RAADSNOTULEN
Notulen vergadering gemeenteraad Enkhuizen
Enkhuizen, 13 november 2001.
Zakelijk verslag van het verhandelde in de openbare vergadering van de
raad der gemeente Enkhuizen, gehouden op dinsdag 13 november 2001 te
20.00 uur, in het stadhuis, Breedstraat 53, 1601 KA Enkhuizen.
Voorzitter: de heer drs. S.P.M. de Vreeze, burgemeester. Secretaris: de heer J.J.J. van Huffelen, gemeentesecretaris.
Aanwezig 15 leden, namelijk:
de heren
H.F.P. Bode (pvda, wethouder),
C.H. Boland (d66),
N.P. Dol (vl/gl, wethouder),
J. Domburg (pvda),
H. van Doornik (cda, wethouder),
Th. de Geus (rpf/sgp),
W. Hæntjens (vvd),
J. Hart (eb),
J.W. Hekkert (vvd),
F.C. Jans (eb).
D. van Pijkeren (rpf/sgp),
W. Rieuwerts (vl/gl).
drs. J.S. Tesselaar (eb),
K.P. van der Veen (pvda) en
D. Wiersma (cda).
Met kennisgeving afwezig
2 leden, te weten mevrouw
E.F. Dangermond-Hilderink (vvd) en
de heer J. Lok (vl/gl).
Agenda
Voorstel
1 Opening.
2 Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen.
3 Verslag van de vergadering gehouden op 2 oktober 2001.
4 Ingekomen stukken en mededelingen. 133
5 Verordening sociaal-culturele participatie gemeente Enkhuizen 2001.
069
6 Verordening stimuleringsleningen stedelijke vernieuwing Enkhuizen
2001. 103
7 Verkeersmaatregelen project `Gependam'. 108
8 Aanpassing verkeersmaatregelen Kadijken. 109
9 Voorbereidingsbesluit Zilverstraat. 113
10 Bodemsanering locatie `Zilverstraat'. 114
11 Nationale Hypotheek Garantie voor kwaliteitsverbetering. 116
12 Aangaan van een ongelimiteerde achtervangovereenkomst met de
Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw 117
13 Verkoop grond aan de Fruittuinen aan de Stichting Woondiensten
Enkhuizen. 120
13a Referendumverzoek grondverkoop Fruittuinen. 120a
14 Vervangen brug bastion `Zeelandia' - volkstuinen. 121
15 Subsidie 2001 Stichting `De Nieuwe Doelen'. 122
16 Rondvraag.
17 Sluiting.
1. Opening.
De voorzitter
opent de vergadering en heet eenieder van harte welkom. Vervolgens
deelt hij mee dat van mevrouw Dangermond en de heer Lok bericht van
verhindering is ontvangen.
Voor de goede orde zij vermeld dat de raadsagenda een wijziging bevat.
Aan agendapunt 13 is het `Referendumverzoek grondverkoop Fruittuinen'
als punt 13a toegevoegd. Procedureel is het verstandig deze punten
gecombineerd te behandelen, en wel om de volgende reden. Het
referendumverzoek van de heer Buis is al een paar keer aan de orde
geweest, waarbij steeds de vraag is gerezen hoe dat het beste kan
worden behandeld. Het college heeft zich vanmorgen nog eens in de
Referendumverordening Enkhuizen 1998 verdiept en is tot de volgende
conclusie gekomen. Voorstel nummer 120, Verkoop grond aan de
Fruittuinen aan de Stichting Woondiensten Enkhuizen, agendapunt 13,
moet worden behandeld tòt het moment waarop stemming aan de orde is.
De fracties wordt gevraagd wèl een stemverklaring af te leggen, opdat
de intentie van de raad helder is. Daarna wordt agendapunt 13a,
voorstel nummer 120a, behandeld. De discussie daarover moet uitwijzen
of een referendum zal worden gehouden, vóórdat voorstel nummer 120
wordt afgehandeld. Zo ja, dan dient het besluit over dat voorstel,
agendapunt 13, te worden aangehouden, totdat het referendum heeft
plaatsgevonden. De uitslag daarvan zal worden betrokken bij het
definitieve besluit over het voorstel de aan de Fruittuinen gelegen
grond te verkopen.
Samenvattend: in de gecombineerde behandeling van de agendapunten 13
en 13a zijn twee vragen aan de orde. Hoe denken de raadsleden over
a. voorstel nummer 120, inhoudende grond aan de Fruittuinen te
verkopen en
b. voorstel nummer 120a, met als strekking het houden van een
referendum over de voorgestelde grondverkoop aan de swd?
Tot slot. Voorstel nummer 120a en het daarbij behorende
ontwerpbesluit, agendapunt 13a, zijn geschreven in de geest van de
bedoeling van de raad, maar het college van burgemeester en wethouders
heeft daaraan geen advies toegevoegd. Hieruit vloeit voort dat de
wethouders zich in de discussie als `gewone' raadsleden kunnen
opstellen.
De heer Boland
(d66) heeft ontzettend veel moeite met deze wijze van behandeling. De
stukken die op het aan de agenda toegevoegde punt betrekking hebben,
zijn pas rond 13.00 uur bezorgd. Bovendien is het vandaag een gewone
werkdag, zodat spreker nauwelijks de gelegenheid heeft gehad alles te
lezen. Feitelijk moet hij nu zonder enige voorbereiding een oordeel
over het toegevoegde agendapunt uitspreken. Vandaar dat hij voorstelt
punt 13a van de raadsagenda af te voeren.
De voorzitter
toont begrip voor dit standpunt. Aan de andere kant kan niet worden
ontkend dat zowel de grondverkoop als het referendumverzoek meerdere
malen aan de orde is geweest.
De heer Hart
(eb) steunt het voorstel van de heer Boland. Deze zaak heeft geen
haast, want in de zojuist uitgereikte brief van de heer Buis staat
duidelijk `kennisgeving burgerinitiatief'. Met andere woorden: de heer
Buis heeft nog geen verzóék tot het houden van een referendum
ingediend.
De voorzitter
repliceert dat het college de inhoud van de brieven van de heer Buis
heeft opgevat als een formeel verzoek een referendum te houden.
De heer Hekkert
(vvd) laat weten dat zijn fractie geen moeite heeft met honorering van
het voorstel van de heer Boland. Dit onderwerp kan zonder bezwaar een
maand later worden behandeld.
De heer Wiersma
(cda) lijkt het mogelijk nu voorstel nummer 120, de grondverkoop, te
behandelen zònder een definitief besluit te nemen; de raad spreekt als
het ware een voorlopig `ja' of `nee' uit. De volgende maand kan het
referendumverzoek van de heer Buis worden besproken.
Wethouder Bode
(pvda) ontvouwt de volgende zienswijze. Alle sprekers hebben min of
meer aangedrongen op uitstel van behandeling van de referendumkwestie.
Dat laat onverlet de mogelijkheid nu wel de grondverkoop te bespreken,
zoals de heer Wiersma terecht heeft gezegd. Wel moet met het oog op
het áángekondigde referendumverzoek worden vastgesteld dat over de
grondverkoop slechts een voorlopig besluit kan worden genomen. Als dat
voorlopige besluit tot een formeel referendumverzoek leidt, beoordeelt
de raad allereerst of dat verzoek moet worden gehonoreerd. Zo nee, dan
wordt het voorlopige besluit, inhoudende de grond te verkopen,
automatisch definitief. Wordt wel een referendum gehouden, dan zal de
raad zich, mede gelet op de referendumuitslag, opnieuw over de
grondverkoop moeten uitspreken.
De voorzitter
meent dat de heer Bode de juiste procedure heeft geschetst.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
2. Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen.
De voorzitter
trekt penning nummer 4 uit het mandje, waarna de secretaris meedeelt
dat volgens de presentielijst eventuele hoofdelijke stemmingen zullen
aanvangen bij de heer Van Pijkeren.
3. Verslag van de vergadering gehouden op 2 oktober 2001.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden deze
notulen conform het aangeboden ontwerp vastgesteld.
4. Ingekomen stukken en mededelingen.
(Voorstel nummer 133, 2001.)
1. Eindverslag inspraak bouwplan voormalig constructiebedrijf De Bruin
aan de Zilverstraat.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit verslag voor kennisgeving
aan te nemen.
De heer Wiersma
(cda) informeert naar het moment waarop zal worden gesproken over de
definitieve uitvoering van het betreffende bouwplan. Hij maakt zich
zorgen over de verkeersafwikkeling ter plaatse en wil daarom over
mogelijke oplossingen discussiëren, voordat met de uitvoering van het
bouwplan wordt begonnen.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) stelt voor dit ingekomen stuk bij agendapunt 9 te behandelen.
De voorzitter
: Akkoord.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
2. Conceptherindelingsontwerp West-Friesland van gedeputeerde staten
van Noord-Holland aan de statencommissie rob.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt,
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten
dit concept voor kennisgeving aan te nemen en het definitieve
herindelingsontwerp van gedeputeerde staten van Noord-Holland af te
wachten.
3. Brief, de dato 29 oktober 2001, van burgemeester en wethouders aan
gedeputeerde Meijdam inzake hun standpunt met betrekking tot de
suggestie van de gedeputeerde om via een representatieve steekproef
onder de inwoners van de vier vesd-gemeenten na te gaan hoe zij
aankijken tegen de bestuurlijke organisatie van deze gemeenten,
namelijk Venhuizen, Enkhuizen, Stede Broec en Drechterland.
Burgemeester en wethouders stellen voor met hun standpunt, zoals in
genoemde brief verwoord, in te stemmen.
De voorzitter
vraagt door middel van handopsteken kenbaar te maken of het voorstel
van burgemeester en wethouders al dan niet wordt aanvaard.
De heer Hart
(eb) vermeldt dat de fractie van Enkhuizer Belang op het standpunt
staat dat de gemeente Enkhuizen versterkt zelfstandig moet blijven en
dus níét voor het collegevoorstel is.
Hierna wordt het voorstel van burgemeester en wethouders bij
handopsteken in stemming gebracht en met 12 tegen 3 stemmen aanvaard.
4. Brief, de dato 14 september 2001, van het Sociaal Beraad te
Enkhuizen met betrekking tot Mensen Zonder Werk.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk voor
kennisgeving aan te nemen.
De heer Boland
(d66) merkt op dat het collegevoorstel wat merkwaardig is, want het
ambtelijk apparaat heeft reeds een antwoordbrief verstuurd waarin
wordt meegedeeld dat dit ingekomen stuk in een raadscommissie zal
worden behandeld.
De voorzitter
: Ai, een foutje.
Wethouder Van Doornik
(cda) zegt toe dat brief nummer 4 voor de raadscommissie wev zal
worden geagendeerd.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
5. Brief, de dato 12 oktober 2001, van 3vo te Huizen met betrekking
tot aandacht voor de verkeersveiligheid in de verkiezingsprogramma's
2002.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt,
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, dit
ingekomen stuk voor kennisgeving aangenomen.
6. Brief, de dato 15 oktober 2001, van de heer C. Edelenbosch te
Enkhuizen met betrekking tot het gebruik van geweld tegen Afghanistan.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te
behandelen in de raadscommissie voor welzijn, economische zaken en
verkeer.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) conformeert zich aan het collegevoorstel, met de aantekening
dat de fractie van Verenigd Links/groenlinks de zorg van de heer
Edelenbosch onderschrijft.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
7. Brief, de dato 15 oktober 2001, van De Gouden Cirkel te Lelystad
met betrekking tot de afwijzing van zijn verzoek om subsidie.
Burgemeester en wethouders delen mee dat zij dit ingekomen stuk als een bezwaarschrift aanmerken en derhalve zal behandeling in de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften plaatsvinden.
De heer Wiersma
(cda) wil weten wat ná de behandeling door de commissie zal gebeuren.
De secretaris
verklaart dat de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften een
advies zal uitbrengen aan het orgaan dat heeft beschikt, in casu het
college van burgemeester en wethouders, maar dat is in dit geval
slechts de uitvoerder van het raadsbeleid. Het is dan ook logisch het
commissieadvies, inclusief het besluit daarop van het college, via de
lijst ingekomen stukken aan de raad voor te leggen.
De heer Wiersma
(cda): Tevreden.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
8. Brief, de dato 22 oktober 2001, van de heer J. Buis te Enkhuizen
met betrekking tot het inschakelen van de Stichting Camelot bij de
verhuur van leegkomende woningen aan de Fruittuinen.
Burgemeester en wethouders verwijzen naar hun ter inzage liggend
ontwerpantwoord.
