsproblemen. Van de groep residentieel daklozen, is ruim een derde in het hele leven geen dag dakloos geweest.
Zij zijn vanuit de eigen woning of een intramurale voorziening (bv.
psychiatrisch ziekenhuis, gevangenis) direct doorgestroomd naar een
woonvoorziening van de maatschappelijke opvang. Van deze groep heeft
bijna 70% geen psychische en geen verslavingsproblemen. Een
overeenkomst tussen beide groepen daklozen is dat zij weinig gebruik
maken van de beschikbare hulp. Er is weinig contact met de geestelijke
gezondheidszorg en de verslavingszorg, behalve de
methadonverstrekking. De behoefte aan hulp is wel groot, vooral op het
gebied van huisvesting, gebitsverzorging, financiën, lichamelijk
functioneren en dagelijkse activiteiten.
De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het rapport
Daklozen in Den Haag. Een onderzoek naar de omvang en kenmerken van de
daklozenpopulatie (Reinking e.a. 2001). Het is een publicatie van het
Trimbosinstituut (nummer AU0179) en ook daar te bestellen (tel.
030-2971180). Het onderzoek wordt op 28 november besproken in de
raadscommissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie.
19 november 2001
last update: 20 november 2001 ;pag.: 9503; auteur: 77