Toegevoegd: 14-11-01 Feest van herkenning
KERSTGROEPEN TE KUST EN TE KEUR IN LIMBURGS MUSEUM IN VENLO
Sef Derkx
Als Sinterklaas goed en wel vertrokken was, kwam hij van zolder. De
kerstgroep die in de jaren vijftig en zestig van begin december tot
Driekoningen in bijna ieder gezin in Zuid-Nederland de sfeer bepaalde.
De beelden waren het jaar tevoren opgeborgen in oude kranten en
houtwol en alleen al het uitpakken en op de plaats zetten was een
feest. De drie koningen met hun dienaar en kameel schoven elke dag een
stukje op richting stal. In de kerstnacht en niet eerder werd het
kindje Jezus in zijn kribbe er als stralend middelpunt bijgezet. Van
ieder beeldje was het verhaal bekend, maar toch werd het elk jaar
opnieuw verteld. Hoe Maria en Jozef in Bethlehem onderdak hadden
gevonden in een stal met als enig gezelschap een os en ezel die het
kind met hun adem warm hielden. Van de herdertjes die s nachts gewekt
waren door engelengezang en die met hun schapen en honden naar de stal
waren gekomen om de pasgeborene te bewonderen. De kerstgroep was een
driedimensionaal prentenboek waar verhalen omheen cirkelden die nooit
verveelden. Kerstgroepen te kust en te keur zijn van 25 november 2001
tot en met 6 januari 2002 te zien in het Limburgs Museum in Venlo.
Onder de titel Dan geet de hieëmel aope worden Zuid-Nederlandse
kerststallen geëxposeerd uit de collectie van pastoor John van Oss.
Gegarandeerd dat deze tentoonstelling een heerlijk feest van
herkenning is voor velen.
Pronkstukken
Wat betreft stijl en uitvoering zijn de kerstgroepen heel gevarieerd.
De stap van artistiek naar aandoenlijk is daarbij overigens maar
klein. Er zit bijvoorbeeld een sober reliëf in hout bij van de vorig
jaar overleden kunstenaar Gène Eggen. Maar daarnaast zijn er ook
welfare kerstgroepen, staaltjes van pure huisvlijt waar het plezier
van het maken belangrijker is dan de kunstzinnige pretentie. In het
tussengebied bevindt zich de volkskunst van onder meer de Tegelse
keramist Jacques Bongaerts (1920-1997). Op de hoogste sport van de
artistieke ladder staat de kerstgroep uit het atelier P. van Bragt in
Roermond. De detaillering is minutieus, de pose heel natuurlijk en elk
beeldje heeft een levensechte uitstraling. Ware pronkstukken dus. In
de expositie weerspiegelen zich enorme verschillen in smaak. Maar hoe
uiteenlopend ook, er is toch iets wat steeds terugkeert en dat is het
ontwapenende karakter. De geboorte van een kind roept bij iedereen een
heel speciaal, blij gevoel op.
Sneeuwbal
De groepen zijn afkomstig uit de verzameling van pater John van Oss.
In 1970 wilde hij als godsdienstleraar zijn leerlingen laten zien dat
de kerstboodschap mensen wereldwijd aanspreekt. Het eerste jaar had
hij vijf kerststallen. Het jaar daarop waren het er al dertien. Zijn
collega-paters hoorden ervan en namen groepen mee van hun posten in
missielanden. De sneeuwbal ging aan het rollen en inmiddels heeft de
verzamelaar, die als pastoor werkzaam is in het Zuid-Limburgse
Beek-Genhout, er honderden. Kerststallen in heel veel verschillende
materialen. Geboetseerd uit klei of papier-maché, gegoten in
kunsthars, brons en gips of gesneden uit hout. Groepen uitgevoerd in
brooddeeg of geblazen in glas. Geborduurd als wandkleed of van
porselein. Oude groepen en nieuwe. Van heel klein tot heel groot, in
de vorm van een kandelaar, wijwaterbakje of speeldoos die Stille
Nacht, heilige Nacht speelt. Onlangs besloot hij zijn verzameling in
langdurige bruikleen over te dragen aan het Limburgs Museum in Venlo.
Acteurs
De kerstgroep is een traditie die teruggrijpt op de dertiende eeuw.
Volgens de overlevering bouwde Franciscus van Assisië in de kerk een
stal en zette daarin een levende os en ezel, acteurs verkleed als
herder en engel en natuurlijk een pasgeboren baby. Maria en Jozef
ontbraken, die zijn van latere datum. Een ware rage werden deze
levende groepen in de zestiende eeuw. De acteurs werden ingehuurd door
kerken, kloosters en rijke particulieren. Wellicht door gebrek aan
goede toneelspelers werden in Zuid-Frankrijk voor het eerst beelden
gebruikt. Daarmee was de kerststal geboren, zoals wij die kennen. In
Nederland is de traditie overigens nog niet zo oud. Rond het midden
van de negentiende eeuw worden de eerste in kerken opgesteld.
Blijkbaar waren ze erg populair, want gelovigen haalden kerstgroepen
in de eigen huiskamer. Vaak waren die afkomstig uit ateliers in Venlo,
Tegelen en Roermond. In ieder katholiek gezin werd het kerststalletje
van zolder gehaald, zodra Sint-Nicolaas met de stoomboot richting
Spanje was vertrokken.
Renaissance
Dat bleef zo tot de jaren zestig. De kerken liepen leeg en ook binnen
de huisgezinnen waren gebruiken en rituelen die in relatie stonden tot
het geloof aan erosie onderhevig. Natuurlijk niet in ieder huisgezin,
maar toch wel in veel. Wat betreft de kerststal duurde dat overigens
niet lang. Vanaf het midden van de jaren zeventig realiseerden
blijkbaar steeds meer mensen zich dat kerstmis een stuk kaler was
geworden. Dat verklaart misschien de renaissance van de kerststal
sinds die tijd. Kerstgroepen zijn zeer populair en opvallend daarbij
is de belangstelling voor groepen van buiten Europa. De wereld van de
kerstfiguren is een echte multiculturele wereld, waarin harmonie en
vrede hand in hand gaan.