De heer Tesselaar
(eb) is stomverbaasd te lezen dat het college kennelijk in de toekomst
kan kijken, want het schrijft op 13 november aan de heer Buis:
`Wij hebben uw brief van 22 oktober dan ook voor kennisgeving
aangenomen en zullen dit ook doen met eventuele toekomstige
gelijksoortige brieven over dit onderwerp.'
Los hiervan meent de fractie van Enkhuizer Belang dat àlle aan de
gemeenteraad gerichte brieven zonder meer aan de raad dienen te worden
voorgelegd. De raad zal wel bepalen of brieven al dan niet
gelijksoortig zijn en welk antwoord daarop moet worden gegeven.
Wethouder Bode
(pvda) legt uit dat het de bedoeling is ten aanzien van brieven met
dezelfde strekking steeds voor te stellen die van hetzelfde, nog te
redigeren standaardantwoord te voorzien; dat zou een praktische
werkwijze zijn.
De heer Tesselaar
(eb) persisteert bij zijn standpunt dat een aan de gemeenteraad
gericht schrijven te allen tijde door de raad moet worden behandeld.
Wethouder Bode
(pvda) reageert met de mededeling dat het college nu aan de raad
vraagt of voortaan op brieven met een gelijksoortige inhoud een
standaardantwoord kan worden gegeven. Vanzelfsprekend heeft de raad
het recht te bepalen dat ook over dat soort brieven elke keer opnieuw
moet worden gesproken.
De heer Boland
(d66) huldigt de opvatting dat èlke brief moet worden beantwoord.
Uiteraard zal het moeilijk zijn op dezelfde vraag elke keer een nieuw,
creatief antwoord te geven; spreker laat dat dan ook graag aan het
college over! Hoe dan ook, nu is de suggestie gewekt dat eventuele
volgende brieven niet zullen worden beantwoord en dat moet worden
afgekeurd.
Onder ingekomen stuk nummer 8 schrijven het college van burgemeester
en wethouders:
`Wij verwijzen u naar ons ter inzage liggend ontwerp-antwoord.'
Het college zegt echter niet wat met de brief van de heer Buis moet
worden gedaan. Dat stuk moet òf voor kennisgeving worden aangenomen òf
naar een raadscommissie worden verwezen. Het laatste verdient de
voorkeur.
De heer Hæntjens
(vvd) beschouwt één en ander als een vingeroefening voor het komende
dualistische bestuurssysteem. Dan zal de raad immers bepalen hoe deze
gerichte brieven dienen te worden beantwoord.
Wethouder Bode
(pvda) benadrukt dat in de geest van het d66-standpunt wordt
gehandeld. Ook het college meent dat op elk schrijven moet worden
geantwoord. Het enige dat nu wordt voorgesteld, is brieven met een
zelfde inhoud van dezelfde standaardreactie te voorzien.
Zonder hoofdelijke stemming conformeert de raad zich vervolgens aan
het ter inzage gelegde ontwerpantwoord.
9. Brief, de dato 29 september 2001, van het Samenwerkingsorgaan
Ouderen Enkhuizen met betrekking tot een verzoek om ondersteuning van
zijn brief aan gedeputeerde staten van Noord-Holland inzake de
zonering van de ov-taxi.
10. Brief, de dato 26 september 2001, van de medezeggenschapsraad van
obs `De Tweemaster' te Enkhuizen met betrekking tot de renovatie van
de Westerstraat.
11. Brief, de dato 25 oktober 2001, van rov Noord-Holland te Haarlem
met betrekking tot de rapportage `Quickscan verkeersveiligheid 2001'.
12. Brief, de dato 30 oktober 2001, van de Stichting `Steun voor
Gekorte Boeren' te Hazerswoude met betrekking tot financiële en morele
steun aan boeren die te maken hebben (gehad) met strafkortingen in
verband met de mkz-epidemie.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt, conform het
voorstel van burgemeester en wethouders, besloten dit ingekomen stuk
te behandelen in de raadscommissie voor welzijn, economische zaken en
verkeer.
13. Brief, de dato 31 oktober 2001, van W. Visser te Enkhuizen met
betrekking tot parkeervergunningen, ook voor inwoners buiten de
vesting.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te
behandelen in de raadscommissie voor welzijn, economische zaken en
verkeer.
De heer Boland
(d66) verzoekt dit schrijven te clusteren met andere stukken die op
het parkeren betrekking hebben en op commissieniveau worden besproken.
De voorzitter
: Ja, de heer Van Doornik zal daarop letten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
14. Brief, de dato 16 oktober 2001, van de directies van het
basisonderwijs in Enkhuizen met betrekking tot het
onderwijsachterstandenbeleid.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te
behandelen in de raadscommissie voor havens, openbare werken en
sociale voorzieningen.
De heer Boland
(d66) viel op dat in de brief werd gesteld dat haast zou zijn geboden.
Het stuk is 16 oktober gedateerd, vandaag is het 13 november en
volgende week zal de commissie zich met deze zaak bezighouden. Komt
dit tempo tegemoet aan de vereiste spoed?
Wethouder Dol
(vl/gl) kan de heer Boland geruststellen. Helaas hebben de
briefschrijvers nagelaten zich rechtstreeks tot de portefeuillehouder
te wenden. Op het moment dat spreker dit stuk onder ogen kreeg, nam
hij telefonisch contact op met de voorzitster van het directieoverleg
en regelde dat op zeer korte termijn een gesprek zou plaatsvinden.
Inmiddels heeft de afdeling de begroting ontvangen en zal met de
beoordeling daarvan en het verstrekken van de opdracht haast worden
gemaakt.
De heer Wiersma
(cda) verheugt zich over deze mededeling. Al eerder heeft hij erop
gehamerd dat kleine zaken snel dienen te worden uitgevoerd. Hij heeft
met de briefschrijvers en de betreffende school gesproken en daaruit
is hem gebleken dat het slechts om een kleine aanpassing gaat. Het
bedrag ad f 350.000,-- is binnen, zodat voor de deadline van 1
januari moet worden begonnen. Dat behoeft niet te wachten totdat de
commissievergadering heeft plaatsgevonden.
Wethouder Dol
(vl/gl) hoopt dat de rest van de raad de laatste woorden van de heer
Wiersma ondersteunt, want deze aangelegenheid zal zeer waarschijnlijk
niet volgende week dinsdag in de raadscommissie hos aan de orde kunnen
komen, maar pas de volgende maand en dan gaat wel erg veel tijd
verloren.
De voorzitter
constateert dat meerdere raadsleden instemmend knikken, zodat conform
de suggestie van de heer Wiersma aldus zal worden gehandeld.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
15. Brief, de dato 4 november 2001, van J. Lakenman met betrekking tot
een aansprakelijkheidstelling in verband met het niet kappen van bomen
aan het Wethouder Visserpad, waardoor een gevaarlijke situatie dreigt
te ontstaan.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt,
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten
dit ingekomen stuk te behandelen in de raadscommissie voor havens,
openbare werken en sociale voorzieningen.
16. Brief, de dato 23 oktober 2001, van gedeputeerde staten van
Noord-Holland te Haarlem met betrekking tot het verlenen van een
ontheffing van de kasgeldlimiet.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te
behandelen in de raadscommissie voor ruimtelijke ordening en
financiën.
De heer Hart
(eb) zal graag zien dat ook de door het college aan gs gestuurde
brief, waarin kennelijk met redenen omkleed om ontheffing van de
kasgeldlimiet wordt gevraagd, voor de commissie ter inzage wordt
gelegd.
De voorzitter
hoort van wethouder Bode dat aan dit verzoek gevolg zal worden
gegeven.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane
toezegging, vervolgens conform het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
17. Brief, de dato 26 oktober 2001, van arag Rechtsbijstand te Leusden
met betrekking tot een namens M.J. Mazereeuw ingediend verzoek om
herziening van het bestemmingsplan `Landelijk gebied'.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt,
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten
dit ingekomen stuk te behandelen in de raadscommissie voor ruimtelijke
ordening en financiën.
18. Brief, de dato 31 oktober 2001, van srk-Rechtsbijstand te
Zoetermeer met betrekking tot een aansprakelijkheidsstelling namens
zijn cliënt B.P.J. van der Meer te Enkhuizen.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te
behandelen in de raadscommissie voor ruimtelijke ordening en
financiën.
De heer Wiersma
(cda) dringt erop aan te trachten deze kwestie minnelijk te schikken.
Blijkbaar is bij de bouw van een woning iets misgelopen waarvoor
meerdere partijen, wellicht ook de gemeente, aansprakelijk kunnen
worden gesteld. Eigenlijk gaat het om een klein probleem waarmee
niemand iets kan winnen wanneer dat voor de rechter wordt
uitgevochten. Vandaar zijn dringende beroep te proberen escalatie te
voorkomen en een voor alle betrokkenen aanvaardbare oplossing te
vinden.
Wethouder Bode
(pvda) geeft de heer Wiersma in overweging zijn oproep in de
commissievergadering te herhalen, want dan heeft iedereen zich op één
en ander kunnen voorbereiden.
De heer Wiersma
(cda) stipt aan dat deze zaak al een poosje loopt en dus mag worden
verondersteld dat het college het probleem kent. Hij kan zich dan ook
voorstellen dat, vooruitlopend op de commissievergadering, alvast aan
een oplossing wordt gewerkt.
De voorzitter
komt tot het volgende voorstel. De gemeentesecretaris en de ambtenaar
die dit ingekomen stuk op diens bureau heeft liggen, zullen bekijken
of deze zaak door middel van een redelijke schikking kan worden
bespoedigd. Ook wethouder Van Doornik zal expliciet aandacht aan deze
kwestie besteden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane
toezegging, vervolgens conform het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
5. Verordening sociaal-culturele participatie gemeente Enkhuizen 2001.
(Voorstel nummer 069, 2001.)
De heer Wiersma
(cda) memoreert dat in de commissie van wethouder Dol is gesteld dat
het thans voorgestelde bedrag van f 250,-- - laat staan het
eerdere bedrag van f 100,-- - echt het minimum is, althans gezien
de lijst van zaken die daarvan moet worden bekostigd. Vandaar dat de
fractie van het cda de suggestie heeft gedaan aan een bijdrage in de
orde van grootte van f 500,-- te denken. Aan die suggestie is wat
door gemeenteambtenaren gerekend, maar van het resultaat daarvan is de
fractie niet onder de indruk geraakt, integendeel. Mede gelet daarop
stelt de cda-fractie nu voor in vier jaarlijkse stappen tot een
gezinsbijdrage van, bijvoorbeeld, f 1.000,-- te komen en de
andere bijdragen daarbij op te tellen.
Aangezien deze gemeenteraad in de eindfase van diens `regeerperiode'
zit, is het logisch dat bij voorkeur geen besluiten meer moeten worden
genomen die volgende gemeenteraden zullen belasten. Daarom lijkt het
goed nu aan het college te vragen zodanige maatregelen te treffen dat
met ingang van volgend jaar via de begrotingsbehandeling wordt
vóórgesteld de bijdrage in vier jaarlijkse stappen tot het gewenste
bedrag te verhogen. Daartoe dient de cda-fractie de volgende motie in.
`De gemeenteraad van Enkhuizen,
in vergadering bijeen op dinsdag 13 november 2001,
overweegt:
- dat een gezinsbijdrage van f 250,-- per jaar een absoluut
minimum is;
- dat de tweedeling tussen rijk en arm mede tot uiting komt in het
ontbreken van de gewenste sociaal-culturele deelname aan het
maatschappelijk verkeer;
stelt vast:
- dat de nu voorgestelde verhoging slechts een goed begin van een
inhaalslag kan zijn;
- dat de huidige raad een verhoging van de gezinsbijdrage tot
f 1.000,-- als enigszins tegemoetkomend aan de doelstellingen van
deze bijdrage zou willen beschouwen;
besluit:
- het college op te dragen zodanige maatregelen te treffen dat bij de
begrotingsbehandeling voor het jaar 2003 - en vervolgens de drie
daaropvolgende jaren - een voorstel aan de raad wordt gedaan om in
totaal vier jaarlijkse stappen tot een bedrag van f 1.000,-- als
gezinsbijdrage te komen;
en gaat over tot de orde van de dag.'
De voorzitter
neemt aan dat de benodigde drie handtekeningen als nog onder de motie
zullen verschijnen, zodat het stuk deel van de beraadslagingen kan
uitmaken.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) had willen zeggen te betreuren dat de suggestie van de heer
Wiersma, te weten de bijdrage tot f 500,-- op te trekken, niet
haalbaar bleek. De nu ingediende cda-motie kan hij, uiteraard, van
harte ondersteunen.
Wethouder Dol
(vl/gl) kondigt aan dat hij niet over allerlei details, zoals de
kwaliteit van het rekenwerk - enkele sommetjes kloppen inderdaad niet
helemaal -, zal spreken.
