PARKEERNOTA: STILSTAAN BIJ BEREIKBAARHEID EN LEEFBAARHEID
Het college van burgemeester en wethouders heeft deze week besloten de parkeernota Stilstaan bij Bereikbaarheid en Leefbaarheid vrij te geven voor inspraak. Deze nota geeft een nieuwe visie op parkeren in de stad Utrecht. Het uitgangspunt is dat de bereikbaarheid van economische functies en (woon)voorzieningen gewaarborgd moet blijven. Dat betekent dat schaarse parkeerruimte in de stad met name bestemd is voor belanghebbenden en bezoekers. Voor dit noodzakelijke autoverkeer wil het college rondom de binnenstad vier garages bouwen, bij de Grifthoek, bij Lucas Bolwerk, bij het Spoorwegmuseum en bij Ledig Erf/Vaartsche Rijn. Gedurende de realisatie van deze garages zullen ca. 300 kort-parkeerplaatsen in de stad worden opgeheven. Hierdoor krijgt de leefbaarheid een impuls. Een goed alternatief voor het niet-noodzakelijk autoverkeer zijn de transferia aan de rand van de stad met een snelle openbaar vervoer verbinding naar het centrum, tegen concurrerende prijzen.
De gemeente Utrecht is toe aan een nieuwe visie op parkeren. Het huidige beleid stamt uit 1994 en houdt onvoldoende rekening met de verkeersproblematiek in grote delen van de stad. De toename van het autogebruik en de daardoor toegenomen druk op de schaarse ruimte liggen aan de basis van deze problematiek. Dat gaat ten koste van een bereikbare en leefbare (binnen)stad. Daarom is in het collegeprogramma bepaald dat parkeren een bijdrage moet leveren aan verbetering van (het evenwicht tussen) bereikbaarheid en leefbaarheid.
Een directe bijdrage van het parkeerbeleid bestaat uit sturing op het aantal parkeerplaatsen, op het verplaatsen van parkeerplaatsen en op prijs en kwaliteit. Daarnaast staat in het collegeprogramma dat parkeren geld moet opbrengen voor investeringen in bereikbaarheidsmaatregelen.
Voor sturing op aantal parkeerplaatsen komt er een nieuw gemeentelijk locatiebeleid waarin een uitwerking van de parkeernormering komt te staan. Hierbij zal sprake zijn van een soepeler parkeernormering. Regionale afstemming en maatwerk (evenwicht in vraag naar en aanbod van parkeerplaatsen) zijn sleutelwoorden.
In het derde sturingsmiddel, prijs en kwaliteit, komt goed tot uiting dat parkeerplaatsen in de stad schaars worden. Het gaat hier in de eerste plaats om het middel (invoering van) betaald parkeren. In de nieuwe visie worden grote delen van de stad aangeduid als onderzoeksgebied. Mocht de parkeerproblematiek in een buurt groot zijn of worden, dan zal gekeken worden of betaald parkeren uitkomst kan bieden. Naast prijzen spelen ook de tijden een rol. In de nieuwe nota staat het voorstel om in de binnenstad ook op zondagen betaald parkeren in te voeren, vanaf 12.00 uur. Uiteraard is sprake van een differentiatie. In de binnenstad, waar de ruimte het meest schaars is, blijven de prijzen het hoogst en zullen de tarieftijden de grootste periode beslaan.
Parkeren zal ook op financieel gebied een bijdrage leveren aan de bereikbaarheid. Zo geldt voor de periode t/m 2015 dat parkeren 70 miljoen gulden moet opbrengen. Deze opbrengsten worden ingezet voor de verbetering van de bereikbaarheid. Een aantal maatregelen draagt bij aan het halen van deze taakstelling, zoals tariefsverhogingen voor kort-parkeren, verhoging van de prijs van vergunningen-parkeren, uitbreiding van tariefstijden. Hierbij is steeds sprake van differentiatie van drie gebieden, binnenstad, eerste en tweede schil, met aflopende tarieven en tariefstijden.
Inspraak
Om alle inwoners en ondernemers de kans te geven om daadwerkelijk zijn of haar mening op het nieuwe parkeerbeleid te geven, is gekozen voor een brede aanpak van het inspraaktraject.
Het accent van de inspraak ligt in de maanden januari en februari.
In het traject zijn vier inspraakbijeenkomsten opgenomen:
* één voor de inwoners en bewonersgroepen van Vleuten-De Meern,
Leidsche Rijn, Noordwest, West en Zuidwest (woensdag 16 januari
2002)
* één voor inwoners en bewonersgroepen van de Binnenstad, Overvecht,
Noordoost, Oost en Zuid (woensdag 23 januari 2002)
* één voor de ondernemers in de stad (woensdag 30 januari 2002)
* één voor de maatschappelijke belangenorganisaties met uitzondering
van bewonersgroepen (dinsdag 5 februari 2002)
De wethouder van Verkeer en Vervoer is bij al deze bijeenkomsten uiteraard aanwezig.
Naast de bijeenkomsten kunnen mensen schriftelijk reageren. Ook kunnen zij terecht op internet, waar op een aparte site alles te vinden is over de nieuwe visie op parkeren. De site biedt daarnaast de mogelijkheid om digitaal in te spreken.
Er zijn dus drie manieren om in te spreken:
* Mondeling tijdens een van de bijeenkomsten
* Schriftelijk per brief
* Digitaal via de speciale site over de parkeernota.
Mensen worden op verschillende manieren uitgenodigd om hun mening over
de parkeernota te laten horen, bijvoorbeeld via de media en in
advertenties. De belangengroepen, zowel voor de hele stad als in de
wijken, ontvangen een schriftelijke uitnodiging voor een van de
bijeenkomsten.
Alle inspraakreacties worden verwerkt en voorgelegd aan de raadscommissie Verkeer en Vervoer. Uiteindelijk wordt de nota met de resultaten van de inspraak behandeld in de gemeenteraad die erover zal besluiten.
Uitgiftebeleid
Het nieuwe uitgiftebeleid sluit aan bij de nieuwe parkeernota. In dit nieuwe beleid is er speciale aandacht voor bijzondere doelgroepen, zoals de mantelzorg, artsen en verloskundigen. Daarnaast worden voorstellen voor extra serviceverlening op straat, zoals de mogelijkheid tot het opladen van bezoekerskaarten, aanschaf van dagkaarten en het betalen met chipper of chipknip. De parkeerplaatsenverordening zal worden aangepast aan het nieuwe uitgiftebeleid. De gemeenteraad zal daarna een besluit nemen over de aangepaste parkeerplaatsenverordening.
Utrecht, 18 oktober 2001