Toespraak minister Van Boxtel op het VIAG-Congres
Een toespraak bij het onderwerp Betere publieke dienstverlening
5 november 2001
Dames en heren
We zijn hier op het tweede lustrumcongres van de VIAG (Vereniging
van Coördinatoren Informatievoorziening en Automatisering
Nederlandse Gemeenten) en het lijkt mij goed te beginnen met het
uitspreken van mijn gelukwensen aan alle VIAG-medewerkers en leden
met het bereiken van deze mijlpaal. Ongetwijfeld zijn dit
turbulente jaren geweest voor de VIAG, gezien de snelheid waarmee
de ontwikkelingen in ICT-land zich in het afgelopen decennium
hebben voltrokken. Met name de nieuwe toepassingen voor Internet
leken zich te kunnen onttrekken aan iedere economische
wetmatigheid. Inmiddels is duidelijk dat we de jubelverhalen van
een poosje terug moeten relativeren. Een simpele vergelijking
tussen de beurskoersen van ICT-bedrijven van anderhalf jaar
geleden en nu en het grote aantal faillissementen in de branche
geeft de enorme problematiek weer waar deze bedrijven zich voor
gesteld zien na een juichende aanvangsperiode. De bomen groeien
niet meer tot in de hemel, dat is inmiddels wel duidelijk. Maar
dat neemt niet weg dat internet een medium vol mogelijkheden
blijft.
Ook de overheid onderzoekt deze mogelijkheden.
Overheidsdienstverlening moet efficiënter, effectiever en
klantvriendelijker. We weten dat ICT daarbij een onmisbare rol
speelt. Sterker nog: Nederland wil op het gebied van ICT tot de
koplopers in Europa behoren. Juist daarom hebben we de lat hoog
gelegd, zoals eind vorige eeuw al bleek uit het Actieprogramma
Elektronische Overheid. Uitgangspunt bij dit alles is de
vraaggerichte benadering: de behoefte van de burger staat
centraal. Om zo goed mogelijk met de vragen van de samenleving om
te gaan wil de Nederlandse overheid voldoen aan de volgende drie
criteria: dienstbaarheid, betrouwbaarheid en vernieuwing. Onder
dienstbaar verstaan we dat de overheid snel en toegankelijk haar
diensten beschikbaar moet stellen aan de samenleving.
De elektronische toegankelijkheid van de Nederlandse overheid
verbetert snel. Vele honderden overheidssites zijn het afgelopen
jaar vernieuwd of nieuw op internet gekomen. De website
www.overheid.nl ontsluit zon duizend overheidsorganisaties en
wordt dagelijks door rond 10.000 bezoekers geraadpleegd. Een goed
voorbeeld van digitale ontsluiting van overheidsinformatie is het
integraal aanbieden van alle Nederlandse wetgeving via het
internet, zodat die te allen tijde beschikbaar is voor burgers. In
het Actieprogramma elektronische overheid is het streven al
geformuleerd dat in 2002 25% van de publieke dienstverlening langs
elektronische weg wordt afgehandeld. Dit percentage zullen we gaan
halen. Het aanvragen van subsidies, vergunningen en dergelijke bij
gemeenten en provincies zal hierdoor voor de gebruikers niet
alleen simpeler worden, maar ook belangrijk aan snelheid winnen.
Een betrouwbare overheid betekent in elk geval een elektronische
overheid die zorgt dat informatie op elk moment digitaal
beschikbaar is, dat informatie op een zorgvuldige wijze beveiligd
is en dat informatie voor langere tijd duurzaam is opgeslagen
zodat er altijd een beroep op kan worden gedaan. Deze eisen gelden
niet alleen binnen overheden, maar ook tussen overheden en tussen
overheden en burgers.
