CDA

Zesde kaderprogramma aanvaard door Europees Parlement

Het Europees Parlement heeft met overgrote meerderheid het zesde kaderprogramma voor onderzoek aangenomen. Dit kaderprogramma regelt de voorwaarden voor Europese cofinanciering van onderzoek. Het gaat in totaal om 16 miljard euro voor de totale looptijd van 2002 tot 2006.

EVP-ED fractiewoordvoerder Wim van Velzen is tevreden met het resultaat: "Dit is een echt gemeenschappelijk resultaat. Wat voorheen meer een samenraapsel was van onderzoeken is nu samengebundeld in één allesomvattend programma, onderverdeeld in acht thematische secties. Ieder van deze thema´s heeft een eigen budget en een eigen adviesgroep van deskundigen. Dit zal de kwaliteit sterk doen toenemen. "

In tegenstelling tot de voorstellen van de Europese Commissie wordt een hogere prioriteit gegeven aan transport, energie en landbouw Het totale budget is niet verhoogd, het Parlement heeft zich beperkt tot een herschikking van prioriteiten.

Er wordt nauwkeurig omschreven wat wel door de EU gesubsidieerd kan worden en wat niet. Op die manier wil de Europese Unie sturing geven aan het type onderzoek. Van Velzen: "Overheidsfinanciering is uiterst belangrijk. In de Verenigde Staten stijgen deze uitgaven in 2001 met 9%. Kennis is macht en Europa kan en mag daarom niet achterblijven.
In het Zesde kaderprogramma wordt meer geld uitgetrokken voor de levenswetenschappen, onderzoek naar kanker, cardiovasculaire ziekten, ziekten zoals Alzheimer, Parkinson en Creutzfeldt-Jacob. Er gaat ook meer aandacht uit naar onderzoek op het gebied van energie, transport en landbouw. Er gaat minder geld naar de onderzoeksinfrastructuur. Van Velzen: "Dit Kaderprogramma is zeer interessant voor de in Nederland gevestigde universiteiten, onderzoeksinstellingen en bedrijven met R&D capaciteit zoals het midden en kleinbedrijf. Met de juiste projecten hebben zij veel kans op cofinanciering door de EU.

Na dit besluit moet ook de Raad van Ministers nog akkoord gaan. Omdat het medewetgeving is kan het Europees Parlement het onderzoeksprogramma uiteindelijk tegenhouden indien de Raad van Ministers het Parlement niet volgt. Van Velzen roept daarom de Raad op om het evenwichtige pakket zoals het Parlement heeft vastgesteld intact te laten. Van Velzen: "Als de Raad van Ministers teveel wil veranderen, is de kans groot dat in tweede en derde lezing het Parlement de hele zaak blokkeert. De Raad heeft dus een zware verantwoordelijkheid."