RAAD V D TRANSPORTVEILIGHEID
Onderzoek naar tien scheepvaartongevallen Marker-IJsselmeer
PERSBERICHT
Onderzoek naar tien scheepvaartongevallen op Marker- en IJsselmeer
RAAD VOOR DE TRANSPORTVEILIGHEID WIL BETERE WEERBERICHTEN VOOR HET
MARKER- EN IJSSELMEER EN STRENGERE VEILIGHEIDSEISEN AAN
BINNENSCHEPEN
Betere weerberichten voor het Marker- en IJsselmeer en strengere
regels voor de waterdichtheid van de bovenbouw van binnenschepen. Dat
zijn twee van de aanbevelingen die de Raad voor de
Transportveiligheid, onder voorzitterschap van mr. Pieter van
Vollenhoven, richt tot de minister van Verkeer en Waterstaat. De Raad
onderzocht tien ongevallen met binnenschepen die binnen zes maanden
plaatsvonden op het Marker- en IJsselmeer, in de periode van november
1999 tot mei 2000.
In alle gevallen ging het om schepen die in moeilijkheden kwamen door
een combinatie van hoge golven, zware regen, harde wind en niet
voldoende waterdichte afsluiting. Zes van de tien zonken geheel of
gedeeltelijk, vier raakten in problemen, maar konden worden geholpen.
De Raad stelt voorts vast dat een aantal malen een groot risico
aanwezig was voor ernstige vervuiling van het milieu.
De Raad voor de Transportveiligheid beveelt de minister van Verkeer en
Waterstaat aan de nu geldende zonering van de Nederlandse
binnenwateren nader te onderzoeken. Die indeling bepaalt aan welke
eisen een schip moet voldoen om in een bepaald gebied te mogen varen.
Het Marker- en IJsselmeer vallen in zone 2 (grote of ruime
binnenwateren). De Raad vraagt zich af of aan het varen met
binnenschepen op dit water wellicht strengere eisen moeten worden
gesteld. Zo wordt geconcludeerd dat de nu geldende regels voor de
veiligheidsafstand (de mate waarin een schip boven het water
uitsteekt, zodat er geen golven naar binnen kunnen slaan) onvoldoende
zijn voor de maritieme omstandigheden van deze wateren. Verder wijst
de Raad op het belang van waterdichte afsluiting van de bovenbouw van
de schepen.
De Raad stelt dat de minister en in het bijzonder de Inspectie Verkeer
en Waterstaat, Divisie Scheepvaart, verdergaande veiligheidseisen zou
moeten stellen aan de constructie en het onderhoud van schepen die in
dergelijke wateren varen. Ten slotte wil de Raad dat de organisaties
van de binnenvaart (Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart,
Kantoor Binnenvaart en Koninklijke Schuttevaer), in samenwerking met
de minister van Verkeer en Waterstaat, een risico-inventarisatie
ontwikkelen voor het varen op ruim binnenwater.
EINDE PERSBERICHT