Onderzoek: Sanering middelen leidt soms tot hogere milieubelasting
Snelle toelating nieuwe middelen nodig voor milieu en groenteteelt
Vrijdag 9 november 2001 - Het wegvallen van onmisbare
gewasbeschermingsmiddelen leidt soms tot een hogere milieubelasting en
bovendien tot grotere teeltrisicos. Dat blijkt uit onderzoek dat het
Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) heeft uitgevoerd in opdracht van
het project Ruimte voor Groenten van LTO-Nederland. Het versneld
toelaten van nieuwe middelen lost drie knelpunten op. Nieuwe middelen
beperken de teeltrisicos, veroorzaken minder milieubelasting en maken
een geïntegreerde gewasbescherming mogelijk.
In het onderzoek is nagegaan welke middelen de telers van prei
(herfstteelt), aardbei (vollegrond) en spruitkool in 2001 konden
gebruiken en welke ze in 2002 kunnen gebruiken ter vervanging van de
onmisbare middelen die in 2001 nog waren toegelaten. In een derde
scenario bekeken de onderzoekers de mogelijkheden van middelen die nu
nog geen toelating in de teelten hebben. Van de drie scenarios werd de
milieubelasting berekend en de uitvoerbaarheid van geïntegreerde
bestrijdingsmethoden beoordeeld.
Uit het onderzoek blijkt dat de milieubelasting van de teelt van prei
stijgt als de telers in seizoen 2002 bepaalde onmisbare middelen niet
meer mogen gebruiken en geen nieuwe middelen tot hun beschikking
hebben. Dat is hoofdzakelijk het gevolg van de lagere effectiviteit
van de in 2002 toegelaten middelen op bepaalde ziekten en plagen,
waardoor de teler een middel soms vaker moet toepassen.
"Het milieu is dus niet altijd gebaat bij het saneren van
milieubelastende middelen", concludeert Jeroen Kloos, projectleider
van Ruimte voor Groenten, uit het onderzoek. Kloos vindt dat bij de
sanering van een middel niet alleen moet worden gekeken naar de
milieubelasting van dat ene middel. "Als geen rekening wordt gehouden
met de effecten op het gehele teeltsysteem, is het milieu per saldo
soms de verliezer. Dat is toch niet de bedoeling." Het CLM en
LTO-Nederland pleiten ervoor nieuwe toelatingen met spoed te
realiseren om een effectieve gewasbescherming mogelijk te maken en
aanzienlijke milieuwinst te boeken.
Grotere teeltrisicos
Het wegvallen van de middelen heeft ook grote teeltproblemen tot
gevolg. Als de telers in seizoen 2002 geen nieuwe middelen kunnen
gebruiken, zal in de productieteelt en de wachtbeddenteelt
(plantenkweek) van aardbeien de opbrengst met 30 procent dalen. De
belangrijkste oorzaken zijn spint, meeldauw en onkruid.
In de spruitenteelt zorgen slakken, witte roest en meeldauw voor
dermate grote teeltrisicos dat de teelt waarschijnlijk onmogelijk
wordt. Bovendien blijft een beperkt aantal insecticiden over voor de
bestrijding van luizen, koolvlieg en koolmot, waardoor de kans op
resistentie sterk toeneemt. Bij prei is het grootste probleem de
trips. De teler zal vaker moeten ingrijpen en daardoor stijgt de
milieubelasting.
Nadere informatie: Jeroen Kloos, projectleider Ruimte voor Groenten,
tel. 070-3382759
Wilt u hierop reageren? Stuur dan uw e-mail naar: info@lto.nl
(Auteur: LTO-Nederland - CLM)