---
|
Wensbeeld hoofdgroenstructuur, nadere uitwerking
Wensbeeld hoofdgroenstructuur, nadere uitwerking
Het college van B&W heeft ingestemd met de uitwerking van het
wensbeeld Groen tot een meerjarenprogramma groen. Het Wensbeeld Groen
(exclusief Visie) wordt betrokken bij de verdere besluitvorming over
het Structuurplan. Het college ziet het wensbeeld als bouwsteen voor
het structuurplan en de mogelijke daaruit voortvloeiende integrale
gebiedsvisies voor transformatiegebieden. Het gaat in het bijzonder om
de Riekerpolder/Oeverlanden Nieuwe Meer, Westrand
(Sloterscheg/westelijke Brettenzone), Schellingwoudescheg,
Noorder-IJplas, Diemerscheg en de kop van de Amstelscheg. De wethouder
Milieu en Openbare Ruimte wordt betrokken bij een nadere uitwerking
van deze gebiedsvisies.
Het college heeft kennis genomen van de reacties op het wensbeeld en
de wijzigingen die in het wensbeeld naar aanleiding hiervan zijn
aangebracht. De in het wensbeeld uitgezette beleidslijnen kunnen
rekenen op brede waardering en steun. Veel reacties hadden vooral
betrekking op de hardheid c.q. de flexibiliteit van de
HoofdGroenStructuur en haar grenzen.
Het Wensbeeld Hoofdgroenstructuur tot 2030 is de inbreng van de
wethouder Milieu en Openbare Ruimte in de discussie over de
planologische toekomst van Amsterdam, het Structuurplan. In het
wensbeeld wordt aangegeven waar behoud, verbetering, uitbreiding of
verandering van de Hoofdgroenstructuur, de groene ruggengraat van de
stad, wenselijk is en welke ruimtelijke investeringen hiervoor nodig
zijn. De nadruk ligt hierbij op het realiseren van meer en kwalitatief
beter groen in en om de stad en het creëren van verbindingen voor dier
en mens tussen groene gebieden. Daarnaast zijn een Hoofdnet
recreatieve wandelroutes en een Hoofdnet recreatieve fietsroutes
ontwikkeld om de groene gebieden beter bereikbaar te maken.
Wensbeeld in het kort
Op hoofdlijnen ziet het wensbeeld er als volgt uit:
* De kwaliteit van het woonomgevingsgroen wordt verbeterd door
middel van uitgekiend ontwerpen en optimaal beheren. Het creëren
van postzegelparken, groene daken etc.
* In het beheer van de negentiende- en begin twintigste-eeuwse
parken (zoals het Vondelpark, Oosterpark en Sarphatipark) wordt
geïnvesteerd. Kleinschalige aanpassingen met behoud van de
cultuurhistorische waarden.
* De kwaliteit van de parken van na de Tweede Wereldoorlog (zoals
het Beatrixpark, het Sloterpark en het Erasmuspark) wordt vergroot
door onder andere grootschalige renovatie.
* Het groen aan de randen van de stad (de scheggen en groene
uitloopgebieden) blijft in stand, maar wordt verbeterd of, soms,
ingrijpend getransformeerd. Elk gebied heeft een eigen karakter en
een daarbij aansluitende aanpak.
* Extra aandacht is hierbij voor de Westrand (Osdorper Binnenpolder,
Osdorper Bovenpolder, Lutkemeerpolder), de Brettenzone, de kop van
de Amstelscheg en de Diemerscheg.
* Op recreatieve knooppunten tussen stad en ommeland komen
schakelparken als entrees naar het landelijk gebied.
* Een aantal gebieden waarvan de groene functie onomstreden is of
essentieel is voor een compleet groenaanbod in Amsterdam moet
worden toegevoegd aan de HGS. Voorbeelden zijn onder andere de
Eendrachtspolder, Huis te Vraag, Volkstuinpark Zonnehoek, de
Kadoelenscheg ten westen van de Nieuwe Gouw, het Bilderdijkpark,
Sportpark Middenmeer/Voorland en het Bijlmerpark.
* Volkstuinparken en sportparken worden toegankelijker voor een
breder publiek.
* Door het ontwikkelen van de Hoofdnetten recreatieve wandelroutes
en fietsroutes wordt het groen in en om de stad beter bereikbaar.
Behandeling in raadscommissie volgt zo spoedig mogelijk
Esther Lans
^
-
© gemeente Amsterdam - 31-10-2001