Een volwaardige en volledige elektronische dienstverlening kan
niet functioneren zonder dezelfde waarborgen die in de papieren
wereld gelden. Ook elektronische handelingen vragen om een
vaststelling van de identiteit van de betrokkenen en
vertrouwelijkheid van de communicatie tussen de partners. Voor de
communicatie in het publieke domein is in 1999 door de Taskforce
Public Key Infrastructure (PKI) begonnen met de voorbereidingen
voor een volledig ingevoerde PKI voor vrijwel alle soorten van
communicatie en transactie met de overheid. Uiteindelijk zal een
groot aantal partijen (overheden, burgers en bedrijven als
afnemers van PKI-diensten en bedrijven als leveranciers van
PKI-diensten) moeten kunnen samenwerken op basis van groot
vertrouwen. Alle betrokken partijen zullen zich moeten conformeren
aan een afsprakenstelsel waarin het betrouwbaarheidsniveau wordt
vastgelegd. Daarnaast is er behoefte aan betrouwbare
identificatie. De recente tragische gebeurtenissen in de Verenigde
Staten hebben nogmaals het vitale belang aangetoond van de
implementatie van identificatiemiddelen die geen ruimte voor
twijfel meer laten. De overheid zal, net als in de fysieke wereld,
willen vaststellen met wie ze te maken heeft bij elektronische
transacties. Het reisdocument vervult deze functie veelal in de
fysieke wereld, reden om te bezien of een elektronische
identiteitskaart deze rol in de digitale wereld kan vervullen.
Belangrijke redenen om hiervoor te kiezen zijn het vertrouwen dat
de burger heeft in het reisdocument en het hoogwaardige aanvraag-
en uitgifteproces van deze documenten. Digitale identificatie en
handtekening moeten natuurlijk veilig en gebruiksvriendelijk zijn.
De chipcard is daarvoor het beoogde middel. Het gebruik van
biometrie wordt onderzocht om het persoonsgebonden gebruik van de
elektronische identiteitskaart te waarborgen.
Ten derde, de vernieuwende overheid. De Nederlandse overheid
onderneemt allerhande onderzoeksactiviteiten en stelt zich daarbij
ook op als launching customer. Dat geldt niet alleen voor de
externe contacten van de overheid, maar ook bij de verbetering van
de interne bedrijfsprocessen. Juist achter de schermen van de
overheid kan veel gebeuren om de efficiëntie van de
bedrijfsvoering te verbeteren. Denkt u aan het programma
Stroomlijning Basisgegevens. De stroomlijning van
gegevensuitwisseling tussen organisaties, sectoren en
bestuurslagen kan leiden tot aanzienlijke
efficiëntieverbeteringen. Bij een goede taakverdeling tussen
overheidsorganisaties kunnen gegevens die door meerdere
organisaties in de publieke sector worden gebruikt door één
organisatie verzameld en bewerkt worden en aan andere organisaties
ter beschikking worden gesteld. Deze stroomlijning van
basisgegevens kan het aantal keren dat dezelfde gegevens aan de
overheid moet worden geleverd, beperken. Met als gevolg: lagere
administratieve lasten voor bedrijven en burgers.
Dames en heren,
Ik sprak over de vernieuwende overheid. Ik heb veel initiatieven
genomen om de overheid naar de kopgroep op te stuwen. Al is
vernieuwing en verbetering van dienstverlening natuurlijk geen
zaak die louter door de (Nederlandse) rijksoverheid wordt
opgepakt. Overal om ons heen, nationaal en internationaal, wordt
onderzoek gedaan en worden pilots gestart die de praktische
haalbaarheid van ideeën over digitale dienstverlening toetsen. Dat
is een prima zaak, maar we moeten er met zijn allen wel alert op
zijn dat we proberen te leren van ervaringen van anderen. Enkele
weken geleden is de ICTU, de ICT-uitvoeringsorganisatie van de
overheid, officieel van start gegaan. Binnen de ICTU zijn alle
programmas gebundeld die zich bezig houden met de betrouwbare,
vernieuwende en dienstbare overheid. Nu las ik laatst in de
Computable dat de VIAG, ik citeer, de losse eindjes van van Boxtel
aan elkaar knoopt. Waarmee gedoeld werd op de moeite die leden van
de VIAG hebben om de vele door mij genomen initiatieven in
samenhang te zien. Zoals u ziet heb ik mij de kunst van het knopen
toch al behoorlijk eigen gemaakt.
