Nederlandse Politiebond


Vredesmissies

NEDERLAND MOET AANZIENLIJK MEER

POLITIEAMBTENAREN OPLEIDEN VOOR VN-VREDESMISSIES

NPB-voorzitter bepleit grotere internationale ambitie

na werkbezoek aan Verenigde Naties

Het aantal Nederlandse politieambtenaren dat wordt ingezet bij vredesoperaties van de Verenigde Naties moet de komende jaren groeien naar één procent van de totale Nederlandse politiesterkte. Met ingang van 2010 zouden continu 450 Nederlandse politiemedewerkers bij vredesmissies betrokken moeten zijn. Om deze inzet mogelijk te maken is een permanente beschikbaarheid van 1.200 tot 1.500 voor dit doel geselecteerde en opgeleide politieambtenaren vereist.

Dit stelt Hans van Duijn, de voorzitter van de Nederlandse Politiebond (NPB), die deze maand deel uitmaakte van de Nederlandse regeringsdelegatie bij de 56e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.

Van Duijn voorziet dat de wereldgemeenschap het inzetten van civiele politie tijdens vredesmissies de komende jaren steeds vaker noodzakelijk zal vinden. Een dergelijke inzet zal echter alleen succesvol gerealiseerd kunnen worden als meer landen dan tot op heden meer goed opgeleide politiemensen beschikbaar stellen. De meerderheid van het thans ingezette politiepersoneel komt uit ontwikkelingslanden en met respect voor hun inspanningen daardoor is het kwaliteitsniveau van het politiewerk tijdens VN-vredesmissies niet zo hoog als het zou kunnen zijn. De Nederlandse politie behoort tot de beste van de wereld; zij kan dus een belangrijke kwaliteitsimpuls leveren aan de VN-operaties.

De Nederlandse bijdrage

De Nederlandse regering heeft zich voorgenomen de inspanning op dit punt te intensiveren tot 160 man marechaussee en 40 reguliere politieambtenaren in 2003. Dat is een belangrijke aanzet, maar binnen afzienbare tijd vóór 2010 zal de Nederlandse bijdrage verder moeten worden opgevoerd om te kunnen spreken van een proportionele VN-ondersteuning. Een groei naar circa 1 procent van de reguliere politiesterkte lijkt de NPB daarbij een goed uitgangspunt. De belasting kan evenwichtig over de korpsen worden gespreid; de beslissing daarover dient op nationaal niveau genomen te worden. Zij is vergelijkbaar met de aan de korpsen opgelegde verplichting een bepaalde hoeveelheid personeel beschikbaar te stellen voor bovenregionale rechercheteams.

Met ingang van 2010 zou Nederland permanent 1.200 tot 1.500 geselecteerde en getrainde politieambtenaren beschikbaar moeten hebben voor inzet onder de VN-vlag. Dit zou het mogelijk maken dat continu zo'n 450 Nederlandse politieambtenaren ergens op de wereld betrokken zijn bij vredesmissies. Daarbij zal het wat de NPB betreft niet alleen gaan om (verschillende soorten) executieve politieambtenaren, maar ook om administratieve en technische politieambtenaren.

Voor alle duidelijkheid: zolang de daarvoor getrainde politiemedewerkers niet onder VN-vlag worden ingezet, functioneren ze 'gewoon' in hun eigen korps/organisatie.

Het veelgehoorde bezwaar dat een dergelijke inspanningsverplichting ten koste gaat van de politiezorg in Nederland is op zichzelf niet onjuist. Dit effect zal echter in belangrijke mate gecompenseerd worden door de (geplande) uitbreiding van de politiesterkte de komende jaren. Nog afgezien daarvan zijn de problemen elders in de wereld van een dusdanige aard en omvang dat het afzien van (meer) bijstand vanwege de binnenlandse situatie in Nederland nauwelijks serieus kan worden genomen. Bovendien: het bevorderen van de rust en stabiliteit in andere delen van de wereld zorgt indirect ook voor een grotere veiligheid in onze contreien.

Selectie- en opleidingseisen

Een vlotte start van de selectie en opleiding van de eerste 40 Nederlandse reguliere politieambtenaren (in feite zijn er 120 tot 150 nodig om de vervanging en het verloop op te vangen) zou een positief signaal zijn aan de VN, die met smart zit te wachten op vergroting van de Nederlandse bijdrage.

De uit te zenden politieambtenaren moeten aan hoge criteria voldoen. Het is niet voldoende uitsluitend te toetsen op de beheersing van de Engelse taal, de rijvaardigheid, het bezitten van zes of acht jaar politie-ervaring en (in sommige gevallen) enige kennis van computergebruik. De NPB bepleit de ontwikkeling van een op specifieke functies/rollen toegesneden selectie-procedure ('assessment'), aangevuld met een hoogwaardige opleiding.

Open brief

De inzet van civiele politieambtenaren tijdens VN-vredesmissies kent nog tal van andere belangrijke aspecten. Binnenkort zal de Nederlandse Politiebond in een 'Open brief' aan regering en parlement zijn (beleids)visie op deze materie nader uiteenzetten.