De heer Wiersma verwees naar de lijst van zaken die van de bijdrage
zou móéten worden bekostigd. Dat is echter een verkeerde voorstelling
van de situatie; mensen zullen keuzes dienen te maken en daarbij het
financiële plafond in het oog dienen te houden. Desondanks heeft
spreker in principe geen moeite met de motie, integendeel, zeker niet
vanwege de fondsen waarop in de toekomst mag worden gerekend. In ieder
geval kan nu worden geprobeerde de eerst stap te zetten, waarbij het
aan de volgende gemeenteraad moet worden overgelaten de volgende
stappen te doen.
De voorzitter
belicht dat het verstandig is de motie eerst van een collegeadvies te
laten voorzien - de wethouder heeft al een positieve intentie
uitgesproken - en daarna in de vorm van een voorstel aan de raad voor
te leggen. De nodige financiële ruimte moet immers in de begroting
worden gevonden.
Wethouder Bode
(pvda) zou de motie wel willen omarmen, maar ziet zich geconfronteerd
met het probleem dat wordt voorgesteld een besluit te nemen dat door
het volgende college van burgemeester en wethouders moet worden
uitgevoerd. Zijns inziens is het dan ook beter aan het nieuwe college
over te laten het voorstel van de heer Wiersma al dan niet in het
collegeprogramma op te nemen.
De heer Wiersma
(cda) schildert dat de cda-motie slechts vráágt via de begroting voor
het jaar 2003 voor te stellen de eerste stap te zetten - een verhoging
van pakweg f 250,-- - en best begrijpt dat aan het volgende
college en de nieuwe raad moet worden overgelaten de resterende drie
stapsgewijze verhogingen vast te stellen.
De voorzitter
herhaalt zijn suggestie de motie van de heer Wiersma in een
collegevoorstel te laten uitmonden. Vervolgens zal de nieuwe
gemeenteraad bepalen of met ingang van de begroting voor het jaar 2003
het aangeduide traject kan worden gevolgd.
De heer Wiersma
(cda): Oké.
De heer Boland
(d66) begrijpt dat de heer Wiersma het naderende einde van diens
`regeerperiode' in het oog heeft en misschien mede in verband daarmee
probeert op de valreep nog een bepaalde regeling vast te stellen. De
fractie van d66 is daar niet voor. Duidelijk moet echter zijn dat de
fractie hiermee geen inhoudelijke mening over de motie uitspreekt.
Weliswaar is de cda-motie sympathiek, maar door die te ondersteunen
wordt feitelijk de volgende raad met een bepaalde richting opgezadeld.
Die beslissing is niet aan de nu zittende gemeenteraad voorbehouden.
De heer Hart
(eb) was nog niet in de gelegenheid ruggespraak te houden. Hij gaat er
vooralsnog vanuit dat de fractie van Enkhuizer Belang de woorden van
de heer Boland ondersteunt.
Wethouder Van Doornik
(cda) schaart zich eveneens achter de zienswijze van de heer Boland.
De politieke partijen hebben de mogelijkheid deze materie in hun
verkiezingsprogramma's op te nemen en vervolgens te proberen één en
ander in het nieuwe collegeprogramma vast te leggen.
Wethouder Dol
(vl/gl) spijt het dat de meeste raadsfracties de motie niet willen
volgen, want extra financiële middelen voor de in de motie bedoelde
categorie mensen zijn in de portefeuille `sociale voorzieningen'
altijd zeer welkom. Overigens is het beslist niet de bedoeling daarmee
voor Sinterklaas te spelen. Aan de andere kant toont spreker ook
begrip voor de redenering dat één en ander aan het nieuwe college en
de nieuwe raad moet worden overgelaten.
De heer Boland
(d66) beklemtoont dat hij géén inhoudelijk oordeel over de motie heeft
uitgesproken. Twee fracties hebben zich bij zijn zienswijze
aangesloten en zich evenmin over de inhoud van de motie uitgelaten. De
wethouder wekt dus een verkeerde suggestie.
Wethouder Dol
(vl/gl) betoogt dat de heer Boland zich nu buitengewoon strikt opstelt
en kennelijk over alle punten en komma's wil vallen. Vanzelfsprekend
heeft ook het college goed gehoord dat geen inhoudelijke opmerkingen
zijn gemaakt, maar slechts de intentie is uitgesproken te proberen in
de toekomst tot een bepaald voorstel te komen. Welnu, dat spijt
spreker, want hij zou graag hebben gezien dat de cda-motie door deze
raad was omarmd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane
toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders
overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.
6. Verordening stimuleringsleningen stedelijke vernieuwing Enkhuizen
2001.
(Voorstel nummer 103, 2001.)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel
van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden
ontwerpbesluit aanvaard.
7. Verkeersmaatregelen project `Gependam'.
(Voorstel nummer 108, 2001.)
De heer Rieuwerts
(vl/gl) leest de volgende, onder punt f opgenomen zinsnede voor.
`. . . (de eigenaren/gebruikers van de aanliggende bestemmingen kunnen
onder voorwaarde over een sleutel van de afneembare palen
beschikken):'
Naar aanleiding van deze tekst verwijst hij naar de ervaringen die
zijn opgedaan met de afsluitbare slagboom die toegang geeft tot
Eiland, Harlingersteiger en rommelhoek. In dat geval is het afgeven
van sleutels faliekant fout gelopen.
Wethouder Dol
(vl/gl) knoopt deze opmerking goed in de oren. Ook hem zijn de
bedoelde ervaringen bekend. Als sleutels worden uitgegeven, zullen die
van een ander type zijn dan de sleutels die voor de genoemde slagboom
zijn gebruikt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van
burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden
ontwerpbesluit aanvaard.
8. Aanpassing verkeersmaatregelen Kadijken.
(Voorstel nummer 109, 2001.)
De heren Van der Veen
(pvda) en Rieuwerts (vl/gl) zijn content met het feit dat burgemeester
en wethouders het advies van de commissie hebben overgenomen en
voorstellen in het gehéle onderhavige gebied de maximumsnelheid op 30
kilometer per uur te bepalen.
De heer Hart
(eb) verkeert in de veronderstelling dat op de hoofdwegen in Kadijken
50 km/u mag worden gereden.
Wethouder Van Doornik
(cda) verwijst de heer Hart naar de in de raadscommissie wev gevoerde
bespreking Daar heeft ook de vertegenwoordiger van de eb-fractie zich
een groot voorstander getoond van 30 km/u in het gehéle gebied.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van
burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden
ontwerpbesluit aanvaard.
9. Voorbereidingsbesluit Zilverstraat.
(Voorstel nummer 113, 2001.)
De heer Wiersma
(cda) richt zich evenals tijdens de presentatie van de plannen op de
aspecten die met de locatie als zodanig verband houden. De gebruikers
van het gebouw aan Bierkade/Oosterhaven mogen niet het slachtoffer van
de beoogde woningbouw worden. In de optiek van de cda-fractie moet het
mogelijk zijn, bijvoorbeeld door middel van gevelisolatie, binnen de
woningen geen onaanvaardbare geluidsoverlast van bedrijfsactiviteiten,
in dit geval gericht op de scheepvaart, te laten ontstaan. Voorkomen
moet worden dat in de toekomst met allerlei milieuvergunningen in de
hand barrières worden opgeworpen die de ontplooiing van bedrijfsmatige
activiteiten in de weg staan. Bedrijvigheid uit de binnenstad
wegsaneren, leidt immers tot een `dode' binnenstad.
Gelet op het voorgaande verbaast het spreker dat blijkbaar het voornemen bestaat het naamloze pad/steegje vol te bouwen. Daardoor zal de nieuwbouw dichter bij de bedrijvigheid in de bestaande bebouwing worden gerealiseerd en dus is de kans op geluidsoverlast groter.
Een ander gevolg van de verdwijning van de naamloze steeg is dat
mogelijk verkeershinder kan ontstaan. Het scheepvaartbedrijf aan de
Bierkade werkt onder meer met grote generatoren die met zwaar
materieel moeten worden verplaatst. De automobilist die uit de
parkeergarage van de nieuwbouw komt, zal uitsluitend over de Bierkade
naar de Donkerstraat en verder kunnen komen. Wanneer daar echter groot
materieel wordt aan- of afgevoerd, is die enige route gedurende
kortere of langere tijd geblokkeerd.
Conclusie. De opheffing van de naamloze steeg heeft in twee opzichten
een negatief effect, want niet alleen de kans op geluidsoverlast neemt
toe, maar ook de verkeersafwikkeling wordt bemoeilijkt. De fractie van
het cda geeft dan ook in overweging het nu nog bestaande, naamloze pad
van circa 4 meter breed te handhaven. Zodoende blijft het mogelijk
rond het voormalige betonningsgebouw te rijden, dus de route Bierkade,
Donkerstraat, Breedstraat/Zilverstraat, naamloze steeg, Bierkade vice
versa te volgen. Mocht de Bierkade om welke reden dan ook niet kunnen
worden gebruikt, dan kunnen automobilisten via de naamloze steeg,
Zilverstraat/Breedstraat en Donkerstraat toch naar hun bestemming
komen.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) bekeek het bij de stukken gevoegde kaartje nauwkeurig en dat
riep een drietal vragen op.
1. De begrenzing van het onderhavige gebied loopt half over de
Oosterhaven heen. Dit betekent dat ook de walkant onder het
voorbereidingsbesluit valt. In het verleden is afgesproken dat na de
ontwikkeling van het voorste gedeelte van de Oosterhaven de blik zal
worden gericht op het het achterste gedeelte daarvan. Staat de
getekende begrenzing een toekomstige ontwikkeling niet in de weg?
2. De heer Wiersma is uitgebreid op het raadsstuk ingegaan en heeft
zelfs oplossingen voor eventuele verkeersproblemen aangedragen. Gezien
de activiteiten die aan de Bierkade plaatsvinden, baart de
verkeersafwikkeling aldaar ook de fractie van Verenigd
Links/groenlinks zorgen. Wil het college hieraan extra aandacht
besteden?
3. In de afgelopen weken is spreker overspoeld door brieven van
allerlei bewoners die allemaal een eigen zienswijze op het plan hebben
gegeven. Het zal zeer waarschijnlijk onmogelijk zijn met al deze
mensen tot overeenstemming te komen en dat vraagt spreker dan ook
niet. Wel verzoekt hij het college met alle betrokkenen op een
zodanige, zorgvuldige wijze in gesprek te blijven dat aan het eind van
het traject iedereen elkaar recht in de ogen kan kijken.
De heer De Geus
(rpf/sgp) liet zich tijdens de presentatie in lovende bewoordingen
over het plan uit, waarbij wel verwondering werd uitgesproken over het
feit dat in de tekeningen het niet benoemde weggetje opeens was
verdwenen. Spreker is het volkomen met de uitspraak van de heer
Wiersma eens dat het verstandig is nog eens goed naar de toekomstige
verkeersafwikkeling aldaar te kijken. Als automobilisten alleen via de
Bierkade naar hun reisdoel kunnen gaan, zullen werkzaamheden aldaar
die het in- en uitrijdend verkeer blokkeren frustraties oproepen.
Aan de andere kant voelt de fractie niets voor de gedachte de
bedrijvigheid aan de Bierkade naar een andere locatie te verplaatsen.
De Bierkade is immers één van de weinige plekjes in de stad waar nog
aardige bedrijvigheid is te vinden.
Samenvattend: ook de fractie van de rpf/sgp pleit er voor het
onbenoemde weggetje zo mogelijk in stand te houden; wellicht kan dat
door het enige meters te verleggen, maar daarover kan in deze
vergadering geen definitieve uitspraak worden gedaan. Voor het overige
blijft de fractie van mening dat een mooi plan is gemaakt.
De heer Hæntjens
(vvd) brengt naar voren dat de kern van deze zaak het nemen van een
besluit is op grond waarvan de vrijstellingsprocedure - in casu
vrijstelling van de bepalingen in het vigerende bestemmingsplan - kan
worden gevoerd. Een bestemmingsplan geeft de burgers zekerheid omtrent
het gebruik van de grond, bebouwing, rooilijn, hoogte enzovoort. In
dit geval is gekozen voor de zogenaamde `zelfstandige projectprocedure
ex artikel 19, lid 1, juncto 4, van de wro`. Dit houdt in dat de in de
tekening gebruikte, afwijkende maatvoering zal worden toegepast. Het
gebouw zal net zo hoog als het stadhuis worden. Voor de vvd-fractie is
dit reden te vragen het plan nog eens goed te beoordelen. De fractie
wil de nieuwbouw beslist niet frustreren, maar doet wel een dringend
beroep op de projectontwikkelaar het plan zodanig aan te passen dat
het aanzien van Enkhuizen, hoofdzakelijk laagbouw, niet wordt
geschaad.
