Gemeente Hoogeveen

Wet Milieubeheer (rectificatie)

Burgemeester en Wethouders van Hoogeveen, maken met inachtneming van het bepaalde in artikel 3:44 van de Algemene Wet Bestuursrecht bekend, dat zij op 23 oktober 2001een vergunning ingevolge de Wet Milieubeheer hebben verleend naar aanleiding van de aanvraag van de heer

H. ter Steege te Nieuweroord voor een nieuwe de gehele inrichting omvattende vergunning voor een legkippenbedrijf, gelegen aan de Coevorderstraatweg 95 te Nieuweroord.

Het besluit is ten opzichte van het eerder ter inzage gelegde ontwerp niet gewijzigd.

Aan het besluit zijn voorschriften verbonden ter bescherming van het milieu.

Het besluit en andere op deze zaak betrekking hebbende stukken liggen vanaf 8 november 2001 tot en met 20 december 2001 op werkdagen tijdens kantooruren ter inzage bij de sector Milieu en Openbare Werken, afdeling Milieu-inspectie en -vergunningen, Raadhuisplein 24 te Hoogeveen (Compagnieshuis)). Indien gewenst kan een mondelinge toelichting op de stukken worden verkregen. Op verzoek kunnen de stukken op dinsdagen ook buiten kantooruren worden ingezien. De stukken zullen dan van 16.00 tot 19.00 uur ter inzage worden gelegd in het gemeentehuis (bodekamer, Raadhuisplein).

Op grond van het bepaalde in de artikelen 20.1, lid 1, 20.6 en 20.7 van de Wet Milieubeheer en artikel 6:7 van de Algemene Wet Bestuursrecht staat tot en met 20 december 2001 beroep open bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State voor:
* Degenen die overeenkomstig de artikelen 3:24 of 3:25 van de Algemene Wet Bestuursrecht schriftelijk dan wel mondeling bedenkingen hebben ingebracht tegen het ontwerp-besluit.
* De adviseurs die overeenkomstig artikel 3:23 van de Algemene Wet Bestuursrecht advies hebben uitgebracht over het ontwerp-besluit.
* Degenen die bedenkingen hebben tegen wijzigingen die bij het geven van het besluit ten opzichte van het ontwerp zijn aangebracht.
* Belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen bedenkingen te hebben ingebracht tegen het ontwerp-besluit.

Het besluit wordt na afloop van de beroepstermijn van kracht, tenzij voor deze datum bij de voorzitter van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening is gedaan.

Indien het besluit tevens betrekking heeft op het oprichten of veranderen van een inrichting, dat tevens is aan te merken als bouwen in de zin van de Woningwet, dan wordt het besluit ingevolge het bepaalde in artikel 20.8 van de Wet Milieubeheer niet eerder van kracht dan nadat de betrokken bouwvergunning is verleend.

Het beroepschrift en het eventueel in te dienen verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, respectievelijk aan de voorzitter van deze afdeling, Postbus 20019, 2500 EA te 's-Gravenhage.

© Copyright Gemeente Hoogeveen