Daarmee zijn we weer terug bij de jubilerende VIAG en het centrale
thema van dit congres, het project de virtuele gemeenschap. Uw
projectplan spreekt mij aan. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de
vraaggerichte benadering als uitgangspunt van het project, een
duidelijk streven naar een goede toegankelijkheid en het bieden
van mogelijkheden aan burgers om eigen initiatieven te ontplooien.
Burgers, bedrijven en toeristen krijgen de mogelijkheid om op een
eenvoudige wijze toegang te krijgen tot gemeentelijke informatie.
De ambitie is om dat te doen met een eenvoudig vormgeving en een
duidelijke structuur, ter vergroting van de herkenbaarheid. Heel
goed, want dat draagt bij aan het overwinnen van de drempelvrees
van de klanten van de gemeenten. We hebben de burgers nodig op de
sites van de gemeenten om in de nabije toekomst gestalte te kunnen
geven aan een veel meer interactieve beleids- en besluitvorming.
Burgers zullen zich, op basis van de informatie die op digitale
wijze tot hen komt, een mening moeten kunnen vormen over
problemen, en mogelijke oplossingen daarvoor, die in de eigen
gemeente spelen. De gemeentelijke website is een ideale
ontmoetingsplaats voor contacten tussen bestuurders en burgers,
die in een vroeg stadium bij het maken van beleid betrokken kunnen
worden. Maar dat is niet alles, de virtuele gemeenschap wil ook
bestaande initiatieven van bijv. Het Overheidsloket 2000 en PKI
Overheid inbedden in het project. En dat bedoelde ik nu juist met
mijn opmerkingen van zo-even over samenwerking en delen van
ervaringen. Juist een bundeling van krachten zal een maximaal
rendement opleveren. Kortom, het VIAG-initiatief verdient alle
aandacht en is een prima voorbeeld van een initiatief waarmee de
gemeenten in Nederland hun voordeel kunnen doen. Daarom heb ik
besloten uw project te steunen. U krijgt eenmalig 250.000 gulden
om via de virtuele gemeenschap burgers en gemeenten nader tot
elkaar te brengen.
Dames en heren,
U heeft mij de namen van vele projecten horen noemen. Ik heb het
al gezegd, er gebeurt veel in Nederland ter ondersteuning van
gemeenten, provincies en andere instellingen die zich op de
digitale snelweg willen begeven. Ik zou dan ook de gemeenten in
Nederland, waarvan er hier vele vertegenwoordigd zijn, willen
oproepen de instrumenten die nu voorhanden zijn op te pakken en
aan het werk te gaan om de digitale uitdaging aan te gaan. Ik zeg
dat niet omdat ik bang ben dat we de doelstelling van 25%
elektronische dienstverlening in 2002 niet zullen halen,
integendeel, nee ik zeg dit tegen u omdat niet alleen de burger,
maar ook de gemeenten zullen profiteren van een grotere snelheid
en efficiency van de werkprocessen en een betere communicatie met
burgers en bedrijven.
Om in voetbaltermen te spreken, de aftrap is verricht, en nu moet
de voorzet ingekopt worden. De VIAG heeft de afgelopen jaren veel
werk verzet en het vieren van een feestje is zeker op zijn plaats.
Mag ik u allen nog veel plezier en een goed vervolg van dit
congres toewensen.
Dank voor uw aandacht.
N.B. alleen het gesproken woord geldt.
Relevante links:
De site van de VIAG
De site Overheid.nl
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties