ECA/01/33
Luxemburg, 13 november 2001
---
Jaarverslag over 2000 - Europese Rekenkamer
---
Vandaag publiceert de Europese Rekenkamer haar jaarverslag over het
begrotingsjaar 2000, het 24ste jaarverslag over de algemene begroting
van de Europese Unie en het Europees Ontwikkelingsfonds. De Rekenkamer
heeft in haar betrouwbaarheidsverklaring geconcludeerd dat de
rekeningen van de Europese Gemeenschappen betrouwbaar zijn, afgezien
van enkele aspecten, zoals de vaste activa, betalingsverplichtingen en
het economisch resultaat. De Rekenkamer kan zekerheid geven over de
wettigheid en regelmatigheid van onderliggende verrichtingen met
betrekking tot de communautaire ontvangsten en betalingsverplichtingen
en de huishoudelijke uitgaven van de communautaire instellingen. Uit
de controle door de Rekenkamer van de beleidsuitgaven is echter een
onaanvaardbaar hoog aantal fouten gebleken dat van invloed was op het
bedrag van de betalingen of op de realiteit of de subsidiabiliteit van
de onderliggende verrichtingen. Ook bleken er tekortkomingen in het
functioneren van controleprocedures in de belangrijkste systemen voor
de uitgaven in het kader van het landbouwgarantiefonds en de
structurele maatregelen. De Rekenkamer stelt in het algemeen dat de
Commissie de doelstellingen van communautaire programma's beter dient
te definiëren, en vervolgens tot een doeltreffende evaluatie van de
behaalde resultaten dient te komen om een deugdelijk, doelmatig
gebruik van de communautaire middelen te waarborgen. Bovendien heeft
de Rekenkamer gedurende het jaar 18 speciale verslagen over de meest
uiteenlopende activiteiten van de Unie uitgebracht, waarvan de
voornaamste bevindingen in dit jaarverslag beknopt worden weergegeven.
De Rekenkamer wijst op het recordoverschot in 2000, waarbij de
ontvangsten de uitgaven met 11,6 miljard euro overtroffen,
hoofdzakelijk vanwege de onderbenutting van kredieten voor structurele
maatregelen. Zij verwijt de Commissie, geen maatregelen te hebben
getroffen tot wijziging van de begroting toen deze situatie duidelijk
werd.
De Rekenkamer is zeer te spreken over de grote inspanningen die de
Commissie levert om in partnerschap met de lidstaten het geïntegreerd
beheers- en controlesysteem (GBCS) op te zetten voor de uitgaven van
het landbouwgarantiefonds, die bijna de helft van de begroting
uitmaken. De tot dusverre getroffen maatregelen vormen een goede basis
voor de verbetering van het financieel beheer, maar de praktische
uitvoering ervan vertoont nog tekortkomingen, met name in de controles
ter plaatse bij begunstigden, één van de kernelementen van het
systeem. De Commissie is in het algemeen goed opgetreden tegen de
BSE-crisis, maar de lidstaten hebben niet altijd het nodige gedaan,
terwijl de Commissie niet over de nodige sancties beschikte om
corrigerende maatregelen op te leggen. De melkquotaregeling, die in
1984 werd ingevoerd, is niet zodanig afgesteld dat de melkproductie
wordt aangepast aan de ongesubsidieerde interne consumptie en de
export. De Commissie dient de huidige regeling stop te zetten, maar de
melkproducenten tegelijkertijd een redelijke levensstandaard te
garanderen.
De Rekenkamer benadrukt dat de sterke onderbenutting van kredieten
voor structurele maatregelen gedurende 2000 het gevolg is van een
vertraagde start van de tenuitvoerlegging van de programmeringsperiode
2000-2006. De invoering van het nieuw regelgevend controlekader
(Verordening 2064/97) voor structurele maatregelen moet in de praktijk
leiden tot vermindering van het bedrag aan niet-subsidiabele of
incorrecte uitgaven die door de EU worden gecofinancierd, maar uit de
evaluatie door de Rekenkamer van de uitvoering van deze verordening
blijkt wel dat de Commissie en de lidstaten nog de nodige vorderingen
moeten maken.
