7 november 2001 Nr. 01/179
Evaluatie maatregelen op gebied van ziekte en arbeidsongeschiktheid
Premiedifferentiatie in de WAO heeft er toe geleid dat de kosten van de WAO in hogere mate zijn gelegd bij de belangrijkste veroorzakers ervan, de grote bedrijven. Voor 43 procent van de bedrijven met meer dan 15 werknemers is in 2000 het totale premiepercentage als gevolg van de premiedifferentiatie verhoogd. Tegelijkertijd is voor 96 procent van de bedrijven met minder dan 15 werknemers het premiepercentage verlaagd. De wet voorkomt op die manier dat kleine werkgevers als groep meebetalen aan de lasten die door grote werkgevers worden veroorzaakt. Daarnaast zijn werkgevers als gevolg van de financiële prikkel in de wet anders gaan denken over ziekte en arbeidsongeschiktheid. Het wordt niet langer als een abstract collectief probleem gezien, maar steeds meer als een concreet probleem voor werkgevers en werknemers.
Dat blijkt uit een samenvattende analyse van onderzoeksbureau AS/tri over de Wet
premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (Pemba), de Wet
uitbreiding loondoorbetaling bij ziekte (Wulbz), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering
zelfstandigen (Waz) en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).
Staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft deze evaluatie naar de
Tweede Kamer gestuurd, samen met een kwantitatieve analyse van deze vier wetten door het
ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, die in 1998
van kracht werd, introduceerde onder meer premiedifferentiatie in de WAO. Dit betekent dat
werkgevers een hogere WAO-premie moeten betalen naarmate er meer van hun werknemers in de WAO
komen. Werkgevers worden hierdoor gestimuleerd om ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid tegen te
gaan. Ondanks de invoering van de premiedifferentiatie is het aantal arbeidsongeschikten blijven
stijgen. Dit komt ten eerste omdat de financiële prikkel geleidelijk, gedurende een periode van
vijf jaar wordt ingevoerd en daarom pas op termijn effect heeft. Daarnaast is de wet van kracht
geworden in een periode van een krappe arbeidsmarkt, waardoor de druk op de WAO groot is.
Overigens zit er vaak tijd tussen het 'schrik-effect' van een hogere premie en het succesvol
invoeren van maatregelen om ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid te voorkomen.
Het aantal WAO-uitkeringen als percentage van het aantal werknemers vanaf 1996 is slechts licht
gestegen. Dit komt doordat het aantal werknemers de laatste jaren ongeveer even snel is gegroeid
als het aantal uitkeringen. Verder neemt het aantal volledige WAO-uitkeringen af en het aantal
gedeeltelijke uitkeringen toe.
Volgens staatssecretaris Hoogervorst is de omvang van de prikkels uit de wet groot genoeg om op
termijn effecten te verwachten. Een werkgever met een hoog WAO-risico zal bijvoorbeeld over een
paar jaar tot 3 keer zo veel WAO-premie betalen als een vergelijkbare werkgever met een laag
risico.
De Wet uitbreiding loondoorbetaling bij ziekte, die in 1996 van kracht werd, regelt dat werkgevers
gedurende het gehele eerste ziektejaar van de werknemer minimaal 70 procent van het loon moet
doorbetalen. In vrijwel alle CAO's is dit overigens uitgebreid tot 100 procent. Na de introductie
van de wet liet het ziekteverzuim in eerste instantie een daling zien. Daarna trad als gevolg van
de economische groei en de krappe arbeidsmarkt weer een stijging op. Ook speelde daarbij een rol
dat het grootste deel van de werkgevers het verzuimrisico verzekerd heeft bij particuliere
verzekeraars.
In principe betekent het verzekeren van de eigen risico-periode van een jaar een vermindering van
de financiële prikkel van de loondoorbetalingsverplichting, die werkgevers ertoe moet aanzetten
het ziekteverzuim te beperken. Echter, de ziekteverzuimverzekeraars blijken in eerste instantie de
premies te laag vastgesteld te hebben en verhoogden vanaf 1998 de premies en het eigen risico,
waardoor alsnog sprake is van een financiële prikkel. Dit heeft ook geleid tot een verbetering van
het arbeidsomstandighedenbeleid in het bedrijfsleven.
Hoogervorst schrijft dat van nieuw beleid nog positieve effecten te verwachten zijn op het
reïntegratiebeleid van ondernemingen. Hij doelt hierbij op de Wet verbetering poortwachter, waarin
regels voor het eerste ziektejaar zijn vastgelegd en de verbeteringen die worden aangebracht in de
WAO-keuringen.
Het kabinet heeft de commissie-Donner gevraagd advies uit te brengen over de toekomst van de WAO.
Het advies van deze commissie ligt momenteel voor advisering bij de Sociaal-Economische Raad. Na
ommekomst van het SER-advies zal het kabinet met een standpunt komen.
---
De volledige tekst van de brief van staatssecretaris Hoogervorst en de bijbehorende rapporten
staan op de internetsite van het ministerie van SZW: www.minszw.nl (klikken op "Officiële
publicaties" in de linker knoppenbalk).
Het rapport 'Prikkels en Privatisering' van AS/tri verschijnt in de Elsevier-reeks en is vanaf
begin volgende week te koop bij Elsevier bedrijfsinformatie, 0314-35 83 58. Een aparte evaluatie
van de WAZ is ook te koop bij Elsevier bedrijfsinformatie en kost 43 gulden. Het ISBN is 90 5749
540 6.