In de raadscommissie rof heeft de fractie van de vvd op de volgende,
in het raadsstuk opgenomen tekstpassage gewezen.
`De bestemmingen zijn `bedrijven' en `scheepswerven'. De onderhavige bestemmingen passen totaal niet meer in een dergelijke, voor groot transport, onbereikbare plek in de historische binnenstad.'
Tijdens de discussie in de commissie is uitgesproken dat het
bestaansrecht van de nu nog in de monumentale opstallen, waarin
vroeger de betonningsdienst was gehuisvest, aanwezige bedrijven wordt
gewaarborgd. Mocht dat niet mogelijk zijn, dan wil de fractie horen
welke consequenties daaruit na aanvaarding van dit raadsvoorstel
zullen voortvloeien.
Wethouder Bode
(pvda) herinnert er allereerst aan dat in de commissie is afgesproken
de zelfstandige projectprocedure te volgen. Daarvoor is het
noodzakelijk een voorbereidingsbesluit te nemen. Daarin wordt
uitgesproken dat de gemeente voornemens is het bestemmingsplan te
wijzigen. Het is overigens niet de bedoeling een bestemmingsplan te
maken dat precies binnen de zo-even door de heer Rieuwerts aangegeven
begrenzing past, integendeel. Voor de totale binnenstad zullen drie
grote bestemmingsplannen worden opgesteld, dus geen
postzegelbestemmingsplannetjes.
Uiteraard is het begrijpelijk dat nu vanuit de raad wordt ingegaan op
diverse elementen die tijdens de inspraak naar voren zijn gekomen. De
inspraakreacties zijn in een eindverslag samengevat. Daarin staat
onder meer - de heer Wiersma heeft dit aangeroerd en ook in de
commissie is hierover gesproken - dat de bouwer die voorzieningen moet
treffen dat een binnen de milieuvergunning en de huidige regelgeving
opererend bedrijf diens activiteiten normaal moet kunnen voortzetten.
Een ander belangrijk aspect dat tijdens de inspraak is belicht, betreft de verkeersafwikkeling. Duidelijk is geworden - ook vanavond is dit gebleken - dat verkeersproblemen kunnen ontstaan. In het inrichtingsplan zullen die moeten worden opgelost. Het gaat echter veel te ver nu al te zeggen dat, bijvoorbeeld, de plangrens 4 meter moet worden opgeschoven. Misschien is het veel beter aan tweerichtingsverkeer of een stopverbod te denken, maar wellicht zijn nog meer opties mogelijk. Vanzelfsprekend zal het inrichtingsplan, zodra dat gereed is, aan de commissie worden voorgelegd.
Tot slot. De inspraak heeft ook opgeleverd dat voor één woning in de Zilverstraat, recht tegenover het bouwplan gesitueerd, het één en ander dient te gebeuren. De projectontwikkelaar zal iets moeten bedenken of anders kan planschade aan de orde zijn. Ook ten aanzien van dit punt zal de raad op de hoogte worden gehouden.
De heer Hart
(eb): Mag uit het antwoord van de verantwoordelijke portefeuillehouder
worden afgeleid dat momenteel nog over onderdelen van het plan wordt
onderhandeld? Zo ja, wordt het aangepaste plan nog ter beoordeling aan
commissie of raad voorgelegd?
Wethouder Bode
(pvda): Het bouwplan komt niet meer aan de orde, want dat is aan het
college van burgemeester en wethouders gedelegeerd.
De heer Hart
(eb): Wacht even! De raad heeft een bepaald plan gezien en vervolgens
de realisering daarvan aan het college gedelegeerd. Nu wordt de indruk
gewekt alsof over dat plan nog onderhandelingen gaande zijn. Is deze
indruk juist?
Wethouder Bode
(pvda): Nee, maar niet uitgesloten mag worden dat tijdens de procedure
- denk bijvoorbeeld aan de inspraak - inzichten veranderen op basis
waarvan verbeteringen in het plan worden aangebracht.
De heer Boland
(d66) begreep uit de beantwoording dat het bouwplan niet meer aan de
orde zou komen. Voor zover spreker weet komt in het kader van de
artikel 19-procedure de vrijstelling van het bestemmingsplan aan de
orde. Op dat moment behoort het concrete bouwplan voor te liggen. De
raad kan dan alsnog zeggen dat het bouwplan in onvoldoende mate aan de
geuite wensen tegemoet komt en als consequentie daarvan de
vrijstelling niet verlenen. Hoe dan ook, het is reëel pas een
eindoordeel aan de raad te vragen op het moment dat àlle plannen op
tafel liggen. Tegen deze achtergrond zijn de opmerkingen van de heer
Wiersma zeker gerechtvaardigd.
De heer Hart
(eb) onderschrijft de zienswijze van de heer Boland. Overigens heeft
de vereniging `Oud Enkhuizen' gezegd dat hier iets dreigt mis te gaan
dat in de eerstkomende 100 jaar waarschijnlijk niet zal worden
hersteld. De fractie van Enkhuizer Belang heeft tijdens de presentatie
van het bouwplan opgemerkt: `Wat hier geschiedt, past in de omgeving
niet'.
De heer Wiersma
(cda) distilleert uit de woorden van de wethouder dat in het kader van
de vrijstelling het totale plan nog eens ter tafel zal komen. Als de
door het college bedachte oplossing wordt gevolgd, te weten het
instellen van een stopverbod op de Bierkade, kan misschien alles
blijven zoals het is. Hoe dan ook, de cda-fractie wil het totale plan
aan dit soort oplossingen toetsen om te kunnen beoordelen of één
daarvan de voorkeur dient te hebben omdat iedereen daarmee uit de
voeten kan.
De heer Hæntjens
(vvd) verduidelijkt waarom zijn fractie op noodzakelijke aanpassingen
van het plan aandringt. Zodoende wordt voorkomen dat de gemeente in
ellenlange procedures verwikkeld kan geraken. De vvd-fractie heeft
hierbij het oog op de omstandigheid dat volgens haar de
vrijstellingsprocedure in de raad aan de orde moet komen.
Wethouder Bode
(pvda) poneert de stelling dat tijdens de commissievergadering waarin
de planpresentatie heeft plaatsgevonden, reeds is besloten de
vrijstellingsprocedure te voeren.
De heer Rieuwerts
(vl/gl): Commissies besluiten niet, maar adviseren!
Wethouder Bode
(pvda); Dat specifieke onderdeel had de raad aan de commissie
gedelegeerd.
De voorzitter
schorst vervolgens op verzoek van de heer Bode de beraadslagingen voor
vijf minuten.
(Schorsing.)
De voorzitter
heropent de beraadslagingen en geeft het woord aan wethouder Bode om
diens beantwoording af te ronden.
Wethouder Bode
(pvda) roert de procedure aan. Vanavond wordt voorgesteld een
voorbereidingsbesluit te nemen dat het mogelijk maakt de zelfstandige
projectprocedure te volgen. Dat en het bouwplan zijn in de
raadscommissie aan de orde geweest. Het feit dat hierover in de
commissie is gesproken, is een uitvloeisel van het op 3 april genomen
raadsbesluit behelzende dergelijke procedures aan het college te
delegeren. Daarbij is echter afgesproken dat het college diens in dat
kader genomen besluiten aan de commissie meldt, zodat zij nog
politieke op- of aanmerkingen maken. In dit geval heeft de commissie
geen enkele bedenking geuit, integendeel. Vervolgens zijn tijdens de
inspraak allerlei facetten belicht, zoals de spanning die bepaalde
punten oproepen; denk aan
? bedrijvigheid en wonen;
? verkeersafwikkeling;
? bouwhoogte in relatie met de woning in de Zilverstraat.
Ten aanzien van het laatste is het aan de projectontwikkelaar het initiatief te nemen, maar dat behoeft niet per se een aanpassing van het plan in te houden, want er zijn verschillende mogelijkheden.
Voor wat betreft de verkeersafwikkeling ligt er een probleem. Vandaar dat is gezegd die problematiek en ook andere punten die tijdens de inspraak zijn besproken, zoals de vraag om een trottoir in de Zilverstraat, via het inrichtingsplan te zullen oplossen. Dat plan zal voor de commissie worden geagendeerd, maar het bouwplan zal volgens de afgesproken procedure níét meer aan de orde komen.
Concluderend.
? Het te nemen voorbereidingsbesluit heeft niet tot doel een
postzegelplannetje vast te stellen. Eén en ander zal worden ingepast
in de één van de drie te maken bestemmingsplannen voor de binnenstad.
? De raad wil op basis van de inspraak en gekoppeld aan dit agendapunt met name zicht krijgen op de inrichting. Daarom zal het inrichtingsplan in de raadscommissies rof en wev worden behandeld. Een essentieel onderdeel van dat plan zal de verkeersafwikkeling zijn.
De heer Domburg
(pvda) raakte door de ontstane commotie het spoor even bijster. In
zijn visie is dit voorbereidingsbesluit duidelijk. In feite verklaart
de raad slechts dat een nieuw bestemmingsplan zal worden voorbereid.
Verder staat in het eindverslag welke stappen nog moeten worden gezet.
Uit veel bijdragen blijkt evenwel dat het verstandig is de procedure
nog eens helder aan de burgers uiteen te zetten en aan te geven over
welke punten in de artikel 19-procedure kan worden gesproken.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) verheugt zich over het feit dat de beantwoording van de
wethouder in ieder geval helderheid over de procedure heeft verschaft.
De schorsing is nuttig geweest! De fractie van Verenigd
Links/groenlinks ziet met belangstelling het inrichtingsplan tegemoet.
De heer Boland
(d66) tekent aan dat wat de d66-fractie betreft het
voorbereidingsbesluit nu kan worden genomen. Overigens heeft de
wethouder hem er niet van kunnen overtuigen dat de juiste procedure is
of wordt gevolgd. Nog deze week heeft hij zich ambtelijk over een
vergelijkbare situatie laten voorlichten en toen is hem nadrukkelijk
verzekerd dat in het kader van een vrijstellingsprocedure artikel 19
het definitieve bouwplan aan de orde komt. Naar zijn mening heeft de
commissie slechts een eerste reactie op het destijds gepresenteerde
bouwplan gegeven en niet meer dan dat. Het lijkt dan ook goed dat de
portefeuillehouder alle procedurele stappen nog eens op een rijtje zet
om alle twijfel weg te nemen.
De heer Hart
(eb) betuigt adhesie aan de woorden van de heer Boland. Voorts wil de
fractie van Enkhuizer Belang weten of de zelfstandige projectprocedure
dezelfde bezwaarmogelijkheden kent als de artikel 19-procedure.
De heer De Geus
(rpf/sgp) deelt het standpunt van de heer Boland. Het op zich mooie
plan werd weliswaar goed gepresenteerd, maar men kon geen antwoord
geven op de toch zeer belangrijke vraag hoe hoog het gebouw zou
worden. Verder vormt het weggetje nog een niet onbelangrijk punt. Hij
neemt dan ook aan dat het plan zal worden aangepast en opnieuw zal
worden voorgelegd.
De heer Wiersma
(cda) beperkt zich tot de opmerking zich te kunnen vinden in de
toezegging dat zijn grootste zorg, namelijk de verkeersafwikkeling, in
de commissie aan de orde zal komen.
De heer Hæntjens
(vvd) stipt het volgende aan. Als in de commissie inderdaad zou zijn
besloten dan wel geadviseerd de zelfstandige projectprocedure te
volgen, inclusief de maatvoering, was het ten minste elegant geweest
als het college had aangegeven op welke punten het onderhavige plan
van het huidige bestemmingsplan afwijkt.
Wethouder Bode
(pvda) antwoordt dat het bouwplan volstrekt afwijkt van het vigerende
bestemmingsplan, dat ruimte voor bedrijven aangeeft.
De heer Hæntjens
(vvd): Het gaat om de voorschriften inzake woningbouw en niet om
andere zaken.
Wethouder Bode
(pvda): Zoals gezegd, het bestemmingsplan regelt ter plaatse geen
woningbouw, maar andere activiteiten.
De heer Boland kan zich met het voorbereidingsbesluit verenigen, maar
betwijfelt of namens het college de juiste procedure is geschetst.
Volgens het college komt het plan niet meer aan de orde, terwijl de
heer Boland het tegenovergestelde meent. Spreker doet daarom de
volgende toezegging.
v De gehele procedure zal nog eens puntsgewijs op papier worden gezet.
