FNV BOUW
Bouwmaatschappij Van Elst laat personeel met lege handen achter
Bouwmaatschappij Van Elst uit Veenendaal is failliet verklaard.
Daardoor komen 132 personeelsleden op straat te staan. De directie
zegt geen geld te hebben voor een goed sociaal plan. En dat terwijl de
Verenigde van Elst Bedrijven, waar de bouw-maatschappij deel van uit
maakt, de afgelopen jaren een miljoenenvermogen heeft opgebouwd. De
bonden FNV Bouw, Hout- en Bouwbond CNV en Vakvereniging Het Zwarte
Corps spreken de directie nu aan op hun morele verplichting om het
personeel financieel enigszins tegemoet te komen.
In juni werd duidelijk dat Bouwmaatschappij Van Elst, dat in de
zestiger jaren is opgericht, grote financiële problemen had. Nadat de
verschillende scenario.s . van totale verkoop tot afgeslankt doorgaan
. onmogelijk waren gebleken, was het faillissement onafwendbaar. Naar
het oordeel van de bonden had de directie hen jaren eerder moeten
inschakelen, zodat de sanering bijtijds in gang gezet had kunnen
worden. Op het moment dat de bonden erbij betrokken werden, was het
daarvoor echter te laat. Weliswaar onderhandelde de directie over een
sociaal plan, maar met het bedrag dat werd aangeboden zouden de ruim
130 betrokken medewerkers niet beter af zijn geweest dan bij een
faillissement. Daar konden de bonden natuurlijk niet mee akkoord gaan.
Ondertussen werd het vermogen van de bouwmaatschappij weggesluisd naar
de ontwikkelings- en exploitatiebedrijven, die eveneens een onderdeel
vormen van de Verenigde van Elst Bedrijven, en naar Vastgoed van Elst,
maar waar nu geen aanspraak op kan worden gemaakt. Daardoor is er
volgens de directie geen geld meer voor een sociaal plan en blijft het
personeel letterlijk met lege handen achter. In strikt juridische zin
staat de directie in haar recht, maar in morele zin is haar opstelling
in de ogen van de bonden laakbaar. Het zijn immers diezelfde
medewerkers, die vaak tientallen jaren in dienst waren van Van Elst,
die hun steentje hebben bijgedragen aan de opbouw van het omvangrijke
vermogen van de Verenigde van Elst bedrijven. Eerst heeft de directie
zich weinig daadkrachtig getoond om het faillissement af te wenden en
nu dreigen ze het personeel ook nog eens in de kou te laten
staan.
Sinds juni hebben de bonden tal van pogingen ondernomen om tot een
aanvaardbaar sociaal plan te komen. De directie is daar echter
stelselmatig niet op ingegaan. Ze was er vooral op uit om tegen een
geringe vergoeding een aantal medewerkers met hun eigen ontslag te
laten instemmen, zodat ze de sanering op haar eigen manier, geen
rekening houdend met leeftijden en dienstjaren, kon doorzetten. Nu het
faillissement is uitgesproken, rest de bonden niets anders dan een
dringend beroep te doen op de directie om alsnog hun sociale gezicht
te laten zien. Het minste is wel dat het bedrag dat aanvankelijk voor
een sociaal plan werd geboden, alsnog onder de medewerkers wordt
verdeeld.
Voor de redactie,