D66

Partijblad Democraat
Idee
Brussel Vandaag

2 november 2001

10-Puntenplan Veiligheid

Olga Scheltema en Boris Dittrich


1. Geen veiliger Nederland zonder een betere politie-organisatie.
* Eén landelijke politieorganisatie. We moeten toe naar een sterkere centrale aansturing van de politie. Essentiële politiediensten moeten landelijk worden georganiseerd. Er moet een landelijke recherche komen, die alle bovenregionale taken vervult, ondergebracht bij het KLPD. Ook moet meer centrale aansturing op beheersniveau ertoe leiden dat de versnippering van ICT-middelen, die gebrekkige onderlinge communicatie ten gevolg heeft, wordt tegengegaan. De 25 politieregio's blijven een autonome functie houden, onder verantwoordelijkheid van hun korpsbeheerder.
* Eén minister voor veiligheid die verantwoordelijk is voor de coördinatie van het veiligheidsbeleid en die jaarlijks op Prinsjesdag een Staat van de Veiligheid presenteert. Zolang er geen kernkabinet is moet dit de minister van BZK zijn. Op gemeentelijk niveau moet er een eerstverantwoordelijke wethouder veiligheid worden aangesteld.

* Versterking van politiekorpsen in de Randstad. Invoering van een randstadtoelage: politieagenten in de grote steden moeten meer verdienen dan hun collega's op het platteland om de uitstroom van agenten tegen te gaan. Overwerk i.v.m. grote evenementen moet minder in vrije dagen en meer in geld worden vergoed. Opleidingskorpsen (m.n. in de randstad) moeten beter worden gefinancierd.

* De bereikbaarheid van de politie moet verbeteren. De telefonische bereikbaarheid van de politie baart nog steeds zorgen. Na de blamage van 0900-8844 (30 cent p/m en veel foute doorverbindingen) heeft de minister eindelijk een verbetering toegezegd: openstellen van een apart telefoonnummer tegen lokaal tarief per politieregio. D66 wil echter een gratis telefoonnummer.

* In bepaalde gevallen kunnen "diensten" die door de politie worden geleverd in rekening worden gebracht: bij grootschalige commerciële evenementen die extra politie-inzet vragen, mag van de organisatoren een bijdrage in de kosten worden gevraagd.


2. Nog meer agenten op straat.
De samenleving is agressiever geworden. In het openbaar vervoer, op straat, in de eerste hulp van ziekenhuizen, in winkels, overal is het te merken. Voor een belangrijk deel komt dat doordat de overheid de openbare ruimte heeft laten verslonzen. Door de anonimiteit kunnen criminelen hun slag slaan.

* Het aantal politieagenten moet op termijn naar het gemiddelde Europese niveau (350 per honderdduizend inwoners). Dat betekent dat ook na de volgende kabinetsperiode opnieuw een inspanning moet worden geleverd.

* De technische recherche moet aanmerkelijk worden versterkt. Het is eerder uitzondering dan regel dat na een woninginbraak de politie technische sporen zoals vingerafdrukken, komt veilig stellen. Te weinig woninginbraken en andere vermogensdelicten worden opgelost. Het ophelderingspercentage is ver onder de 15 % gezakt. Nederland bungelt troosteloos in de onderste regionen van de Europese landenlijst.

* Stadswachten moeten als volwaardige reguliere banen onder de politieorganisatie worden gebracht. Niet alleen meer blauw op straat, maar ook meer en beter toezicht op naleving van kleine ergernissen. In samenwerking met de gemeente, burgers en bedrijven moet de politie de openbare ruimte weer veilig maken.


3. Meer bevoegdheden politie om op wapenbezit te kunnen controleren (in de auto)
Steeds meer mensen en politiefunctionarissen worden het slachtoffer van vuurwapengeweld. Nu kunnen politiefunctionarissen bij controles alleen bij ernstige verdenking in de kofferbak van een auto kijken of er vuurwapens of andere gevaarlijke voorwerpen worden vervoerd. Alleen de douane heeft een uitgebreidere bevoegdheid. Het toenemend vuurwapengeweld vergt een betere aanpak van de politie. De wet moet gewijzigd worden. Voortaan moet het gemakkelijker worden om op vuurwapens en andere gevaarlijke voorwerpen te controleren in de auto.


4. Geweldsmisdrijven onder invloed gepleegd zwaarder bestraffen. Veel misdrijven worden gepleegd onder invloed van alcohol en/of drugs. Daar moet strenger tegen worden opgetreden. De overheid moet duidelijk het signaal afgeven dat een misdrijf dat door iemand onder invloed van alcohol en/of drugs wordt gepleegd zwaarder wordt aangerekend. Elk geweldsmisdrijf, waarvan vaststaat dat het onder invloed is gepleegd, moet door de rechter met 1/3 zwaarder bestraft kunnen worden. Deze strafverzwaringsgrond moet in de wet worden opgenomen.