Daarin zullen de mogelijkheden voor bezwaarmakers, insprekers
enzovoort worden aangegeven. Bovendien zullen de formele rollen van
commissie, raad en college worden uiteengezet. Dat stuk zal voor de
commissievergadering beschikbaar komen.
v Voor de goede orde zij herhaald dat het inrichtingsplan voor één van
de volgende vergaderingen van de commissies rof en wev zal worden
geagendeerd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane
toezeggingen, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders
overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.
10. Bodemsanering locatie `Zilverstraat'.
(Voorstel nummer 114, 2001.)
De heer Hart
(eb) voert aan dat bodemsanering op zich prima is, maar de
voorgestelde wijze is niet verstandig. In dit verband mag erop worden
gewezen dat de sanering van het ebi-terrein nog steeds niet behoorlijk
is afgerond. Het college stelt voor bronbemaling toe te passen,
alhoewel iedereen kan weten dat het water ter plekke sterk is
vervuild. Met andere woorden: aan de vervuiling als zodanig gebeurt
niets, met als gevolg dat de vervuiling vanuit het water naar het land
gaat; een slechte zaak. De bewoners zullen dus in de toekomst met
precies dezelfde vervuiling te maken krijgen.
Wethouder Dol
(vl/gl) verwondert zich over deze woorden. Via de voorgestelde
bodemsanering zal het urgente gedeelte van de Zilverstraat worden
schoongemaakt. In het niet-urgente deel - normaliter zou dat zelfs
niet voor sanering in aanmerking komen - zullen ook maatregelen worden
genomen. Daar zal zoveel van de vervuiling worden weggehaald als
noodzakelijk is om parkeergelegenheden te kunnen aanleggen, dus geen
tuinen zoals op het voormalige ebi-terrein.
De heer Hart
(eb) vermoedt dat de wethouder hem niet goed heeft begrepen. De
vervuiling blijft in het water zitten, want daaraan wordt helemaal
niets gedaan. Door de voorgestelde bronbemaling zal de vervuiling
ongezuiverd worden aangetrokken.
Wethouder Dol
(vl/gl) gaat ervan uit dat de waterbodem van de Oosterhaven de
vervuiling vasthoudt en die zal dus niet op het land kunnen
terechtkomen. Een aantal jaren geleden is in de Oosterhaven tot de
`knik' bij het begin van de Wierdijk gebaggerd. Momenteel worden
allerlei onderzoeken uitgevoerd die nodig zijn om ook het achterste
deel van de Oosterhaven te kunnen aanpakken. Het college neemt aan dat
die operatie in de komende jaren zal kunnen plaatsvinden
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van
burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden
ontwerpbesluit aanvaard.
11. Nationale Hypotheek Garantie voor kwaliteitsverbetering.
(Voorstel nummer 116, 2001.)
12. Aangaan van een ongelimiteerde achtervangovereenkomst met
de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
(Voorstel nummer117, 2001.)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de
voorstellen van burgemeester en wethouders onder de nummers 11 en 12
overeenkomstig de aangeboden ontwerpbesluiten aanvaard.
13. Verkoop grond aan de Fruittuinen aan de Stichting Woondiensten
Enkhuizen.
(Voorstel nummer 120, 2001.)
De heer Boland
(d66) behoeft niet zo heel veel over deze kip-of-eikwestie te zeggen.
Als de gemeenteraad meent dat de beoogde woningen moeten worden
gerealiseerd, is het logisch de daarvoor benodigde grond aan de swd te
verkopen. Aan de andere kant kan de raad ook besluiten de grond te
verkopen onder de ontbindende voorwaarde dat de verkoop wordt
geannuleerd indien het bouwplan en de vrijstellingsprocedure om welke
reden dan ook geen doorgang kunnen vinden. Een andere mogelijkheid is
nu als gemeentebestuur plechtig te beloven dat de grond zal worden
verkocht wanneer de vrijstelling wordt verleend en het bouwplan wordt
goedgekeurd. De laatste mogelijkheid is tegen de achtergrond van een
mogelijk te houden referendum volgens de d66-fractie de meest
logische. Dat referendum zal immers draaien om het voortbestaan van de
huidige woningen dan wel de realisering van een nieuw complex.
De voorzitter
bevreemdt deze zienswijze ten zeerste. In het afgelopen voorjaar is in
de raad uitvoerig gesproken over de vraag welk moment in de procedure
het beste kan worden benut om een referendum te houden, zo dat wordt
aangevraagd. Na veel discussie werd toen vastgesteld dat de
grondverkoop hèt aangewezen moment zou zijn.
De heer Boland
(d66): Ja, maar dan moet wel het definitieve bouwplan bekend zijn. Men
kan de burgers moeilijk om een mening vragen over iets dat nog kan
worden veranderd.
De heer Wiersma
(cda) meldt dat zijn fractie in principe met de voorgestelde
grondverkoop kan instemmen. Overigens moet worden opgemerkt dat de
voorgelegde volumeschets weliswaar aantrekkelijk oogde, maar nog
steeds niet in een definitief plan werd omgezet. Hopelijk is het
oordeel daarover níét aan het college gedelegeerd! Hoe dan ook, de
cda-fractie gaat ervan uit dat swd en gemeente tot overeenstemming
komen over een te realiseren bouwplan dat grosso modo overeenkomt met
de zojuist genoemde volumeschets, die de instemming van een
raadsmeerderheid heeft. In dezen moeten `een raampje meer of minder en
een dakpan hoger of lager' als `onbelangrijke detailverschillen'
worden gekwalificeerd.
De heer Hart
(eb) volstaat met de mededeling dat de fractie van Enkhuizer Belang
níét voor deze grondverkoop is. Bovendien moet worden vastgesteld dat
het gewijzigde plan nog steeds niet in de commissie respectievelijk
gemeenteraad is behandeld.
De heer De Geus
(rpf/sgp) constateerde in de afgelopen tijd dat enige wijzigingen in
het bouwplan werden aangebracht, maar dat staat thans niet ter
discussie. Datgene wat de voorzitter aan het begin van deze avond over
dit onderwerp heeft gezegd, gekoppeld aan de vraag of dat referendabel
is, heeft een enigszins mistige situatie doen ontstaan. Toch heeft de
rpf/sgp-fractie in principe geen enkel probleem met de voorgestelde
verkoop van grond aan de swd.
De heer Hekkert
(vvd) acht het een gelukkige omstandigheid dat de heer Wiersma vóór
hem aan het woord is geweest, want nu kan hij met een aanzienlijk
korter betoog volstaan dan oorspronkelijk gepland. Ook de vvd-fractie
heeft geen enkel probleem met de voorgestelde grondverkoop en kan zich
verder vinden in de procedure zoals aan het begin van deze vergadering
is besproken.
De heer Van der Veen
(pvda) spreekt zich eveneens vóór verkoop van de grond uit. Hij
respecteert het tegenovergestelde standpunt van de eb-fractie - men
kan argumenten hebben om deze grondverkoop af te wijzen -, maar
betreurt dat de heer Hart geen onderbouwing heeft gegeven.
De heer Hart
(eb): In commissieverband heeft de fractie van Enkhuizer Belang helder
aangegeven waarom zij niet met deze grondverkoop akkoord gaat. De
fractie voelt er echter niets voor de in de commissie gevoerde
discussie tijdens een raadsvergadering over te doen.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) worstelt met het probleem dat hij als gevolg van de
afwezigheid van de heer Lok twee tegenovergestelde standpunten moet
verwoorden.
h Een deel van de fractie van Verenigd Links/groenlinks is vóór
verkoop van de onderhavige grond, omdat een planontwikkeling in het
geding is die ruimte biedt aan woningbouw ten behoeve van mensen die
tot de zogenaamde categorie `55+' behoren. Gelet op de dubbele
vergrijzing in deze gemeente en de noodzaak ouderen zo dicht mogelijk
bij de voorzieningen te huisvesten, zal een deel van de fractie dus
voorstemmen.
h Het andere gedeelte van de fractie zal tégen de grondverkoop
stemmen. Dat deel wil de ouderenhuisvesting beslist niet
bagatelliseren, maar wil ook iets aan het probleem van de
jongerenhuisvesting doen. Tegen deze achtergrond leeft de wens de
huidige bebouwing met nieuwbouw te integreren en zodoende zowel
ouderen- als jongerenhuisvesting tot stand te brengen. De huidige
bebouwing is niet voor àlle ouderen geschikt, maar zal, wellicht na
enige aanpassing, zeker voor de huisvesting van jongeren kunnen worden
benut. Op het terrein blijft dan nog voldoende ruimte over voor de
bouw van seniorenwoningen.
De voorzitter
roept de voorgeschiedenis in herinnering. Ongeveer een jaar geleden
werd de gemeente geconfronteerd met de gedachte op de onderhavige
plaats te bouwen. Daartegen ontstond in de buurt oppositie, met name
de heer Buis belichaamde die. Hij verzocht met de toen net
vastgestelde referendumverordening in de hand een referendum over deze
aangelegenheid te houden. Naar aanleiding daarvan werd in de
raadscommissie aboz een paar maal gediscussieerd over de vraag of dit
een referendabel onderwerp zou zijn. Mevrouw Dekker, toentertijd
portefeuillehouder ruimtelijke ordening, beantwoordde die vraag
ontkennend. Zij wees erop dat de bestemmingsplanprocedure iedere
belanghebbende voldoende inspraakmogelijkheden biedt. Het college nam
dat standpunt over. De commissie aboz had begrip voor het
collegestandpunt, maar meende op grond van politieke overwegingen dat
hoe dan ook aan de wens van de bevolking - de heer Buis had een
aanzienlijk aantal handtekeningen verzameld - tegemoet diende te
worden gekomen. Welnu, uiteindelijk werd besloten het te houden
referendum, hoe gekunsteld ook, bij de grondverkoop aan te haken.
Vandaar dat spreker aan het begin van deze avond de grondverkoop aan
het referendumverzoek wilde koppelen. Wat uit de discussiebijdragen
naar voren is gekomen, is hoogst verbazingwekkend. De raad heeft niet
alleen beide zaken ontkoppeld, dat is nog tot daaraan toe, maar blijkt
bovendien geen enkele moeite met de grondverkoop te hebben!
Wethouder Bode
(pvda) verheelt niet dat hij uitstekend kan begrijpen dat fracties met
deze grondverkoop akkoord gaan!
De voorzitter
: Voor alle helderheid wil ik eraan herinneren dat indertijd een
raadsmeerderheid een referendum over deze zaak wilde houden. Vandaar
dat het onbegrijpelijk is dat nú een raadsmeerderheid geen enkele
moeite met de verkoop van de grond blijkt te hebben.
Wethouder Bode
(pvda): Goed. De voorgeschiedenis is nu voldoende belicht.
Het college stelt voor de grond aan de Fruittuinen volgens een zekere systematiek te verkopen. Door dat te doen, werkt de gemeente feitelijk mee aan de realisering van een bepaald bouwplan. Burgemeester en wethouders willen dat doen vanwege argumenten op het gebied van de
?
ruimtelijke ordening;
?
volkshuisvesting.
Ruimtelijke ordening. Verdicht bouwen wordt nagestreefd en daarbij
genieten woningbouwlocaties in de binnenstad prioriteit. Vervolgens
wordt naar locaties grenzend aan de stad gekeken en als laatste komen
plekken in het `groene' veld aan de orde. Daarnaast moet met verdund
wonen rekening worden gehouden. De in de binnenstad aanwezige
voorzieningen hebben alleen bestaansrecht indien daarvan door
voldoende bewoners gebruik wordt gemaakt. Vandaar dat in de binnenstad
zoveel mogelijk verdicht moet worden gebouwd om, gelet op het feit dat
tegenwoordig per persoon meer ruimte wordt gebruikt, het totale aantal
inwoners toch in stand te kunnen houden. Welnu, in plaats van de
huidige 24 woningen aan de Fruittuinen, zullen daar 41 woningen worden
gebouwd.
Volkshuisvesting. In de toekomst zal de bevolkingssamenstelling
aanzienlijk veranderen. In het jaar 2015 zal circa 40 % van de
Enkhuizer bevolking 40 jaar of ouder zijn. Daar waar mogelijk zal de
woningbouw op dat gegeven moeten zijn gericht. Bovendien zullen in de
bestaande woningvoorraad in samenspraak met de eigenaars nog heel wat
activiteiten moeten worden ontplooid om op een adequate manier aan de
toekomstige vraag tegemoet te kunnen komen.
Ouderen, in dit geval de groep `55+', hebben in het algemeen nogal
diverse woonwensen, die bewegen zich tussen grote appartementen tot
zeer grote appartementen en van woningen met weinig zorg tot
huisvesting met veel zorg. Aan de Fruittuinen kan een veelzijdig
aanbod van ouderenwoningen worden gerealiseerd.
