Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=422948


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG Directie Europa Afdeling Oost-Europa en Centraal Azië Bezuidenhoutseweg 67 2500 EB Den Haag
Datum 7 november 2001 Auteur Taco Stoppels
Kenmerk DEU-325/01 Telefoon +31 (0)70 348 60 98
Blad /1 Fax +31 (0)70 348 53 29
Bijlage(n) 1 E-mail deu@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen van het lid Van Middelkoop (ChristenUnie) over Azerbaijan - de zaak van Aliakram Gumbatov
C.c.
Zeer geachte Voorzitter,

Onder verwijzing naar de brief van de Griffier Uwer Kamer d.d. 12 september 2001 kenmerk 2000115370, waarbij gevoegd waren de door het lid Van Middelkoop overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer bij U ingediende vragen, heb ik de eer U als bijlage dezes het antwoord op de gestelde vragen te doen toekomen.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister

van BuitenlandseZaken op vragen van het lid

Van Middelkoop (ChristenUnie).

Vraag 1

Herinnert u uw voornemen, verwoord in uw brief van 23 mei 2001 , blijvende aandacht te geven aan de situatie van de politieke gevangenen in Azerbaijan, waaronder Aliakram Gumbatov wiens familie in Nederland woont en de Nederlandse nationaliteit bezit?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Heeft de commissie van drie onafhankelijke deskundigen die voor de Raad van Europa een aantal individuele zaken van politieke gevangenen bestudeert de voor juni van dit jaar voorgenomen rapportage inmiddels afgerond? Zo ja, wilt u de Kamer het rapport doen toekomen, vergezeld van uw oordeel over de vermelde bevindingen?

Antwoord

Ja, de commissie van drie onafhankelijke deskundigen heeft haar rapportage thans afgerond.

Het eindrapport van de commissie is een vertrouwelijk stuk.

Vraag 3

Heeft de Nederlandse permanente vertegenwoordiger bij de Raad van Europa inmiddels de Azeri autoriteiten ervan op de hoogte gesteld dat de familie van de heer Gumbatov op humanitaire gronden om diens vrijlating heeft verzocht? Wat is de reactie geweest?

Antwoord

De Nederlandse permanente vertegenwoordiger bij de RvE heeft op 4 juni 2001 zijn Azeri collega op de hoogte gesteld van het feit dat de familie van de heer Gumbatov vrijlating op humanitaire gronden nastreeft.

Daarnaast heeft hij op 6 juli 2001 in Azerbaijan mijn Azeri ambtgenoot en de minister van Justitie van dat land op de hoogte gesteld van het streven van de familie.

Van Azeri zijde werd telkens vernomen dat eerst het rapport van de drie door de Secretaris-generaal van de RvE aangestelde deskundigen moest worden afgewacht. Nu dit rapport er ligt, zal Azerbaijan in de nabije toekomst moeten reageren.

Vraag 4

Bent u bereid, al dan niet in het verband van de Raad van Europa, aandacht te blijven geven aan de politieke gevangenen in Azerbaijan, in het bijzonder de heer Gumbatov zolang zulks nodig is?

Antwoord

Het blijven uitoefenen van een consequente en gemeenschappelijke druk op de autoriteiten van Azerbaijan via de RvE biedt naar Nederlandse mening de beste mogelijkheden om het lot van alle politieke gevangen in Azerbaijan, inclusief dat van de heer Gumbatov, te verbeteren en hun invrijheidstelling te bepleiten.

Vraag 5

Wilt u in overweging nemen, gelet op het bijzondere karakter van de positie van de heer Gumbatov en zijn in Nederland wonende vrouw en kinderen, de regering van Azerbaijan rechtstreeks en officieel te verzoeken hem vrij te laten mede met het oogmerk hem met zijn gezinsleden in Nederland te doen herenigen?

Antwoord

Nederland is er van overtuigd dat het uitoefenen van pressie op de autoriteiten van Azerbaijan via het collectief van de RvE noodzakelijk is om politieke gevangen in Azerbaijan, inclusief de heer Gumbatov, vrij te krijgen. Druk tot vrijlating van een enkel persoon kan afbreuk doen aan dat streven.

De Nederlandse vertegenwoordigster in Bakoe bezocht de heer Gumbatov op 10 oktober jl. voor het laatst. De heer Gumbatov heeft bij deze gelegenheid aangegeven dat hij niet te klagen heeft over de behandeling in de gevangenis en dat hij een nieuw, eerlijk en open proces wenst.

Wanneer betrokkene mocht worden vrijgelaten kan hij, zoals ik reeds in mijn brief van 23 mei jl. heb aangegeven, in Azerbaijan een mvv-procedure starten voor gezinshereniging. Dit verzoek zal dan door de IND worden beoordeeld.

'BuZa' 2001, nr. 264

===