NIPO

Ruim 200.000 vrouwen blijven onnodig 'de pil' slikken tijdens de overgang

Van de ruim 1,6 miljoen Nederlandse vrouwen tussen de 45 en 60 jaar, de leeftijdsgroep van de overgang, slikt 12,9% de pil, met name ter voorkoming van overgangsklachten.
NIPO Consult heeft in opdracht van de KNMP onderzoek gedaan naar de oorzaken van dergelijk pilgebruik, en constateert een duidelijke informatiebehoefte bij pilgebruiksters.
Apothekers kunnen hierin een rol spelen
Achtergrond
In opdracht van de KNMP (Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie) heeft NIPO Consult onderzoek verricht naar de oorzaken van het gebruik van de anticonceptiepil door vrouwen in de overgang. Aanleiding hiervoor was het beeld bestaat dat veel vrouwen de pil blijven gebruiken tijdens de overgang om overgangsklachten tegen te gaan. De Stichting Farmaceutische Kengetallen heeft becijferd dat het pilgebruik onder vrouwen tussen de 40 en de 60 jaar in de achterliggende 2,5 jaar met 13% per jaar is toegenomen. Pilgebruik kan echter nadelen met zich meebrengen, en tegenwoordig bestaan er voor de behandeling van overgangsklachten adequate alternatieven.
Het doel van het onderzoek is geweest de KNMP inzicht te verschaffen in de redenen van pilgebruik tijdens de overgang .Daarmee krijgen apothekers aanknopingspunten om hun patiënten beter te kunnen voorlichten over de voor- en nadelen van de verschillende behandelwijzen.

Het onderzoek is gehouden onder een representatieve steekproef van pilgebruiksters en niet-pilgebruiksters.
Het onderzoek is verricht in het kader van "De Week van de Vrouw" die door de KNMP georganiseerd wordt van 12 tot en met 16 november 2001. Merendeel van vrouwen in de overgang heeft hinder van overgangsverschijnselen
Het onderzoek toont aan, dat negen van de tien vrouwen in de overgang last hebben van overgangsklachten. Het blijkt dat ongeveer één op de acht vrouwen in de overgangsperiode de anticonceptiepil slikt.
Gebruik van middelen ter bestrijding van overgangsklachten bij vrouwen in de overgang is hoog
Na verloop van tijd gaan vrouwen in de overgang actie ondernemen om hun klachten te verminderen. Bijna de helft van de vrouwen gebruikt een speciaal overgangsmiddel, ruim een kwart gebruikt een kruidenmiddel, en één op de acht vrouwen slikt de pil. Pilgebruiksters overwegen in mindere mate (32%) om een speciaal middel te gebruiken om overgangsklachten tegen te gaan.Dit heeft vooral te maken met onbekendheid met dergelijke middelen, het risico op zwangerschap, en de vermeende hogere gezondheidsrisico's. Pilgebruik tijdens de overgang heeft nauwelijks invloed op overgangsklachten
Overgangsverschijnselen betreffen fysieke, psychische of meer sociale klachten. Pilgebruiksters blijken evenzeer klachten te hebben ten gevolge van de overgang als niet-pilgebruiksters (88% pilgebruiksters; 89% niet-pilgebruiksters). Fysieke klachten zijn vooral opvliegers en hevige transpiratie. Prikkelbaarheid is de meest voorkomende psychische klacht. De meer 'sociale klachten' hebben te maken met de hinder die vrouwen in de overgang ondervinden door onbegrip, onderschatting of ontkenning van de problematiek door hun omgeving. De titel van het rapport, "Mam, je bent niet meer de moeder die we kenden!", heeft hierop betrekking. Pilgebruiksters vinden zich minder goed geïnformeerd over de overgang
Ruim de helft van de pilgebruiksters (53%) heeft naar eigen zeggen onvoldoende kennis over de overgang, de klachten en de mogelijke oplossingen. Beduidend minder niet-pilgebruiksters geven aan hierover onvoldoende te weten (32%).
Via apotheek en massamedia zijn voldoende kansen om pilgebruik tijdens de overgang te beïnvloeden
Het regelmatige apotheekbezoek door pilgebruiksters (wegens de verstrekking van de pil) geeft de apotheker de gelegenheid de communicatie met pilgebruiksters te vergroten. Op deze manier wordt hun kennis omtrent de overgang en de daarbij behorende klachten verhoogd. Dit biedt tegelijkertijd kansen om zich actiever bij de doelgroep te positioneren. De deskundigheid van de apotheker trekken vrouwen in de overgang niet in twijfel. Toch maken zij minder gebruik van de apotheek als informatiebron dan van huisarts, tijdschriften of internet. Naast de apotheek komt internet als adequaat middel naar voren om de kennis over de overgang bij de doelgroep te vergroten.

Meer informatie over het onderzoek is te krijgen bij: NIPO Consult
drs. S.H. Mulder (senior adviseur)
telefoon: 020 5225 402
e-mail: s.mulder@nipo.nl
KNMP
C.M. de Roos, apotheker
070 37 37 302 of 06 51 51 44 21
e-mail: c.m.de.roos@knmp.nl


---
Anja Dobber

NIPO the market research institute
Telephone (+31) 20 - 5225 791
Fax (+31) 20 - 5225 333
E-mail A.Dobber@nipo.nl
Internet http://www.nipo.nl

---