Erkend moet worden dat ouderenhuisvesting in de stad altijd
concurreert met jongerenhuisvesting. Ook jongeren willen nu eenmaal
graag dicht bij de voorzieningen wonen in plaats van in, bijvoorbeeld,
Kadijken. Het is dan ook verstandig huisvesting voor jongeren tegen de
stad aan te situeren. Daartoe is trouwens al een ontwikkeling in gang
gezet.
Persoonlijk gelooft spreker niet dat het mogelijk is wooncomplexen te
bouwen waarin zowel jongeren als ouderen op een goede manier kunnen
worden ondergebracht. Jongeren ouderen en oudere ouderen zijn volgens
hem wel een goede combinatie.
De aan de Fruittuinen te bouwen woningen voldoen aan de eisen van het
zogenoemde `seniorenlabel'. Het label is gebaseerd op de gedachte dat
levensloopbestendig wordt gebouwd; mensen moeten zo lang mogelijk in
hun eigen huis kunnen blijven wonen. Dat moet worden ondersteund door
ambulante zorgverlening, maar die stelt op haar beurt eisen aan de
woningen en de omgeving waarin de zorg moet worden verstrekt.
De heer Hart
(eb): Het seniorenlabel bestaat niet meer.
Wethouder Bode
(pvda): Misschien heeft het label inmiddels een andere naam gekregen,
maar de criteria waaraan de woningen moeten voldoen om het bedoelde
kwaliteitsstempel te krijgen bestaan nog steeds.
Een punt dat in dit soort gevallen vaak wordt aangeroerd, betreft de stichtingskosten. Uiteraard zijn de stichtingskosten van de te realiseren nieuwbouw veel hoger dan de stichtingskosten van de gesloopte woningen ooit zijn geweest en dat resulteert altijd in hogere huurprijzen. Daar staan wel een paar voordelen tegenover.
' De nieuwe woningen hebben een andere kwaliteit.
' Dit land kent een huursubsidieregeling en daarnaast heeft de
gemeente Enkhuizen een woonlastenfonds. Afhankelijk van het inkomen
wordt huursubsidie verstrekt, mits de huurprijs niet meer dan
f 942,-- per maand bedraagt. Welaan, gegarandeerd is dat 24
woningen van het complex beneden die grens zullen blijven. De huurders
van die woningen zullen, gesteld dat de inkomenstoets uitwijst dat zij
beneden een bepaalde grens blijven, in de praktijk ongeveer evenveel
betalen als nu. Mensen die niet voor huursubsidie in aanmerking komen,
hebben kennelijk een inkomen dat hoog genoeg is om een duurder huis te
bewonen.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) weet niet zeker of hij wel de juiste procedure voor ogen
heeft. Hij heeft begrepen dat aan het begin van deze vergadering is
besloten voorstel 120a naar een volgende bijeenkomst te verschuiven.
Wat nu aan de orde is, te weten voorstel 120, behelst een voorgenomen
besluit van de raad, in dit geval grond te verkopen. Het voorgenomen
besluit is referendabel, indien een referendumverzoek wordt ingediend
en de raad dat na bespreking van voorstel 120a honoreert.
De voorzitter
: Correct.
De heer Rieuwerts
(vl/gl): Oké.
De heer Bode heeft een gloedvol betoog gehouden over de noodzaak van
seniorenhuisvesting. Zoals daarstraks reeds is opgemerkt, wil de
fractie van Verenigd Links/groenlinks die noodzaak geenszins
bagatelliseren, integendeel. Toch kan een deel van de fractie niet met
dit collegevoorstel instemmen, omdat aanvaarding daarvan een zekere
mate van goedkeuring van de planontwikkeling voor de grond aan de
Fruittuinen betekent. Het desbetreffende deel van de fractie is het
immers niet met die planontwikkeling eens.
In de notitie `Lokaal beleid wonen' staat dat de gemeente Enkhuizen in
de komende jaren minimaal 140 seniorenwoningen wil bouwen om aan de
problematiek van de dubbele vergrijzing tegemoet te kunnen komen. Dat
staat helaas in schril contrast met het stréven naar de realisering
van 50 wooneenheden voor jongeren. Met dit woonbeleid worden jongeren
de stad uit gejaagd of buiten de stad gehouden. Vandaar dat een deel
van de fractie, dat trouwens wel heil ziet in gecombineerd bouwen,
niet met dit raadsvoorstel zal instemmen.
Wethouder Bode
(pvda): De heer Rieuwerts gebruikt een onzorgvuldige formulering. Het
is zeker niet de bedoeling jongeren de stad uit te jagen. Wel is
duidelijk dat een deel van de vl/gl-fractie een andere opvatting dan
het college heeft over de mate waarin prioriteit aan ouderen- en
jongerenhuisvesting moet worden gegeven.
De heer Rieuwerts
(vl/gl): Het beleid dat ten aanzien van jongerenhuisvesting wordt
gevoerd, roept het gevoel op dat ik zojuist heb omschreven.
De heer Boland
(d66) veronderstelt dat de standpunten van de voorzitter en de
d66-fractie niet zo heel ver uit elkaar liggen. In het betoog van de
heer Bode is één van de punten aangestipt waar het voor de bevolking
om draait. Verder is er ook nog het bouwplan zelf, waarbij aan
nokhoogte, schaduw enzovoort moet worden gedacht. Op het moment dat de
bevolking om een mening wordt gevraagd, moeten vanzelfsprekend wel
àlle plannen compleet beschikbaar zijn. Volgens persberichten wordt
het bouwplan nog gewijzigd. Voorkomen moet worden dat naar aanleiding
van de voorgestelde grondverkoop de bevolking wordt gevraagd zich uit
te spreken over het plan voor de Fruittuinen, terwijl het plan nog
geen definitieve vorm heeft. Prima dat het referendum bij de
grondverkoop wordt aangehaakt, maar die verkoop behoeft niet per se
vanavond te worden behandeld.
De heer Wiersma
(cda): Hopelijk wil de heer Boland de volgende vraag beantwoorden.
Meent deze dat een veranderd bouwplan de aanvrager van het referendum
tot het inzicht kan brengen dat het referendum achterwege kan blijven?
De heer Boland
(d66): Nee. Wel is aannemelijk dat, wanneer bewoners van Enkhuizen via
een referendum wordt gevraagd een oordeel te geven over de
ontwikkeling aan de Fruittuinen, zij zich door verschillende
argumenten en/of overwegingen zullen laten leiden, bijvoorbeeld op het
gebied van de volkshuisvesting, het bouwplan als zodanig et cetera.
Vandaar dat pas een referendum kan worden gehouden op het moment dat
iedereen àlle argumenten en mogelijkheden tegen elkaar kan afwegen.
Het zou bijzonder slordig zijn als iets werd afgewogen waarvan later
bleek dat het niet de bedoeling was dat te realiseren.
De heer Tesselaar
(eb) verwacht dat de fracties die straks vóór deze grondverkoop zullen
stemmen zich daarbij heel goed realiseren dat de daarvoor in het
raadsstuk genoemde prijs, te weten gemiddeld f 325,-- m2, niet
klopt. De gemeente ontvangt in wezen slechts ongeveer
f 180,-- m2. Van de totale grondprijs ad f 648.100,-- wordt
immers direct f 300.000,- teruggegeven. Met andere woorden:
vestzak-broekzak.
Wethouder Van Doornik
(cda): De raad heeft verzocht inzicht te geven in de elementen die de
gemeente subsidieert. Met het oog op dat verzoek is in het voorstel
opgenomen hoeveel de verkoop opbrengt en welk deel daarvan wordt
gereserveerd.
De voorzitter
: De gedachte hierachter is dat geen subsidie via de grondverkoop
wordt gegeven.
De heer Tesselaar
(eb): Hoe dan ook, het is en blijft een vestzak-broekzak constructie.
De heer Boland
(d66): Heeft de heer Tesselaar of zijn fractie dat bedrag niet over
voor de huisvesting van die speciale groep?
De heer Tesselaar
(eb): Als ik het voor zeggen zou hebben, zou ik naar de mensen
luisteren in plaats van aan hen te vertellen welke mening zij behoren
te hebben, zoals wethouder Bode steeds doet. Vrijwel alle mensen
willen niet meer dan kleine verbeteringen in de bestaande woningen.
De voorzitter
rondt de discussie af met het verzoek slechts stemverklaringen af te
leggen en niet over het raadsvoorstel te stemmen.
Wethouder Bode
(pvda): Er kan zonder bezwaar worden gestemd. Wel moet daarbij worden
bedacht dat het te nemen besluit een bepaalde status heeft, in dit
geval: voorgenomen. Deze status zal worden gewijzigd wanneer de raad
de uitslag van het referendum heeft besproken.
De voorzitter
: Als het ontwerpbesluit ongewijzigd wordt aanvaard, wordt de grond
zonder meer verkocht en dat is in het licht van het aangekondigde
referendumverzoek een wat rare zaak. Vandaar dat een finale uitspraak
over de grondverkoop moet worden uitgesteld, in ieder geval totdat het
referendumverzoek is behandeld. Wordt dat niet gehonoreerd, dan kan
vrij snel conform de stemverklaringen worden besloten. Als op het
verzoek positief wordt beschikt, moet de grondverkoop nòg enige tijd
worden aangehouden, want dan moet eerst het referendum worden
gehouden. Daarna zal de raad moeten beoordelen of de uitslag van het
referendum aanleiding is om de voorgenomen grondverkoop al dan niet
definitief te maken.
De heer Hart
(eb) wenst een korte schorsing.
De voorzitter
schorst hierna de beraadslagingen voor enkele minuten.
(Schorsing.)
De voorzitter
heropent de beraadslagingen.
Met dank aan de heer Van der Veen heeft het college nog eens gekeken
wat precies in de referendumverordening is voorgeschreven. In artikel
8 staat:
`Als een referendum wordt gehouden over een door de raad te nemen
besluit dan wordt de uitvoering van dat besluit opgeschort tot de
eerstvolgende vergadering na de dag waarop het referendum wordt
gehouden, tenzij eerder negatief over de ontvankelijkheid van het
inleidende of definitieve verzoek wordt beslist.'
Dit betekent dat in de geest van de referendumverordening een
uitspraak over het onderhavige collegevoorstel moet worden gedaan.
Vervolgens wordt de uitvoering daarvan geschorst, omdat bekend is dat
in de volgende raadsvergadering moet worden beoordeeld of dat besluit
al dan niet referendabel is (Zie voorstel nummer 120a,
Referendumverzoek grondverkoop Fruittuinen.) Mocht dat het geval zijn,
dan blijft de situatie onveranderd, totdat de uitslag van het
referendum bekend is. Die uitslag kan voor de raad immers aanleiding
zijn om het vanavond te nemen besluit te herzien. Als de
referendumuitslag voor de raad géén reden is om diens besluit te
heroverwegen, wordt de schorsing van de nu te nemen beslissing
opgeheven.
Spreker vraagt de fracties korte stemverklaringen af te leggen, waarna
hoofdelijk zal worden gestemd.
De heer Hekkert
(vvd): Vóór het voorstel onder de zojuist genoemde condities.
De heer Wiersma
(cda): Idem.
De heer De Geus
(rpf/sgp): Idem dito.
De heer Hart
(eb): Tegen.
De heer Boland
(d66): Vóór het voorstel en de daarin geboden ontwikkelingskansen voor
de huisvesting.
De heer Rieuwerts
(vl/gl): De fractie van Verenigd Links/groenlinks zal verdeeld
stemmen. Ik zal tegen het voorstel stemmen.
Wethouder Van Doornik
(cda): De fractie van de pvda is vóór het voorstel.
Hierna wordt voorstel nummer 120 van burgemeester en wethouders in stemming gebracht en met 11 tegen 4 stemmen aanvaard.
Vóórgestemd hebben de heren Van Pijkeren, Van Doornik, Domburg, Dol, Hæntjens, Bode, De Geus, Wiersma, Boland, Hekkert en Van der Veen.
Tégengestemd hebben de heren Jans, Rieuwerts, Tesselaar en Hart.
14. Vervangen brug bastion `Zeelandia' - volkstuinen.
(Voorstel nummer 121, 2001.)
De heer Jans
(eb) ontkomt niet aan de constatering dat al veel over de in dit
voorstel aangeduide brug - in de Boerenhoek schertsend de
`Mosselmanbrug' genoemd - is gesproken. Voor de fractie van Enkhuizer
Belang zijn in dezen de volgende overwegingen van belang.
Volgens het collegevoorstel kost de vervanging f 250.000,--
(jaarlast f 25.000,--). De in de steunfractie aanwezige expert
meent dat de brug na een reparatie van f 10.000,-- à
f 20.000,-- weer ongeveer tien jaar mee kan.