5. Meer zeggenschap gemeenten bij invulling veiligheidsbeleid. Gemeenten moeten voor elke wijk een wijkveiligheidsplan ontwerpen. Het veiligheidsaspect moet worden meegewogen bij bestemmingsplannen. Inwoners moeten betrokken worden bij de veiligheid in hun leefomgeving, bijv. door een jaarlijkse enquête over veiligheidswensen of een (elektronisch) meldpunt veiligheid. Gemeenten moeten meer vrijheid krijgen om politiemensen gericht in te zetten. Voor horecabedrijven die actief bijdragen aan veiligheid binnen en buiten hun bedrijf moet een keurmerk komen. Geen vergunning voordat de (brand)veiligheid in orde is.


6. De herwaardering van de aangifte.
De klantvriendelijkheid van politie en justitie moet verbeteren. Burgers doen geen aangifte meer, omdat het veel om het lijf heeft en omdat er vaak niets mee gebeurt. In 1999 zijn ongeveer 770.000 aangiftes van mensen in de prullenbak zijn gegooid. Van de aangiftes met redelijke aanknopingspunten om tot vervolging over te gaan zijn er maar liefst 80.000 buiten behandeling gesteld. Daar zitten geweldsmisdrijven tussen. D66 vindt dat onaanvaardbaar.
* Er moet een elektronisch aangiftesysteem komen. Het moet 24 uur per dag mogelijk zijn om aangifte te doen. De afwikkeling van de aangifte moet verbeteren. Aangifte van serieuze misdrijven moet leiden tot onderzoek, opsporing en eventueel vervolging.
* De aangever moet door invoering van een elektronisch aangifte-volgsysteem kunnen volgen wie zijn aangifte in behandeling heeft en hoe de ontwikkelingen in zijn zaak zijn. Periodiek moet de politie de stand van zaken doorgeven.
* Er moeten meer rechters, officieren van justitie en reclasseringsmedewerkers komen. Weg met de files binnen justitie.


7. De positie van het slachtoffer in het hele strafproces moet worden versterkt.

* Het is gek dat de verdachte gratis rechtsbijstand krijgt, maar het slachtoffer niet. De motie de Graaf c.s. uit september 2000 moet snel uitgevoerd worden. Slachtoffers en nabestaanden van misdrijven hebben recht op een door de overheid gefinancierde advocaat.

* Slachtoffers moeten beter worden geïnformeerd over het verloop van het strafproces.

* Slachtoffers moeten spreekrecht krijgen in de rechtszaal.

8. Strengere en efficiëntere aanpak van veelplegers van strafbare feiten.

* Notoire veelplegers (detentierecidivisten) moeten onder toezicht kunnen worden gesteld. Een kleine groep van misdadigers is verantwoordelijk voor 26 % van alle misdrijven die het Openbaar Ministerie in behandeling neemt. Meer dan 50 % van de veroordeelden komt binnen vijf jaar weer in de gevangenis terecht. Nederland zou een stuk veiliger zijn, wanneer er een goede aanpak van deze veelplegers is. Na de detentie moet de veelpleger onder toezicht kunnen worden gesteld voor de duur van maximaal vijf jaar. Hij/zij krijgt een begeleider toegewezen die hem met raad en daad bijstaat. De begeleider (bijvoorbeeld een reclasseringsmedewerker) staat in contact met het wijkteam van politie.

* Elke veelpleger moet zijn DNA-materiaal afstaan. Het profiel wordt in de DNA-databank opgenomen. Soms werkt opname in de DNA-databank al preventief.


9. Lik-op-stuk beleid voor harde kern van criminele jongeren
* Snelle berechting. Een harde kern van criminele jongeren, waarbinnen jongeren van Marokkaanse en Antilliaanse afkomst oververtegenwoordigd zijn, pleegt veel misdrijven. Hier past consequent en snel overheidsoptreden. Een lik op stuk beleid: snelle opsluiting, snelle berechting met aansluitend de tenuitvoerlegging van de straf. Soms is een werk- of leerstraf op zijn plaats, maar bij de harde kern zal het meestal een gevangenisstraf worden.

* Meer jeugdcellen. Er is een jeugdcellentekort, oplopend tot 600 in 2006. Criminele jongeren die veroordeeld zijn tot een gevangenisstraf mogen niet worden heengestuurd of op een wachtlijst worden gezet. Daarom is snelle nieuwbouw van cellen noodzakelijk. Een adequaat behandelprogramma moet meteen van start gaan tijdens de detentie. De ambitie is dat de jongere beter uit de gevangenis komt dan dat hij er in ging. Dat is in het belang van de samenleving en de jongere.


10. Europese identificatieplicht.
D66 steunt de beperkte uitbreiding van de huidige identificatieplicht die door het kabinet is voorgesteld. Van groot belang is dat er in een open Europa met vrij verkeer van personen en met één munt een gelijk identificatiesysteem komt in alle EU landen.

o.scheltema@tk.parlement.nl
b.dittrich@tk.parlement.nl