deelname aan een lokaal geldstelsel;
Letseenheden
Belastingdienst/Centrum voor proces en
productontwikkeling, domein belastingen op
arbeid en vermogen
Besluit van 1 november 2001, nr. CPP2001/2832M
De directeur-generaal Belastingdienst heeft
namens de staatssecretaris van Financiën het
volgende besloten.
Dit besluit is een herziene versie van het
besluit van 8 mei 2001, nr. CPP2001/85M. Het
besluit is herzien in verband met de omzetting
van guldensbedragen in eurobedragen per
1 januari 2002 en bevat geen inhoudelijke
wijzigingen.
Een lokaal geldstelsel, veelal Letssysteem
genoemd (Lets staat voor Local Exchange and
Trade System), is een systeem waarbinnen de
erbij aangesloten leden - meestal particulieren
- onderling allerlei prestaties verrichten tegen
betaling van, voor het desbetreffende
geldstelsel, aangewezen betalingseenheden. De
leden bieden hun prestaties aan in een door het
Letssysteem uitgegeven advertentieblad. De
prestaties kunnen worden betaald met
Letseenheden (bijvoorbeeld in Arnhem en
Groningen "Eco's" genoemd en in Amsterdam
"Noppes"). In sommige gevallen moet voor een
prestatie naast een aantal Letseenheden ook een
bedrag in geld worden betaald. De leden kunnen
afspreken dat hun Letseenheid in waarde gelijk
is aan een euro. Echter, Letseenheden zijn nooit
omwisselbaar in geld.
Letseenheden bestaan alleen boekhoudkundig.
Betaling voor een prestatie vindt plaats door
middel van "cheques". Het aantal op een cheque
vermelde Letseenheden wordt door de bij het
systeem behorende centrale administratie op het
rekeningnummer van de bij de transactie
betrokken leden bij- en afgeschreven.
Op verzoek van en na overleg met de
overkoepelende organisatie van Letssystemen, de
"Vereniging het Noppes-systeem", heeft de
Belastingdienst voor de beoordeling van
inkomsten verkregen uit deelname aan een
Letssysteem onderstaande standpunten ingenomen.
1. Administratie
De centrale administratie zal zodanig zijn
ingericht dat daaruit de saldi en de omzetten in
Lets van de individuele leden blijken.
De centrale administratie renseigneert de naam-,
adres- en woonplaatsgegevens van leden die in
een jaar een omzet van 3.000 of meer Lets hebben
behaald aan de voor de centrale administratie
bevoegde eenheid
Belastingdienst/(Particulieren)/Ondernemingen.
Op basis van de renseignementen verzendt deze
eenheid een Letsvragenformulier aan de leden. De
eenheid die bevoegd is ten aanzien van een lid
ontvangt een kopie van het ingevulde
vragenformulier ter beoordeling.
De door de leden uitgeschreven "cheques"
vermelden naast de datum en het aantal
Letseenheden tevens de aard van de onderliggende
prestatie. De ontvangen cheques worden door de
leden bewaard.
2. Beoordeling belastingplicht
2.1. Inkomstenbelasting en
Omzetbelasting
Niet (bekende) ondernemers
Mede aan de hand van het ingevulde
vragenformulier dient te worden beoordeeld of
een lid als gevolg van zijn deelname aan het
systeem prestaties in het economische verkeer
heeft verricht waarvan de opbrengst voor hem
belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden
vormt (art. 3.90 Wet IB 2001) dan wel of deze
activiteiten leiden tot ondernemerschap voor de
inkomstenbelasting en/of omzetbelasting. Een
Letseenheid vormt in dit verband een niet in
geld genoten inkomst op het moment dat het lid
de beschikkingsmacht over de Letseenheid heeft
gekregen. Mede uit praktisch oogpunt geldt hier
het moment waarop de Letseenheid door de
centrale administratie op rekening van het lid
wordt bijgeschreven.
