http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=422655
---
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den
Haag Directie Zuid-Oost Europa Ministerie van Buitenlandse Zaken
Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 31 oktober 2001 Auteur J. Wijnands
Kenmerk DZO-68/2001 Telefoon 3485137
Blad /1 Fax 3485329
Bijlage(n) 1 E-mail
Betreft Beantwoording van vragen van het lid Vos over de UNEP
Zeer geachte Voorzitter,
Onder verwijzing naar de brief van de Griffier Uwer Kamer d.d. 19 oktober
2001, kenmerk 2010201250, waarbij gevoegd waren de door het lid Vos,
overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer,
bij U ingediende vragen, heb ik de eer U als bijlage dezes mijn antwoord op
de gestelde vragen te doen toekomen.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Eveline Herfkens
Antwoord van mevrouw Herfkens, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op
vragen van het lid M.B. Vos (GroenLinks) over steun aan UNEP in de
FRJ/Servië
Vraag 1
Herinnert u zich de donatie van de Nederlandse regering in 2000 aan UNEP,
als bijdrage aan de kosten van het saneren van vier steden in Joegoslavië,
Pancevo, Novi Sad, Bor en Kragujevac? Hoe beoordeelt u het functioneren van
de UNEP in deze gebieden?
Vraag 2
Is het waar dat UNEP begin 2000 een 'Balkan Task Force' kende, maar geen
apparaat had om een ingewikkelde taak als het saneren van het rampgebied van
Pancevo voor haar rekening te nemen?
Antwoord vragen 1 en 2
De Balkans Task Force (BTF) is opgezet in mei 1999 door UNEP en UNCHS
(Habitat), aanvankelijk voor het identificeren van de gevolgen van het
Kosovo-conflict voor milieu en woonomgeving in de FRJ en het verrichten van
haalbaarheidsstudies. In oktober 1999 heeft de BTF rapport uitgebracht van
haar identificatiemissie, gevolgd door een haalbaarheidsstudie in maart
2000. Vervolgens is de BTF belast met de algehele
projectverantwoordelijkheid en de coördinatie van de in totaal 27
geïdentificeerde deelprojecten, waarvan 14 in Pancevo (Servië). In januari
2001 heeft de BTF een Project Implementation Office geopend in Belgrado.
Nederland levert een bijdrage van USD 2 miljoen aan de activiteiten van deze
Balkans Task Force ter bestrijding van de milieuschade in de door u genoemde
"hot spots"in Servië. De totale kosten van dit project worden geraamd op ca.
USD 20 miljoen; de totale donorbijdragen bedragen tot nu toe echter slechts
USD 8,3 miljoen. Mede als gevolg hiervan wordt op dit moment slechts een
deel uitgevoerd van de voorziene operaties, die zich in verschillende fases
bevinden (vooronderzoek, ontwerp, aanbesteding, concrete werkzaamheden) .
UNEP heeft zelf reeds aangegeven dat het liever had gezien dat het werk
voortvarender had kunnen worden aangepakt, maar dat dit werd verhinderd door
de complexiteit van de noodzakelijke projecten en obstakels bij de
samenwerking met lokale autoriteiten.
Vraag 3
Wat is sinds het einde van de Kosovo-oorlog de concrete hulp van UNEP aan
bijvoorbeeld Pancevo geweest?
Vraag 4
Kent u het UNEP rapport "Clean up of environmental hotspots, implementation
phase" van maart 2001, waarin 18 projecten voor Panveco worden aangekondigd?
Zo ja, bent u op de hoogte dat er maar 3 projecten uitgevoerd zijn, niet
door UNEP, maar door de gemeente Amsterdam en de Swiss Disaster Association?
Antwoord op vragen 3 en 4
UNEP publiceert een maandelijks voortgangsrapport ("Clean up of
environmental hotspots, implementation phase") over de milieu-activiteiten
in de FRJ. Van de in totaal 14 voor Pancevo geïdentificeerde projecten zijn
er inmiddels 10 in uitvoering genomen, deels door UNEP, deels door andere
organisaties/instanties. Voor de aanbesteding van de uitvoering van de
deelprojecten gelden internationale tenderprocedures.
De projecten in Pancevo omvatten o.a. de aanpak van milieuproblemen bij
PetroHemija (EDC- en kwikverontreiniging, waterzuivering) en de NIS
olieraffinaderij (constructie van een bassin voor de opslag van
restproducten en derivaten; reiniging en reparatie van olieleidingen).
Voorts is sprake van reiniging van een rioolkanaal en monitoring van de
kwaliteit van grondwater.
In de voorbereidende fase is gewerkt aan het nader prioriteren van de
deelprojecten en de uitwerking van de deelprojecten in samenwerking met
lokale partners. De activiteiten in de implementatiefase (sinds januari
2001) omvatten niet alleen de schoonmaakacties zelf, maar ook training en
capaciteitsopbouw van lokale counterparts en de ontwikkeling van standaarden
en richtlijnen voor milieuactiviteiten in vergelijkbare post-conflict
situaties, een voor de VN nieuw werkterrein.
Vraag 5
Is het waar dat u aanvragen van de gemeente Amsterdam om de grond rondom
Pancevo te saneren geweigerd heeft, omdat geld voor dit doel naar de UNEP
ging? Is het waar dat u de gemeente Amsterdam aanraadde om met UNEP samen te
werken gezien de bijzondere expertise van de Milieudienst Amsterdam en het
Plan van Aanpak dat deze dienst voor Pancevo geschreven had?
Vraag 7
Deelt u de mening dat de UNEP in feite de aangeboden hulp van de gemeente
Amsterdam in de weg heeft gestaan? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u
bereid uw beslissing te heroverwegen en de gemeente Amsterdam en Zaandam nu
wel bij te staan bij hun saneringsproject in Pancevo?
Antwoord op vragen 5 en 7
UNEP staat de aangeboden hulp niet in de weg, maar benadrukt het belang van
samenwerking en een gecoördineerde aanpak, die ik ondersteun.
Ik heb de gemeente Amsterdam geen geld geweigerd, maar de gemeente aangeraden deel te nemen aan de internationale tenderprocedures voor de uitvoering van de door de Balkans Task Force (BTF) geïdentificeerde en gecoördineerde deelprojecten. Daarnaast heb ik aangegeven eventuele financieringsverzoeken voor aanvullende activiteiten te zullen beoordelen volgens de geldende inhoudelijke en beheersmatige criteria voor soortgelijke activiteiten en op de complementariteit en compatibiliteit van het voorstel ten opzichte van de door de BTF gecoördineerde schoonmaakacties.
Vraag 6
Is het waar dat de UNEP alle pogingen van de gemeente Amsterdam tot
samenwerking afgehouden heeft? Zo ja, waarom?
Antwoord op vraag 6
Het is niet zo dat UNEP alle poging tot samenwerking met de gemeente
Amsterdam heeft afgehouden; het tegendeel is waar. UNEP heeft de gemeente
Amsterdam vorig jaar aangeschreven en vervolgens in december 2000 een
gesprek gevoerd in Amsterdam. Op 31 augustus van dit jaar heeft het hoofd
van de Balkans Task Force opnieuw een brief geschreven naar de burgemeester
van Amsterdam en een concreet voorstel tot samenwerking gedaan; er is al
gezocht naar een datum voor een ontmoeting. Ook de Ambassade in Belgrado
heeft zich ingespannen ten behoeve van contacten tussen de gemeente
Amsterdam en UNEP.
Kenmerk
Blad /6
===