CBS

Productie duurzame energie gestegen

In 2000 was 1,2 procent van de Nederlandse energievoorziening afkomstig uit duurzame energiebronnen, zo blijkt uit cijfers van het CBS en NOVEM. Door productie van duurzame energie is de besparing, uitgedrukt in aardgasequivalenten, tussen 1990 en 2000 toegenomen van 0,5 miljard m3 tot 1,2 miljard m3 aardgas. Deze hoeveelheid opgewekte duurzame energie is voldoende om bijna 9 procent van de Nederlandse huishoudens van energie te voorzien. In 2000 steeg de totale hoeveelheid geproduceerde duurzame energie met 12 procent in vergelijking met 1999. Ondanks dit groeipercentage is het aandeel duurzame energie nog altijd bescheiden te noemen. Met het gebruik van duurzame energiebronnen wordt de inzet van primaire energiedragers, zoals aardgas en steenkool, vermeden. Bovendien wordt de uitstoot van broeikasgassen en gassen die bijdragen aan de verzuring van het milieu verminderd. Door het gebruik van duurzame energie werd in 2000 2,4 Megaton aan CO2-uitstoot voorkomen.

Toename wind- en zonne-energie
De productie van windenergie vervijftienvoudigde tussen 1990 en 2000. In 2000 bestond ruim 18 procent van de totale duurzame energieproductie uit windenergie. Het opgestelde vermogen aan windmolens is met 442 MW. bijna achtmaal zo groot geworden als in 1990. Ook het gebruik van zonne-energie nam toe. Zo steeg het aantal geplaatste zonneboilersystemen van ruim 2.000 in 1990 tot bijna 50.000 in 2000. Het geplaatste vermogen aan zonnecellen waarin onder invloed van zonlicht elektriciteit wordt opgewekt (fotovoltaïsche zonne-energieinstallaties) werd zestien maal zo groot. De bijdrage van zonne-energie aan de totale hoeveelheid duurzame energie blijft echter bescheiden (1,3 procent). De hoeveelheid wind- en zonne-energie steeg in 2000 behoorlijk in vergelijking met 1999 met respectievelijk 29 procent en 19 procent. Opvallend is de flinke toename van energie uit waterkracht met 59 procent, een gevolg van het natte jaar 2000. Het benutten van de omgevingswarmte door toepassing van warmtepompen en warmte/koude opslag neemt de laatste jaren gestaag toe. In 2000 was de toename 22 procent in vergelijking met 1999.

Bovengenoemde groeipercentages konden gerealiseerd worden omdat de productie van duurzame energie relatief nieuw en nog sterk in opkomst is. Het aandeel wind-, zonne-energie, waterkracht en benutting van omgevingswarmte in de totale duurzame energieproductie stijgt voortdurend. In 1990 bestond slechts 8 procent van de duurzame energie uit deze vormen. In 2000 is dit percentage opgelopen tot 26 procent.

Aandeel bio-energie nog altijd groot
Bio-energie is energie opgewekt uit verbranding van het organische gedeelte van afval, verbranding van biomassa en uit biomassavergisting. De hoeveelheid bio-energie steeg in 2000 met 7 procent in vergelijking met 1999. Het aandeel van bio-energie in het jaar 2000 is 74 procent van de totale duurzame energievoorziening. In 1990 was dit nog 92 procent. De laatste jaren is de productie van duurzame energie door de verbranding van biomassa sterk in opkomst. Voor een deel is de toename te verklaren uit de realisatie van nieuwe projecten waardoor capaciteit om biomassa te verbranden is vergroot. Daarnaast is in de industrie meer hout verbrand om energie op te wekken en wordt op steeds grotere schaal overgegaan tot het meestoken van biomassa in elektriciteitscentrales.

Technische toelichting
Onder duurzame energie verstaat men de winning van energie uit wind, stromend water, zonnestraling en met behulp van een warmtepomp uit de omgeving onttrokken warmte, de opslag van energie in de vorm van wamte/koude opslag en bio-energie. Bio-energie is een vorm van duurzame energie die ontleend wordt aan de verbranding van de organische fractie van afval en biomassa en energie die ontstaat uit de benutting van gistingsgassen die ontstaan bij vuilstortplaatsen (stortgas) en bij riool- en afvalwaterzuiveringsinstallaties (RWZI's en AWZI's). Onder biomassa verstaan we reststromen die bestaan uit organisch materiaal. Dat kan o.a. zijn: afvalhout, dunnings-/snoeihout, papierslib, biomassakorrels, maar ook diermeel, zuiveringsslib, kippenmest enz., en eveneens gewassen, die speciaal gekweekt worden voor energieopwekking. Zonne-energie wordt actief benut via zonnecellen en zonnecollectoren. Onder deze laatste categorie vallen de zonneboilers. Zonne-energie wordt daarbij omgezet in warm water. In zonnecellen wordt rechtstreeks elektriciteit opgewekt. Import van duurzame energie is niet meegerekend. Betrouwbare gegevens hierover ontbreken. De berekening van de hoeveelheid geproduceerde duurzame energie is uitgevoerd volgens de methodiek van het Protocol Monitoring Duurzame Energie en met kentallen voor de referentietechnologieën in het jaar 2000. De waarneming van duurzame energie is een samenwerking tussen het CBS en NOVEM (Nederlandse Onderneming voor Energie en Milieu BV).