Bekende ondernemers
Voor leden die reeds uit andere hoofde bij de
Belastingdienst als ondernemer bekend zijn geldt
in beginsel dat elke Letseenheid tot heffing van
omzet- en/of inkomstenbelasting leidt. Dit is
slechts anders als de prestaties niet in verband
kunnen worden gebracht met de bestaande
ondernemersactiviteiten. In dat geval dienen de
activiteiten afzonderlijk getoetst te worden op
de hierboven omschreven wijze.
2.2. Loonbelasting
Om een Letssysteem te kunnen laten functioneren
maakt de organisatie kosten in Lets. Een
wisselend aantal medewerkers (leden) verzorgt de
administratie, maakt het advertentieblad en
maakt nieuwe leden wegwijs. De uitbetaling in
Lets is veelal gering.
Daarnaast kunnen binnen een Letssysteem tussen
de leden onderling arbeidsrelaties voorkomen die
als (fictieve) dienstbetrekking zijn aan te
merken. Het opdracht gevende Letslid is in dat
geval inhoudingsplichtig. Het feit dat de
beloning voor de werkzaamheden niet in geld maar
in Lets wordt uitbetaald brengt hierin geen
verandering. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken
aan werkzaamheden binnen de onderneming van een
Letslid, of het verrichten van persoonlijke
diensten in het huishouden van een Letslid op
doorgaans meer dan twee dagen per week.
Om praktische redenen zal de eerste beoordeling
van eventuele inhoudingsplicht binnen een
Letssysteem pas plaatsvinden een jaar na aanvang
van de renseignering, waarbij, in daartoe
aanleiding gevende gevallen, tot naheffing van
loonbelasting en premie volksverzekeringen zal
worden overgegaan.
2.3. Beschikking arbeidsrelatie
In artikel 3.156 Wet IB 2001 is de mogelijkheid
gegeven dat een belastingplichtige vooraf
zekerheid kan krijgen over de vraag of de
voordelen die hij geniet of zal gaan genieten
uit een arbeidsrelatie worden aangemerkt als
winst uit onderneming, als loon of als resultaat
uit overige werkzaamheden. Deze regeling is ook
van toepassing op arbeidsrelaties waarin de
betaling geschiedt in Lets.
3. Waardebepaling van Letseenheden
De waarde in euro's die binnen een Letssysteem
aan een Letseenheid kan worden toegekend is de
koers. In beginsel kan de door de
Letsorganisatie zelf gestelde koers worden
aangehouden. Marginale toetsing kan plaatsvinden
door deze koers te vergelijken met de door de
leden onderling gehanteerde koers. Transacties
waarbij prestaties zowel tegen geld als tegen
Letseenheden worden aangeboden zijn daarbij
maatgevend.
4. Invorderingsaspecten
De ontvanger kan zich in beginsel verhalen op
alle vermogensbestanddelen van een
belastingschuldige. Als een deel van het bezit
van een belastingschuldige bestaat uit
Letseenheden leidt derdenbeslag op de
rekening-courant bij de centrale administratie
slechts tot een verklaring over de omvang van
het door dat lid aangehouden tegoed. Afdracht in
euro's kan niet worden gevorderd omdat de
ontvanger in de plaats treedt van het lid dat,
in verband met de door het Letssysteem gestelde
beperkingen, ook geen geld kan vorderen.
Afhankelijk van de opzet en voorwaarden van een systeem zou sprake kunnen zijn van benadeling van schuldeisers, wat er wellicht toe zou kunnen leiden dat het samenstel van handelingen zich leent voor vernietiging op grond van de actie pauliana. Zie in dit verband HR, 5 november 1993, Vakstudie Nieuws 1993, blz. 3817.
5. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van
1 januari 2002.
6. Vervallen besluit
Het besluit van 8 mei 2001, nr. CPP2001/85M
vervalt per 1 januari 2002.