Ingezonden persbericht


Brief Burgerbelangen inz integriteit voordracht burgemeester

Aktiegroep Burgerbelangen BZK-Minister De Vries Postbus 4683
4803 ER Breda Postbus 20011 KOPIE
Tel. 06 148 93 251 2500 EH 's-Gravenhage

Ref. HJZ/AD MBZK/Integriteit


Onderwerp: beoordeling integriteit bij de voordracht van een burgemeester
Breda, 18 november 2001

Zeer geachte heer De Vries,

Als woordvoerder van de Aktiegroep Burgerbelangen, een groep die zich tot doel stelt misstanden in onze samenleving te bestrijden, wend ik mij tot U met het volgende:

Onder verwijzing naar een 2-tal persberichten in het NRC-Handelsblad (16 11 2001) en de Limburger (17 11 2001), waarin de integriteit van de PVDA-er Dittrich ernstig in twijfel wordt getrokken, leg ik U onderstaande vragen voor:

A. Is het U bekend dat kandidaat-burgemeester voor Maastricht, K Dittrich, medio jaren negentig in opspraak kwam bij een reeks bouwaffaires in Limburg?

B. Is het U bekend, dat kandidaat-burgemeester, K. Dittrich, in 1993 als MVV-voorzitter enkele dagen in de cel heeft gezeten en een schikking trof met justitie?

C. Deelt U de mening van hoogleraar Staats- en Bestuursrecht, prof. A. KoeKkoek (KUB Tilburg) dat het burgemeesterschap bijzondere eisen stelt integriteit van personen?

D. Is de stelling van de bijzonder hoogleraar Decentrale Overheid, A. Dõlle (RU Groningen) juist: ' Formeel staat daar niets over onbesproken gedrag ' ' Dat is geschrapt uit de wet, omdat het overbodig wordt bevonden ' ' De Kroon kan zelf afwegen of zoiets van belang is of niet '.

E. Zo ja, acht U het noodzakelijk dat de Wet op dit punt wordt aangescherpt? Zo niet, waarom?

Met betrekking tot Uw oordeel (zie onder vraag: B) , wil ik de nadruk leggen, dat bij de desbetreffende voordracht van de nieuwe burgemeester van Maastricht ter zake niet alléén sprake is van een ' politieke ', maar ook van ' politionele ' verantwoordelijkheid. Namelijk, de nieuwe burgemeester van Maastricht bekleed t.z.t. ook de functie van korpsbeheerder van de Politieregio 24. (Limburg-Zuid)

Met betrekking tot eerdergenoemde vragen, verwijs ik U naar het advies van de toenmalige minister van Justitie, de huidige minister van Staat, mr. F. Korthals Altes, in zijn brief aan mijn aktiegroep d.d. 26 mei 1986 met het kenmerk: Staats- en Strafrecht Nr. 633/286. (zie bijlage)

Een afschrift van deze brief zend ik U per e-mail, alsook aan Minister-President Wim Kok de hoogleraren prof. A. Koekoek- en prof. A. Dõlle Korpsbeheerdersberaad - Voorzitter en Leden van de Vaste Kamercommissies BZK en Justitie Gemeenteraad van Maastricht -en de Nieuwsdienstredacties NRC-Handelsblad- en de Limburger.

Met bijzondere belangstelling Uw berichten afwachtend, teken ik met vriendelijke groet en hoogachting,