De Rekenkamer brengt verslag uit over het vijfde kaderprogramma voor
onderzoek, één van de belangrijkste rechtstreeks beheerde vormen van
intern beleid van de Commissie. Het probleem is nog steeds dat de
opzet van het programma slechts beperkte waarborgen biedt dat de
desbetreffende contracten naar behoren worden beheerd en
gecontroleerd.
Ten aanzien van het begrotingsterrein externe maatregelen rapporteert
de Rekenkamer dat de TACIS-contracten voor technische bijstand aan
Oost-Europese en Aziatische landen in het algemeen wettig en
regelmatig zijn, maar dat de controlesystemen van de Commissie moeten
worden versterkt. Het TACIS-programma voor grensoverschrijdende
samenwerking zou een bruikbaar instrument kunnen zijn bij vraagstukken
met betrekking tot de oostgrens van het grondgebied van de Europese
Unie. Het Bureau voor humanitaire hulp (ECHO) kon in de Kosovo-crisis
niet voorzien in de behoeften van de slachtoffers van die crisis; het
Bureau dat vervolgens werd belast met de wederopbouw van Kosovo ging
echter doeltreffend en doelmatig te werk.
De Commissie heeft veel van de aanbevelingen die in het speciaal
verslag van de Rekenkamer uit 1998 inzake nucleaire veiligheid worden
gedaan, niet opgevolgd. De Commissie heeft voor deze taak niet de
nodige personele middelen ingezet, en is nog steeds niet in staat tot
een doeltreffend beheer van deze belangrijke projecten.
Voor het eerst wijdt de Rekenkamer een afzonderlijk hoofdstuk van haar
jaarverslag aan pretoetredingssteun. De Rekenkamer meldt dat, terwijl
de Commissie is gevorderd met de goedkeuring van projecten en
programma's voor ISPA- en SAPARD-steun, de uitvoering van de
programma's drie jaar na goedkeuring amper van start is gegaan vanwege
de late goedkeuring van het juridisch kader en vertragingen bij het
opzetten van de administratieve structuren.
De Rekenkamer bericht dat het functioneren van het nieuwe Europese
Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) wordt belemmerd door beperkingen
bij de werving van personeel en het beheer, en door ondeugdelijke
databases. Bij haar controlewerkzaamheden blijft de Rekenkamer nauw
samenwerken met OLAF en diens Comité van toezicht.
De Rekenkamer meldt dat zij de rekeningen van het Europees Ontwikkelingsfonds opnieuw betrouwbaar heeft bevonden en komt binnen het beperkte kader van haar werkzaamheden tot de conclusie dat de onderliggende verrichtingen van deze rekeningen wettig en regelmatig zijn. De follow-up-werkzaamheden van de Rekenkamer met betrekking tot het ACS-secretariaat wezen uit dat de Commissie geen toereikende controleprocedures heeft ingevoerd ter waarborging van de doelmatigheid en een goed beheer van de bijdrage van het Secretariaat, met name ter dekking van de risico's waarop eerdere beschuldigingen van onregelmatigheden en bewijzen van wanbeheer wezen.
Evenals in voorgaande jaren benadrukt de Rekenkamer dat op alle begrotingsterreinen een vereenvoudiging van voorschriften en regelingen, en een harmonisatie van systemen en procedures in alle lidstaten bevorderlijk zouden zijn voor een beter beheer van de begroting van de Unie, de administratieve kosten zouden terugbrengen en de last van steunontvangers zouden verlichten. Eén van de kernpunten van de hervorming betreft het Financieel Reglement, dat de Commissie momenteel grondig aan het herzien is. Met het advies van de Rekenkamer inzake het oorspronkelijke voorstel van de Commissie is gedeeltelijk rekening gehouden, maar op een aantal belangrijke principiële punten is nog geen oplossing gevonden.
In haar controleverslagen doet de Rekenkamer gedetailleerde aanbevelingen ter verbetering van het financieel beheer van de begroting van de Europese Unie. Uit de follow-up-werkzaamheden van de Rekenkamer blijkt dat de Commissie in de meeste gevallen maatregelen heeft getroffen om de aanbevelingen van zowel de Rekenkamer als de kwijtingsautoriteit op te volgen, maar er zijn nog problemen die om een follow-up door de Commissie en de nationale autoriteiten vragen.