Geen signalen van belangenverstrengelingen rechtsbijstandverzekeraars
Minister Zalm van Financiën acht een nader onderzoek naar eventuele
belangenverstrengelingen bij rechtsbijstandverzekeraars niet nodig.
Dat concludeerde hij in zijn antwoord op de vragen van Kamerlid
Scheltema-de Nie. Scheltema-de Nie vroeg of grote
verzekeringsmaatschappijen belangen hebben in
rechtsbijstandverzekeraars en of mogelijk belangenverstrengelingen
bestaan bij deze verzekeraars.
Zalm geeft aan dat als een verzekeraar naast andere branches ook de
branche rechtsbijstand uitoefent, de situatie zou kunnen ontstaan dat
zich binnen de boezem van die verzekeraar belangenconflicten voordoen.
Zon verzekeraar kan immers de ene partij tegen aansprakelijkheid
hebben verzekerd en de andere partij voor rechtsbijstand. In Europees
verband is onderkend dat dergelijke situaties ongewenst zijn en daarom
zijn in Richtlijn 87/344/EEG bepalingen opgenomen om
belangenconflicten, die ontstaan als een verzekeraar meerder branches
uitoefent, te voorkomen. Deze richtlijn is verwerkt in de artikelen 58
tot en met 63 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf (Wtv 1993).
Hierin wordt onder meer voorgeschreven dat een multibrancheverzekeraar
de schaderegeling voor de branche rechtsbijstand moet onderbrengen in
een juridisch zelfstandig schaderegelingskantoor. Daarnaast mogen
leidinggevenden en het overig personeel van dat schaderegelingskantoor
zich niet tegelijkertijd bezighouden met de schaderegeling voor een
aangesloten multibrancheverzekeraar of het geven van adviezen terzake,
als met zon multibrancheverzekeraar financiële, commerciële of
administratieve banden bestaan. Hiermee wordt voorkomen dat
multibrancheverzekeraars een ongewenste invloed kunnen uitoefenen op
de schaderegeling door gespecialiseerde rechtsbijstandverzekeraars.
Verder schrijft de richtlijn voor dat de rechtsbijstandverzekeraar
verplicht is in de polis op te nemen dat de verzekerde in geval van
een belangenconflict de bevoegdheid heeft een advocaat of andere
rechtens bevoegde deskundige te kiezen en dat moet hij de verzekerde
meedelen telkens wanneer zich een belangenconflict voordoet. Ten
slotte zijn rechtsbijstandverzekeraars verplicht een
geschillenregeling in de polisvoorwaarden op te nemen om op die manier
aan te geven welke gedragslijn er bij verschil van mening tussen de
verzekeraar of het schaderegelingkantoor en de verzekerde zal worden
gevolgd.
Scheltema-de Nie vroeg ten slotte of er onderzoek is verricht naar
eventuele belangenverstrengelingen. Zalm heeft hiervoor navraag gedaan
bij de Pensioen- & Verzekeringskamer, de Stichting Klachteninstituut
Verzekeringen en de Consumentenbond. Bij geen van deze instellingen
zijn signalen binnengekomen die erop wijzen dat het systeem dat
voortvloeit uit de Europese richtlijn, in de praktijk onvoldoende
functioneert. Ook in de reguliere contacten met de Europese Commissie
en de andere lidstaten is nooit aan de orde gekomen dat op dit punt
problemen zouden bestaan.
Bondig, november 2001
Ga een pagina terug