Over vijf jaar zal de erfpacht van het stuk grond tussen de Dreef en
de volkstuinen vervallen.
Voortschrijdend inzicht over de toekomst van het Schootsveld kan
wellicht tot een geheel andere bestemming leiden.
Alles overziende stelt de fractie van Enkhuizer Belang dan ook voor nu niet tot vervanging van de brug over te gaan, maar die te repareren.
De heer Van Pijkeren
(rpf/sgp) onderstreept dat in commissieverband vaak over dit onderwerp
is gediscussieerd. Desondanks geeft het resumé in het raadsvoorstel
zijn fractie aanleiding tot het stellen van enkele vragen.
De heer Wiersma
(cda) vangt zijn spreekbeurt aan met de stelling dat het om veel geld
gaat en daarom is het teleurstellend dat bij de stukken geen offertes
ter inzage hebben gelegen.
Hij heeft de foto's van bureau Westenberg gezien en vervolgens de brug
persoonlijk in ogenschouw genomen. Zelfs ondeskundige mensen zoals hij
kunnen vaststellen dat niet of nauwelijks onderhoud aan de brug is
uitgevoerd.
De heer Tesselaar
(eb): Vijf jaar geleden is het brugdek compleet vernieuwd. Men kan dus
niet zeggen dat helemaal geen onderhoud heeft plaatsgevonden.
De heer Wiersma
(cda): Oké, in algemene zin kan worden gesteld dat de gemeente lang
niet altijd die zorg aan de onder haar verantwoordelijkheid vallende
objecten besteedt die wenselijk is.
De ontsluiting van de landerijen vanaf de Dreef zal een dure affaire
worden, omdat dan een aparte weg moet worden aangelegd. Wel is het
denkbaar dat na afloop van de erfpacht tot een herschikking van de wat
ongelukkig gesitueerde volkstuinen wordt gekomen. In feite wordt nu
voorgesteld ten behoeve van een beperkt aantal mensen een dure
voorziening te treffen.
Spreker is ervan overtuigd dat iets aan de brug moet gebeuren, maar of
dat f 250.000,-- moet kosten is de vraag. Misschien ziet een
bureau kans voor een bedrag van f 50.000,-- een fatsoenlijke
reparatie te laten uitvoeren, waarbij iedereen in het achterhoofd moet
hebben dat over vijf jaar tot een herschikking van de verspreid
liggende volkstuintjes kan worden overgegaan.
Samenvattend: spreker stelt voor het onderhavige raadsstuk terug te
nemen en te onderzoeken of in de geest van hetgeen wat hij zojuist
heeft betoogd een oplossing kan worden gevonden.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) betreurt dat geen andere oplossing dan vervanging van de brug
is gevonden. Overigens heeft hij het voorstel anders opgevat dan de
vorige sprekers. Hij heeft begrepen dat de raad wordt gevraagd een
maximumkrediet, te weten f 250.000,--, beschikbaar te stellen,
waarna offertes zullen worden aangevraagd. De uiteindelijk kosten
kunnen dus lager uitvallen.
De mededeling van heer Jans is verrassend. Is de heer Jans bereid
diens informatie aan de andere raadsleden beschikbaar te stellen en
daarbij tevens een lijstje van aannemers te voegen die de reparatie
voor het genoemde bedrag kunnen uitvoeren? Als het inderdaad mogelijk
is voor een relatief gering bedrag een reparatie uit te voeren
waardoor de brug weer tien jaar mee kan, is het wellicht verstandig
het nu aan de orde zijn raadsvoorstel terzijde te schuiven.
De heer Jans
(eb): Als de wethouder bereid is het collegevoorstel in de koelkast te
zetten en offertes aan te vragen, kan hij van mij de naam krijgen.
De heer Rieuwerts
(vl/gl): Nee, de vraag is of de eb-fractie de informatie aan de
raadsleden ter hand wil stellen.
De heer Jans
(eb): In het economisch verkeer is het gebruikelijk dat eerst
opdrachtgever en uitvoerder met elkaar spreken voordat allerlei namen
over tafel gaan. Als de expert in de steunfractie van Enkhuizen Belang
zijn bewering kan waarmaken, zal de daarop gebaseerde offerte
automatisch bij de stukken komen te liggen.
De heer Hekkert
(vvd) verzucht dat het om vreselijk veel geld gaat, waarvan de heer
Rieuwerts trouwens terecht heeft gezegd dat dit het maximum is. De
vvd-fractie nam aan dat geen andere oplossingen mogelijk waren en had
zich dan ook al bij dit raadsvoorstel neergelegd. Gehoord echter deze
discussie lijkt het de fractie niet onverstandig de suggestie van de
heer Wiersma te volgen en in de commissie nog eens goed te bekijken of
geen andere aanvaardbare oplossingen kunnen worden gevonden. Om dat
mogelijk te maken zou dit raadsvoorstel een maand moeten worden
aangehouden.
De heer Domburg
(pvda) zet uiteen dat in alle discussies voor de pvda-fractie het
belangrijkste uitgangspunt is geweest dat een veilige oplossing moet
worden gekozen. De commissievoorzitter kan de gewenste veiligheid
alleen garanderen indien het raadsvoorstel wordt gevolgd. Als dat
inderdaad zo is, neemt sprekers fractie het gevraagde krediet voor
lief. Weliswaar hebben meerderen terecht opgemerkt dat ontzettend veel
geld wordt gevraagd, maar hopelijk kan in de offertefase nog iets van
het bedrag worden afgeknabbeld.
Met het prachtige voorstel van de heer Jans heeft de pvda-fractie
vanzelfsprekend geen enkele moeite, integendeel, mits daaraan de
garantie wordt verbonden dat de brug na de reparatie in alle opzichten
weer veilig is.
De heer Tesselaar
(eb): Voor iedereen, dus ook de fractie van Enkhuizer Belang, staat de
veiligheid voorop. Overigens heeft de heer Jans voorgesteld de brug
zodanig te laten repareren dat die nog vijf à tien jaar mee kan.
Daarna moet de situatie opnieuw worden bekeken. Verder is het goed te
bedenken dat slechts licht verkeer - voetgangers en fietsers - over de
brug gaat.
De heer Domburg
(pvda): Al gaat er maar een kinderwagen over de brug, die moet hoe dan
ook veilig zijn!
De heer Wiersma
(cda): Ik heb een paar volkstuinders gesproken die van de brug gebruik
maken en zij zijn van mening dat de brug nog minstens tien jaar mee
kan. Met andere woorden: de gebruikers lopen nog steeds niet met zweet
in de handen over de brug!
De heer Domburg
(pvda): In de commissie heeft de wethouder gesteld dat de reële kans
bestaat dat het misgaat.
Wethouder Dol
(vl/gl) beantwoordt de gemaakte opmerkingen en gestelde vragen als
volgt.
Ten aanzien van de offertefase kan allereerst worden gezegd dat het
krediet is opgenomen in het budget `bijzonder onderhoud' voor het jaar
2001. Het bedrag werd bepaald aan de hand van een offerte van het
bedrijf dat met een andere brug van de gemeente bezig was. Daarna zijn
meer offertes aangevraagd en die zullen deze week binnenkomen. Eén
daarvan zal van Op/maat te Hoorn afkomstig zijn, vanuit de raad is dat
immers expliciet gevraagd.
Het college neemt aan dat de te ontvangen offertes in geen geval hoger
zullen uitkomen dan het bedrag dat nu wordt gevraagd en derhalve als
het maximumkrediet mag worden beschouwd, zoals de heren Rieuwerts en
Hekkert hebben gesteld.
Vanzelfsprekend wordt uitdrukkelijk naar de laagste prijsopgave
gekeken, maar de veiligheid staat voorop. Het uitgevoerde onderzoek
toont aan dat de brug nu onveilig is, zie de gemaakte fotorapportage.
Hier en daar is de constructie doorgeroest en ook de betonnen palen
zijn aangetast. Spreker gelooft niet dat die gebreken voor
f 20.000,-- zodanig kunnen worden gerepareerd dat de brug weer
tien jaar mee kan. Als dat wel zo zou zijn, was vijf à zes jaar
geleden niet aangedrongen op vervanging van de brug. Tussen dat moment
en nu is uitsluitend het brugdek vervangen en is de beslissing over de
vervanging steeds vooruitgeschoven. Gelet op de vereiste veiligheid is
het onaanvaardbaar nog langer met het vervangen van de brug te
wachten.
De heer Jans
(eb): De gemeente behoeft de veiligheid niet te garanderen, indien een
bedrijf de brug repareert en daarbij garandeert dat die veilig is.
Wethouder Dol
(vl/gl): Nee, iemand die iets op de brug overkomt, zal onmiddellijk de
gemeente, zijnde eigenaresse en beheerster van de brug, aansprakelijk
stellen.
Over een herindeling van het Schootsveld valt uiteraard te praten. Aan
die discussie zal echter wel tijdig moeten worden begonnen, want men
kan niet op het allerlaatste moment een pachtovereenkomst beëindigen;
de Pachtwet is op dit punt nogal strikt.
In de richting van de heer Van Pijkeren kan worden gezegd dat de
inspectie mede op aandrang van de commissie door een extern bureau is
uitgevoerd, en wel om aan te tonen dat al vijf à zes jaar geleden door
het ambtelijk apparaat verwoorde bevinding juist is.
De heer Tesselaar meent dat alleen licht verkeer over de brug gaat,
maar die veronderstelling is niet helemaal correct. Ook freesmachines
en onderhoudsapparatuur moeten over de brug, dus apparaten die
zwaarder zijn dan een fiets of een kruiwagen.
De heer Tesselaar
(eb): In vergelijking met de Kat en Hondbrug is sprake van licht
verkeer.
Wethouder Dol
(vl/gl): Ja, dat is juist.
De heer Hekkert
(vvd) accepteert de toelichting van de portefeuillehouder. De fractie
van de vvd zal dan ook vóór het collegevoorstel stemmen.
De heer Wiersma
(cda) hecht er eveneens aan dat de veiligheid van de brug is
gegarandeerd. Aan de andere kant moet daarover niet al tè dramatisch
worden gedaan. Twee jaar geleden onderzocht hetzelfde externe bureau
de brug ook en kwam toen net als nu tot de slotsom dat de brug
onmiddellijk diende te worden vervangen!
De heer Jans zegt terecht dat in dit geval de tijd een belangrijke
factor is. Als de brug voor de `eeuwigheid' moet worden gerepareerd,
is eigenlijk elk bedrag goed geld naar kwaad geld gooien. Mocht de
gemeente in een periode van vijf à zes jaar tot een herschikking van
de tuinen willen komen, dan is het zeker zinvol te onderzoeken of die
periode met een relatief goedkope, maar overigens veilige reparatie
van pakweg f 50.000,-- kan worden overbrugd. Waarom wil de
wethouder deze suggestie niet in overweging nemen?
Wethouder Dol
(vl/gl): Dit raadsvoorstel is al twee keer teruggenomen!
De heer Wiersma
(cda): Misschien werd dat veroorzaakt doordat commissie en raad zich
over een nog niet voldragen voorstel moesten buigen!
De heer Van Pijkeren
(rpf/sgp) ziet na de beantwoording van de wethouder genoeg redenen om
het collegevoorstel te ondersteunen.
De heer Jans
(eb) rapporteert dat ook voor de fractie van Enkhuizer Belang de
veiligheid bovenaan staat, laat dat duidelijk zijn.
Het is wat kortzichtig van de wethouder wel offertes aan te vragen
voor een totale vervanging van de brug en kennelijk niet wil ingaan op
het voorstel te bezien of met een aanzienlijke goedkopere reparatie
kan worden volstaan.
De heer Boland
(d66) krijgt het gevoel dat wat langs elkaar heen wordt gepraat.
Helder is dat het gevraagde krediet het maximum is en dat de raad
juist met het oog daarop bepaalde aanbevelingen heeft gedaan. In de
offertefase moet de wethouder maar bekijken wat hij daarmee kan doen.
Daarnaast is de eb-fractie uitgedaagd haar kennis met de
portefeuillehouder te delen. Tegen deze achtergrond is de fractie van
d66 bereid met inachtneming van het maximumbedrag de verdere
afhandeling aan het college te delegeren.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) accordeert het raadsvoorstel.
De heer Tesselaar
(eb): Namens de gehéle fractie?
De heer Rieuwerts
(vl/gl): Er is wat ruis op de lijn!
De opmerkingen aan het adres van de eb-fractie hadden ten doel die
fractie ertoe te bewegen een initiatiefvoorstel in te dienen, met als
strekking een renovatie van de brug naar de volkstuinen. Dat voorstel
zou op dezelfde uitgangspunten, zoals veiligheid, levensduur
enzovoort, moeten zijn gebaseerd als het collegevoorstel.
