NVM
Daling voorraad bedrijfsterreinen in 2001
Aan : de sociaal- en financieel-economische redacties en
vakpers
Van : de Nederlandse Vereniging van Makelaars o.g. en
Vastgoeddeskundigen NVM
Datum : 19 november 2001
Daling voorraad bedrijfsterreinen in 2001
Bedrijfsmakelaars NVM: in toekomst meer nadruk op kwaliteit en
diversiteit
Er bestaat een duidelijk tekort aan bedrijfsterreinen in middelgrote
gemeenten (met meer dan 50.000 inwoners) in Nederland. De voorraad
direct uitgeefbaar terrein is ten opzichte van vorig jaar in veel
gemeenten gedaald. Was de beschikbare voorraad in 2000 met gemiddeld
2,5 jaar al aan de krappe kant, per 1 september bedraagt de voorraad 2
jaar. Positief is de stijging van het aantal hectare bedrijfsterrein
dat tot 2005 ontwikkeld kan worden en de aandacht die er bestaat voor
regionale samenwerkingsverbanden. Bij de bouw en/of herstructurering
van (nieuwe) bedrijfsterreinen moet in de komende periode echter meer
nadruk komen te liggen op kwaliteit en diversiteit, menen de
NVM-bedrijfsmakelaars.
Deze conclusies worden getrokken uit het recente onderzoek Quickscan
Bedrijfsterreinen 2001 over de beschikbaarheid van bedrijfs- en
kantoorlocaties in Nederland, uitgevoerd door het bureau STOGO in
Utrecht. Het onderzoek werd in september 2001 gehouden onder de 67
grootste gemeenten van Nederland, in opdracht van de vakgroep Bedrijfs
Onroerend Goed (BOG) van de NVM. Uiteindelijk hebben 58 gemeenten
meegedaan aan het onderzoek. STOGO komt tot de conclusie dat er in de
benaderde gemeenten op 1 september 2001 in totaal nog 1.148 ha
bedrijfsterrein beschikbaar was. Begin 2000 was dit nog 1.764 ha. De
voorraad is dus met ongeveer een derde afgenomen in de tussenliggende
periode. De gemiddelde jaarlijkse uitgifte bedraagt voor de
responderende gemeenten 617 ha. Er bestaat een voorraad van ongeveer 2
jaar. De tekorten manifesteren zich het sterkst in het Westen en
Zuiden van het land.
Het beeld voor de middellange termijn, tot 2005, is duidelijk anders.
In meer dan de helft (56%) van de gemeenten is de verwachte
hoeveelheid hectaren die tot ontwikkeling gebracht kan worden,
gestegen. De actuele situatie is dus voor veel gemeenten verslechterd,
voor de toekomst is de situatie positiever dan vorig jaar. De situatie
van de grotere gemeenten in de provincie Friesland is in verhouding
tot andere provincies, net als vorig jaar gunstig te noemen.
Daling kwalitatief tekort
Om het aanbod van bedrijfsterreinen aan te laten sluiten op de huidige
en toekomstige vraag, is een grote planningsinspanning vereist. Temeer
daar er niet alleen in absolute zin tekorten ontstaan, maar
ook in kwalitatieve zin. De eisen die aan bedrijfsterreinen worden
gesteld stijgen. Onder invloed van economische ontwikkelingen
verandert ook het type bedrijfsterrein waar vraag naar is. Het
aantal gemeenten dat aangeeft een kwantitatief en of kwalitatief
tekort aan bedrijfsterreinen te ondervinden, is zowel absoluut als
relatief wat gedaald ten opzichte van vorig jaar. Toch geeft nog
steeds een zeer hoog percentage gemeenten aan een tekort te
ondervinden: 51 van de 58 gemeenten (88%). Tien procent van de
gemeenten ervaart enkel een kwalitatief tekort, een afname ten
opzichte van vorig jaar.
Regionale samenwerkingsverbanden
Gemeenten die tegen eigen gemeentegrenzen aanlopen, zoeken naar
uitbreidingsmogelijkheden elders. Dit kan bijvoorbeeld door in
samenwerking met buurgemeenten terreinen te ontwikkelen. Voorbeelden
van regionale samenwerking zijn de ontwikkeling van het ISEV-terrein
door de gemeenten Veenendaal en Ede en het samenwerkingsverband REO
Midden-Limburg van Roermond en buurgemeenten. De noodzaak van de
gemeentelijke samenwerking wordt erkend in de Vijfde Nota Ruimtelijke
Ordening en de nieuwe Wet op de ordening.
Jacques Kwak, voorzitter van de vakgroep Bedrijfs Onroerend Goed
(BOG), vindt de toenemende regionale afstemming en samenwerking tussen
gemeenten een goede ontwikkeling. ]Een belangrijk handvat voor
gemeenten is integrale gebiedsontwikkeling. Gemeenten moeten elkaar
niet beconcurreren maar in goede samenwerking met elkaar gaan werken
aan kwaliteit, diversiteit en intensivering van het ruimtegebruik. Ook
het zoeken naar functiecombinaties en het transformeren van bestaande
locaties zijn noodzakelijke strategieën om aan de vraag te kunnen
voldoen, uiteraard binnen de beperkingen die de ruimte stelt, vindt
Kwak. Als de vraag de komende jaren tegen de verwachting in werkelijk
terug gaat lopen, mag dat volgens de voorzitter van NVM BOG geen reden
zijn om ook de (her)ontwikkeling en uitgifte van bedrijfsterreinen te
minderen. Als de vraag daalt, is een inhaalslag noodzakelijk.