Erasmus Universiteit Rotterdam

7 november 2001

Erfelijke borstkanker: ingrijpende keuzen en psychologische reacties

Erfelijke vormen van borst- en eierstokkanker zijn via een genetische test aan te tonen. De werkgroep Erfelijke Tumoren, met daarin o.a. de afdeling oncologie (AZR/Daniel den Hoed Kliniek), afdeling Klinische Genetica (AZR) en Medische Psychologie en Psychotherapie (EUR), biedt risicodragers zon genetische test aan. Mevrouw L.N. Lodder heeft onderzoek verricht naar de psychologische gevolgen daarvan. Zij promoveert woensdag 7 november 2001 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op de dissertatie Omgaan met de kans op erfelijke borst- en eierstokkanker Een prospectief onderzoek naar de psychische gevolgen van beslissingen omtrent genetisch testen, regelmatige controles en preventieve chirurgie.

Van de vrouwen die borstkanker krijgen (in totaal circa tien procent van de vrouwen in de westerse wereld, meestal ouder dan 50 jaar), heeft zon vijf procent een erfelijke vorm. Hun kans op borst- en eierstokkanker is heel groot. Voor een man t is het erfelijk risico op kanker duidelijk minder hoog. Een kind van een vader of moeder met het erfelijk risico, heeft een kans van een op twee om zelf dit erfelijk risico bij zich te dragen.

Vrouwen met een erfelijk risico kunnen vanaf het 25e jaar besluiten tot intensieve controle. Zij kunnen ook overwegen vanwege het risico dat de kanker reeds is uitgezaaid als het wordt ontdekt, borstweefsel te laten verwijderen. Vanaf hun 35e jaar kunnen zij besluiten tot operatieve verwijdering van de eierstokken.

De psychologische gevolgen van deze test en de ingrijpende beslissingen zijn gedurende een jaar door de promovenda gevolgd bij 85 vrouwelijke en 28 mannelijke gezonde risicodragers. Vrouwen laten zich testen om zekerheid te krijgen over de eigen kans op kanker. Voor mannen (maar ook voor een deel van de vrouwen) geldt als motief het verkrijgen van zekerheid over de kans dat de dochters erfelijk zijn belast met kanker.

De psychische stress in de gehele groep was niet hoger dan in de gewone populatie, tot een jaar na de test.
Wel is er verhoogde stress en reden tot extra begeleiding bij de vrouwen die uit voorzorg voor de borstoperatie kiezen. (Ongeveer de helft van de vrouwen met het erfelijk risico.) Zij zijn vaak tussen de 30 en 40 jaar, hebben jonge kinderen en/of zijn vanaf jonge leeftijd met veel zieke familieleden bekend. Borstverwijdering (meestal toegepast met een directe borstreconstructie) leidt bij een belangrijk deel van de vrouwen tot lichamelijke klachten, ontevredenheid met hoe het borstgebied er uit ziet en aanvoelt, een vermindering van zelfvertrouwen en libido, maar anderzijds tot vermindering van stress, en zelden tot spijt. Volgens de promovenda is het belangrijk de ruimte en tijd te nemen voor goede voorlichting over eventuele negatieve gevolgen van borstverwijdering.

Van risicodraagsters die afzien van een genetische test (in totaal zon veertig procent), vinden de degenen die regelmatige controle ondergaan deze vorm van begeleiding, zonder verdere risicobepaling, afdoende.

Recent is door de Rotterdamse werkgroep Erfelijke Tumoren de vermindering van de kans op kanker door borstverwijdering bij vrouwen met erfelijk risico, in vergelijking met degenen die voor controles kozen, duidelijk aangetoond. De psychologische bevindingen van dit onderzoek ondersteunen de begeleiding en zorgverlening aan de risicodraagsters tot nu toe.

Promotores: prof.dr. R.W. Trijsburg, Psychotherapie en prof.dr. M.F. Niermeijer, Klinische genetica

Noot voor de pers
Promotie 7 november 2001, 15.45 uur
Plaats: Hoboken, Collegezaal 7
Info: bij de promovenda, tel (070) 313 4340
e-mail l.n.lodder@freeler.nl
Erfelijke borstkanker: ingrijpende keuzen en psychologische reacties