European Commission

CES/01/106 Brussel, 14 november 2001

Conferentie over de georganiseerde civiele samenleving: deelnemers staan vierkant achter ESC voor een actievere bijdrage aan de volgende conventie

Het ESC heeft op 8 en 9 november jl. een conferentie georganiseerd over "Het maatschappelijk middenveld en Europese 'governance'". Ongeveer 250 deelnemers, waaronder voor meer dan de helft vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld op Europees niveau en uit de kandidaat-lidstaten, hebben hier de gelegenheid gehad om hun problemen naar voren te brengen en ervaringen uit te wisselen.
* Vooraanstaande gasten

De heer Napolitano, voorzitter van de commissie constitutionele zaken van het Europees Parlement, heeft met voldoening vastgesteld dat door de herformulering van art. 257 van het EG-Verdrag zoals die in Nice haar beslag heeft gekregen, de rol van het ESC als vertegenwoordiger van de georganiseerde civiele samenleving is verduidelijkt en gelegitimeerd, en stelt vast dat vooral het democratisch tekort in Europa, het bij de burgers levende gevoel dat de EU een zaak van deskundigen is en de anti-Europese stellingnames van sommigen, nieuwe vormen van Europese governance noodzakelijk maken.

De heer Barnier, lid van de Commissie en verantwoordelijk voor de institutionele hervorming, heeft op zijn beurt bevestigd dat het de bedoeling is dat "het ESC als actief waarnemer deelneemt aan de conventie die tijdens de Top van Laken wordt georganiseerd". De onzekere situatie op sociaal en politiek vlak en de twijfels die bij de burger bespeurbaar zijn, leggen, aldus Barnier, een zware druk op Europa en vragen om een reactie van het ESC en de Europese instellingen in het algemeen.

Namens het fungerend voorzitterschap van de Raad, heeft de Belgische vice-premier, mevrouw Durant, de conferentie een uitstekende gelegenheid genoemd om de institutionele discussie "open te breken" en de weg vrij te maken voor nieuwe vormen van democratische participatie. Om de burger ervan te overtuigen dat de Europese Unie meer is dan slechts een regionale bijdrage aan de mondialisering, moet er een Europees project worden uitgewerkt.

* Ronde tafel-discussie

Onder leiding van de heer Vignon, directeur bij de Commissie en in deze hoedanigheid verantwoordelijk voor governance, zijn in de ronde tafel-discussie een aantal essentiële punten naar voren gehaald. Zo is ervoor gepleit begrippen als de "georganiseerde civiele samenleving" en "maatschappelijke dialoog" nader te preciseren, met name in relatie tot de "sociale dialoog". De instellingen zouden duidelijker afgebakende taken resp. rol toegewezen moeten krijgen. Andere zaken die in de discussie aan de orde zijn gekomen, zijn de vraag hoe de representativiteit van velerlei maatschappelijke organisaties kan worden beoordeeld en welk vervolg moet worden gegeven aan het witboek over Europese governance en de werkzaamheden die in het kader daarvan zijn opgestart. Ook een mogelijk vervolg op het Handvest van de grondrechten van de mens is ter sprake gekomen en last but not least is erop gewezen dat bij de uitbreiding van de EU structureel en organisatorisch rekening moet worden gehouden met de verworvenheden van de georganiseerde civiele samenleving in de toetredende landen.
* Workshops

Conclusies van workshop 1: Mede-verantwoordelijkheid van actoren van de georganiseerde civiele samenleving

De verantwoordelijkheid voor de uitwerking van wet- en regelgeving dient hoofdzakelijk in handen van instellingen te blijven. Inspraak van de georganiseerde civiele samenleving bij de besluitvorming is niettemin van doorslaggevend belang als het erom gaat die besluitvorming opener en transparanter te maken en daarmee beter op maatschappelijke ontwikkelingen in te inspelen.

Conclusies van workshop 2: Representativiteit van maatschappelijke organisaties

Het ESC is aan zichzelf verplicht mee te helpen aan het vastleggen van representativiteitscriteria voor organisaties uit het maatschappelijk middenveld. De representativiteit van een maatschappelijke organisatie is van wezenlijk belang, om te bepalen welke organisaties mee kunnen werken aan de besluitvorming en de uitstippeling van beleid in Europa. Het ESC moet in dit verband ook bekijken hoe de vertegenwoordiging van de georganiseerde civiele samenleving weerspiegeld is in de samenstelling van het Comité en hoe hieraan in zijn interne structuur gestalte kan worden gegeven.

Conclusies van workshop 3: Maatschappelijke dialoog: doelstellingen, modaliteiten, structuren en actoren

Via de maatschappelijke dialoog krijgen minderheden en politiek ondervertegenwoordigde groepen de kans hun stem te laten horen. In deze zin kan de dialoog worden gezien als een aanvulling op andere vormen van (volks)vertegenwoordiging. Het ESC pretendeert niet de enige Europese instelling te zijn waar een maatschappelijke dialoog wordt gevoerd, maar het is wel de enige waarin deze dialoog een institutioneel karakter aanneemt.

ESC-voorzitter Frerichs heeft de conferentie afgesloten met een hernieuwde oproep om het ESC als permanent adviserend lid te laten deelnemen aan de conventie over de georganiseerde civiele samenleving die tijdens de Top van Laken zal plaatsvinden. Het ESC is vastberaden bij die gelegenheid zijn hem bij verdrag toegekende functie als institutionele spreekbuis voor de georganiseerde civiele samenleving ten volle waar te maken, vooral ten overstaan van de maatschappelijke organisaties in Europa, die volkomen terecht - willen dat hun standpunten kenbaar worden gemaakt.

Voor meer inlichtingen over het Europese ESC en zijn activiteiten kunt u terecht bij de heer Foster, persdienst ESC, tel. 32 2 546 92 07 of e-mail: press@esc.eu.int