Den Haag, 15 november 2001
Trajectcontrole bij wegwerkzaamheden leidt tot drastische daling
snelheidsovertreders
In september 2001 werd op de A2 van Eindhoven naar Maastricht tussen
Leende en Maarheeze aan de weg gewerkt. In een pilot-project tijdens
deze werkzaamheden werd de snelheid van weggebruikers intensief
gecontroleerd via automatische trajectcontrole. Deze controlemethode
blijkt uitermate effectief. Uit de meetgegevens blijkt dat het
percentage overtreders drastisch is afgenomen.
Het pilot-project was een gezamenlijk initiatief van Rijkswaterstaat,
het Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie en het Korps
Landelijke Politiediensten. Voorafgaand aan de automatische
trajectcontrole is een nulmeting verricht waarbij de weggebruiker nog
niet op de hoogte was van de controle. Tijdens deze nulmeting zijn
geen bekeuringen uitgedeeld. Deze nulmeting is verricht om inzicht te
verkrijgen in het verkeersbeeld bij wegwerkzaamheden indien er niet
gecontroleerd wordt.. De maximum toegestane snelheid is 70 kilometer
per uur.
Resultaten van de nulmeting:
gemiddelde snelheid: 67 km/uur
percentage overtreders:
Overdag ± 10%,
Voor de ochtendspits en na de avondspits: 25 - 40%
hoogst gemeten snelheid: 111 km/uur
Na afloop van de nulmeting is de weggebruiker via de media
geïnformeerd over de controle Ook zijn voor het werkvak twee
mottoborden en een lichtkrant geplaatst waarop het
trajectcontrole-systeem werd aangekondigd. Vervolgens is het
controlesysteem in werking gesteld.
Resultaten van de proef:
Gemiddelde snelheid: 64 km/uur
percentage overtreders
Overdag:
Voor de ochtendspits en na avondspits: ± 5%
hoogst gemeten snelheid: 108 km/uur
Uit bovenstaande cijfers kan volgens Mr. J. Spee, hoofd van het Bureau
Verkeershandhaving Openbaar Ministerie geconcludeerd worden dat het
percentage overtreders drastisch is afgenomen. "We kunnen op basis van
deze pilot concluderen dat trajectcontrole bij wegwerkzaamheden een
goed middel is om de snelheid van het verkeer omlaag te brengen. Dat
komt de veiligheid van de wegwerkers ten goede. Bovendien blijkt er
ook nog een redelijk draagvlak onder weggebruikers voor deze vorm van
controle. Samen met de partners (Politie en Rijkswaterstaat) zullen we
automatische trajectcontrole in de toekomst vaker inzetten als
controle- en sanctiemiddel om de verkeersveiligheid te vergroten."
Uit een enquête, gehouden onder de weggebruikers, blijkt dat de
meerderheid het systeem van trajectcontrole bij wegwerkzaamheden een
goed initiatief vond. Als argument hiervoor werd door de weggebruiker
veelal de veiligheid voor de wegwerkers genoemd. Het feit dat men niet
bekeurd wordt indien men gedurende een kort moment te hard rijdt, maar
op basis van een gemiddelde snelheid op een bepaald traject, werd
veelvuldig als positief aspect genoemd.
De achterliggende reden voor de pilot bij wegwerkzaamheden was het
streven om met het terugdringen van het aantal snelheidovertreders het
werk voor de wegwerkers minder gevaarlijk te maken. In de afgelopen
vijf jaar eiste het 'werk in uitvoering' op de Nederlandse rijkswegen
jaarlijks gemiddeld 11 dodelijke slachtoffers en 250 gewonden. Het
meten van de afname van het risico voor wegwerkers is uitermate
lastig. Uit een enquête, gehouden onder de wegwerkers bleek echter dat
de wegwerkers zeer tevreden waren over het traject-controle-systeem.
Ze noemden het rustige verkeersbeeld als een pré. Met het instellen
van de traject-controle nam de snelheid van het verkeer voor hun
gevoel drastisch af. Een constatering die overigens wordt bevestigd
door de cijfers. Niet alleen de snelheidsvermindering maar ook het
homogene verkeersbeeld werd als opvallend ervaren. De
snelheidsverschillen tussen de voertuigen waren een stuk minder dan
ten tijde van de nulmeting.
Achtergrondinformatie Trajectcontrole
In het pilot-project op de A-2 werd gewerkt met automatische
trajectcontrole. Automatische trajectcontrole-apparatuur brengt het
overredingsgedrag van weggebruikers op het traject 24 uur per dag,
zeven dagen per week in kaart. Met deze intensieve continue
snelheidscontroles willen de partijen een bijdrage leveren aan het
vergroten van de veiligheid van de wegwerkers.
Het belangrijkste verschil met de bekende controles met de flitspaal
is de afstand waarover de snelheid wordt gemeten. Gaat het bij een
flitspaal om een meting van de snelheid op één punt, bij
trajectcontrole gaat het om de meting van de gemiddelde snelheid. Over
een bepaalde afstand zijn aan het begin en aan het eind boven of bij
de weg videocamera's opgesteld die van ieder passerend voertuig een
elektronische afbeelding maken. Met deze videobeelden berekent een
computer de gemiddelde snelheid van een passerend voertuig. Ligt deze
gemiddelde snelheid hoger dan de maximum toegestane snelheid, dan
krijgt de weggebruiker een bekeuring thuis gestuurd.