De heer Jans
(eb): Ik heb over een levensduur van vijf à tien jaar gesproken!
De heer Rieuwerts
(vl/gl): Daarmee wordt geblokkeerd dat de brug in een wandelroute in
het ecolint wordt opgenomen en dat is onacceptabel.
De heer Jans
(eb): Zodra dat aan de orde is, kan de situatie opnieuw worden bezien.
Een houten bruggetje met witte leuningen past mooi in het Ecolint!
De heer Domburg
(pvda) onthult dat zijn fractie zich in het collegevoorstel kan
vinden, maar wel graag zal zien dat nog even naar het idee van de
eb-fractie wordt gekeken.
Wethouder Dol
(vl/gl) proeft dat een meerderheid van de gemeenteraad het krediet tot
f 250.000,-- wil maximeren. Verder heeft hij beluisterd dat een
aantal fracties betwijfelt of vervanging van de brug absoluut
noodzakelijk is; die fracties vragen zich uit het oogpunt van
kostenbesparing af of toch niet met reparatie kan worden volstaan.
Alhoewel spreker persoonlijk de overtuiging heeft dat, mede gelet op
de gewenste veiligheid, vervanging de enig juist oplossing is, zegt
hij toe te zullen bezien of reparatie een realistische mogelijkheid
is. Enerzijds bespaart een reparatie van circa f 50.000,-- de
gemeente inderdaad veel geld, maar anderzijds mag niet worden
uitgesloten dat over, pakweg, vijf jaar toch kan blijken dat de brug
alsnog dient te worden vervangen; in dat geval zal de gemeente zeker
duurder uit zijn. Hoe dan ook, spreker is bereid naar de mogelijkheid
van reparatie te kijken. Als de eb-fractie binnen een paar weken een
offerte aan het college kan doen toekomen, zal . . .
De heer Jans
(eb): De fractie van Enkhuizer Belang verkeert nog niet in de positie
dat zij voor de gemeente offertes kan opvragen! Dat is de taak van het
college!
Wethouder Dol
(vl/gl): Goed, als de naam van het bedrijf even wordt doorgegeven, zal
het college een offerte aanvragen.
De voorzitter
concludeert dat de portefeuillehouder heeft toegezegd in ieder geval
bìnnen het bedrag van f 250.000,-- te zullen blijven. De
raadscommissie zal van de verdere bevindingen op de hoogte worden
gehouden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane
toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders
overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.
15. Subsidie 2001 Stichting `De Nieuwe Doelen'.
(Voorstel nummer 122, 2001.)
De heer Hekkert
(vvd) haalt naar voren dat het in dit geval om een tekort van
f 40.000,-- op de exploitatie van De Nieuwe Doelen gaat. De
gemeenteraad kan op dit moment uit slechts twee mogelijkheden kiezen,
te weten òf aanvullend f 40.000,-- subsidiëren òf drastisch in
het voorzieningenniveau snijden. Het laatste is gewoonweg onhaalbaar,
zodat de raad in wezen voor een voldongen feit staat. Vandaar dat de
fractie van de vvd niets anders kan doen dan met het voorstel van
burgemeester en wethouders akkoord gaan.
De vraag wat in de komende jaren moet worden gedaan, wordt in het
collegevoorstel doorgeschoven naar de gemeentebegroting 2002, in dit
geval het subsidieprogramma. Aangezien elk jaar wat over het
subsidiebesluit wordt gemord, zal de vvd-fractie via de voorzitter
schriftelijk aan de raad voorstellen de rekeningcommissie naar het
subsidieprogramma te laten kijken. Dan gaat het om de normen die
worden gehanteerd, andere zaken waaraan een financiële bijdrage wordt
afgemeten, voorwaarden et cetera.
De voorzitter
belooft na ontvangst van de aangekondigde brief die voor de raad te
zullen agenderen.
De heer Wiersma
(cda) juicht het aangekondigde vvd-voorstel toe, de cda-fractie zal
dat steunen.
Enige tijd geleden heeft hij een vergadering van gebruikers van De
Nieuwe Doelen bijgewoond. Zij maken zich ernstig zorgen over de
toekomst. Het is dan ook van belang dat het gemeentebestuur zich op
een relatief korte termijn beraadt op de vraag wat met betrekking tot
De Nieuwe Doelen moet worden nagestreefd. Kortom: welke kant wil de
gemeente op? Bijvoorbeeld: moet het gebouw worden gesloopt en iets
anders worden gebouwd? Met het geven van een antwoord op dit soort
vragen kan de raad zichzelf veel gezeur besparen.
De heer De Geus
(rpf/sgp) staat achter het voorstel De Nieuwe Doelen voor het jaar
2001 een aanvullende subsidie ad f 40.000,-- te verstrekken.
Antwoorden op vragen die op de toekomst betrekking hebben, laat de
fractie mede afhangen van de informatie en de zienswijze van het
college. Dan gaat het om mogelijkheden als realisering Dijktheater,
opwaardering De Nieuwe Doelen, slopen en nieuwbouw et cetera. De
recent gehouden bijeenkomst heeft in dezen helaas geen helderheid
verschaft.
De heer Hekkert heeft aangekondigd een brief te zullen sturen waarin
wordt voorgesteld de rekeningcommissie het subsidiebeleid te laten
onderzoeken. Wanneer het desbetreffende voorstel de raad bereikt, zal
sprekers fractie dat graag ondersteunen.
De heer Hart
(eb) ondersteunt namens de fractie van Enkhuizer Belang het
collegevoorstel. Voor het overige wil zijn fractie graag tijdig worden
geïnformeerd over datgene wat met De Nieuwe Doelen zal gebeuren en/of
de ontwikkeling van een daarmee verband houdend project.
De heer Boland
(d66) beluisterde dat volgens de heer Hekkert de raad voor een fait
accompli werd geplaatst. Weliswaar kan nog niet over een bodemloze put
worden gesproken, maar die is wel ontzettend diep. De raad moet daarom
heel snel een discussie starten over de vraag wat deze met De Nieuwe
Doelen wil. In die discussie moet ook aandacht worden geschonken aan
de vraag of het wel zinvol is dergelijke voorzieningen via de
stichtingsvorm op afstand van de gemeente te zetten, terwijl eventuele
tekorten toch op het bordje van het gemeentebestuur terechtkomen.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) aanvaardt het collegevoorstel en wacht de verdere discussie
met belangstelling af. Hij meent zich trouwens te herinneren dat in
relatie met het Dijktheater is afgesproken die gedachtewisseling in
december te doen plaatsvinden.
De heer Domburg
(pvda) haakt op het raadsvoorstel in met de mededeling dat zijn
fractie met de gevraagde aanvullende subsidie instemt, maar die niet
als een structurele oplossing wenst aan te merken. In de visie van de
pvda-fractie wordt eenmalig een financieel gat gedicht en niet meer
dan dat.
Wethouder Van Doornik
(cda) bedankt voor de brede ondersteuning die vanuit de raad aan het
collegevoorstel is gegeven. Tegelijkertijd hebben de meeste fracties
kenbaar gemaakt dat op een zo kort mogelijke termijn in relatie met
het Dijktheater over de toekomst van De Nieuwe Doelen dient te worden
gesproken. Naar aanleiding van de rapportage over de noodzakelijke
voorzieningen is al een discussie ontstaan. Vanmorgen is in het
college afgesproken dat de raad zo spoedig mogelijk een voorstel
tegemoet kan zien.
De heer De Geus
(rpf/sgp) vestigt de aandacht op het feit dat hij het standpunt van de
heer Domburg deelt. Ook de rpf/sgp-fractie denkt niet aan een
structurele verhoging van de subsidie aan De Nieuwe Doelen. Aan de
andere kant moet worden erkend dat de raad de nu ontstane financiële
situatie ten minste gedeeltelijk over zichzelf heeft afgeroepen door
de Nieuwe Doelen bepaalde beperkingen op te leggen. Mede als gevolg
daarvan is een exploitatietekort ontstaan. Gevreesd moet worden dat
dit geen eenmalige gebeurtenis is, tenzij de raad het
stichtingsbestuur in staat stelt op andere manieren geldstromen te
genereren.
De voorzitter
neemt aan dat deze materie nu voldoende is besproken. Duidelijk is dat
de raad in december uitvoerig wil praten over de vraag wat met De
Nieuwe Doelen moet worden gedaan, welke financiële consequenties
daaruit voortvloeien, welke andere projecten in de beoordeling moeten
worden betrokken enzovoort.
Wethouder Van Doornik
(cda): Nou . . . , december zal waarschijnlijk niet haalbaar zijn. De
discussie zal op een zo kort mogelijke termijn worden gevoerd.
De voorzitter
: In ieder geval nog in déze zittingsperiode.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane
toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders
overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.
16. Rondvraag.
· De heer Hart (eb) stipt aan dat tijdens inspraakgelegenheden waar
het parkeerbeleid ter discussie stond altijd werd toegezegd dat het
verslag van de bijeenkomst aan de geïnteresseerden zou worden
toegezonden. De betrokken burgers zitten echter nog steeds op die
stukken te wachten.
Wethouder Van Doornik
(cda) doet de toezegging dat hij deze opmerking morgen zal doorgeven
aan de afdeling die met deze zaak is belast.
De voorzitter
noemt het logisch het setje informatie dat aan de ondernemers is
toegezonden zo spoedig mogelijk ook aan de raad te doen toekomen.
Wethouder Van Doornik
(cda): Nee, de heer Hart doelt op bezoekers van de wijkavonden.
De heer Hart
(eb): Nee, het parkeerbeleid.
De voorzitter
: Oh, niet de wijkavonden, maar de inspraak in verband met het betaald
parkeren.
Wethouder Van Doornik
(cda): Ja, daarvan zijn aantekeningen gemaakt en ook moeten lijsten
van aanwezigen bestaan. Aan de mensen die hun naam op de lijst hebben
gezet, is toegezegd dat zij het verslag zullen krijgen.
De voorzitter
: Dat zal dus alsnog gebeuren.
· De heer Rieuwerts (vl/gl) refereert aan de op 15 oktober jongstleden
gehouden vergadering van de commissie wev. Tijdens die gelegenheid
heeft zijn fractiegenoot de heer Van der Pluym gevraagd de voormalige,
zogenaamde `ouderenbus' in te zetten voor het vervoer van
vrijwillig(st)ers van Enkhuizen naar Hoorn vice versa. Mevrouw
Dangermond vermeldde toen dat het kinderdagverblijf waarschijnlijk
geen behoefte aan die bus had. Bij spreker heeft die mededeling de
vraag opgeroepen waar die bus is gebleven, want volgens de fractie van
Verenigd Links/groenlinks kan dat voertuig wel degelijk een rol spelen
in het vervoer van vrijwillig(st)ers.
Wethouder Van Doornik
(cda) haakt op de vraag van de heer Rieuwerts in met de mededeling dat
het probleem van het vervoer van de vrijwillig(st)ers naar Hoorn is
aangekaart bij het bestuur van Overvest. Vervolgens is van die kant
gemeld dat één voertuig ongeschikt is, maar of dit inhoudt dat ergens
nòg een voertuig moet staan zal moeten worden uitgezocht.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) bespeurt een misverstand. Het gaat hem om de voormalige
ouderenbus die bij Overvest in beheer is of was. Toen Overvest een
nieuwe bus kreeg, zou de oude worden gerepareerd en weer aan de
gemeente worden overgedragen. Het was de bedoeling die bus in te
zetten voor het vervoer van kinderen naar en van het
kinderdagverblijf. Dat vervoer vindt alleen na schooltijd plaats,
zodat de bus een groot gedeelte van de dag niet wordt gebruikt.
Vandaar dat is geopperd de bus op de `ongebruikte' uren te benutten
voor het vervoer van vrijwillig(st)ers van Enkhuizen naar Hoorn en
terug. De bus verkeerde in een slechte staat en zeer waarschijnlijk
heeft het dan ook veel tijd gekost die te repareren, maar zo
langzamerhand moet dat toch wel achter de rug zijn.
Wethouder Van Doornik
(cda) moet op dit moment een antwoord schuldig blijven. Hij zal één en
ander echter nagaan en de commissie van zijn bevindingen op de hoogte
brengen.
De rondvraag wordt gesloten.
17. Sluiting.
De voorzitter
dankt de raadsleden voor de geleverde bijdragen, wenst allen wel thuis
toe en sluit de vergadering (23.06 uur).
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Enkhuizen op dinsdag 4 december 2001.
De secretaris, De voorzitter,
(J.J.J. van Huffelen) (drs. S.P.M. de Vreeze)