Kenniscentrum Handel

nieuws

Inspectie krijgt meer geld en bezoekt scholen vaker

6 november 2001 De Volkskrant berichtte vanmorgen over strengere controles in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Onderstaand is het volledige artikel opgenomen.
Achter de link (onderaan deze) pagina is eveneens een Volkskrant artikel opgenomen. Daarin beschouwt N. Dodde, hoogleraar historische onderwijskunde, kritisch de onderwijsinspectie.

Alle scholen in het basis- en voortgezet onderwijs moeten erop rekenen dat zij voortaan ieder jaar de inspectie van het onderwijs over de vloer krijgen. Het bezoek hoeft slechts één dag te duren, maar dat kan intensiever worden als een school slecht blijkt te functioneren. Voor de extra inspecteurs die hiervoor nodig zijn, moet het kabinet zo snel mogelijk geld zien te vinden.

Over deze wijziging in de Wet op het onderwijstoezicht zijn de regeringspartijen PvdA, VVD en D66 het maandagavond eens geworden in de Tweede Kamer. De fracties maken het overheidstoezicht op het onderwijs daarmee nog intensiever dan minister Hermans van Onderwijs zelf in de wet wilde vastleggen.

Zij menen dat slechts één inspectie-bezoek in drie of vier jaar tijd vaak niet genoeg is om de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs in de gaten te houden.

Met de toezichtswet introduceert Hermans twee nieuwe elementen in het onderwijstoezicht. Ten eerste worden de oordelen van de inspectie openbaar, zodat ouders via internet scholen kunnen vergelijken. Ten tweede gaat de inspectie op veel meer dingen letten dan voorheen.

Behalve het objectief meetbare functioneren van een school - krijgen de leerlingen genoeg uren les, halen zij een voldoende niveau - gaat de inspectie ook een oordeel uitspreken over de gebruikte leermethoden en het pedagogisch-didactisch klimaat dat op school heerst.

De inspecteurs gaan bijvoorbeeld controleren of leerachterstanden wel effectief worden bestreden, of er veel frontaal of juist in groepjes wordt lesgegeven en of er veel wordt gepest op school.

Hierover ontvouwde zich in de Kamer een klassiek debat. Volgens CDA, ChristenUnie en SGP wordt de zwaarbevochten vrijheid van onderwijs namelijk serieus bedreigd, vooral voor de bijzondere scholen. Hoe scholen rekenles geven doet er niet zoveel toe, vinden de partijen, als het eindresultaat maar voldoende is.

De rest van de Kamer - een forse meerderheid - vindt het daarentegen onuitstaanbaar dat scholen nu jarenlang een oude, niet bijster effectieve rekenmethode kunnen gebruiken, zonder dat de inspectie direct kan ingrijpen. 'De vrijheid van onderwijs kan geen excuus zijn om falen met de mantel der liefde te bedekken', aldus PvdA-Kamerlid S. Dijksma.

De regeringspartijen wezen er ook op dat bijvoorbeeld de sfeer op school aantoonbaar van invloed is op het aantal leerlingen dat de opleiding zonder diploma verlaat. Scholen moeten er daarom op aangesproken kunnen worden.

De minister zelf verzekerde de Kamer dat hij scholen niets wil dicteren. Maar zij moeten over hun manier van werken wel de discussie met de samenleving durven aangaan, vindt hij.

Hermans: 'Ik wil scholen een spiegel voorhouden. Want je kunt wel tevreden zijn als je een zesje uit een leerling haalt, maar als er meer had ingezeten is dat toch jammer. Als ouder van vier kinderen zou ik het dan in elk geval wel graag willen weten.'