Een directe verzekering voor beroepsziekten
Beroepsziekten staan volop in de aandacht, zowel bij politici en
organisaties van werkgevers en werknemers als bij het grote publiek.
Indien een beroepsziekte leidt tot (gedeeltelijke)
arbeidsongeschiktheid, komt de vraag hoe de financiering van het
verlies van inkomen wordt geregeld. In gevallen waar een werkgever
aansprakelijk wordt gesteld, geldt een dekking op de
aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven (AVB). Vanwege een
samenspel van factoren zal dit risico op termijn niet meer adequaat
verzekerbaar zijn op de AVB. Verzekeraars pleiten daarom voor een
alternatieve particuliere verzekering, die werkgevers verplicht moeten
afsluiten voor hun werknemers. De discussie over de schuld en
aansprakelijkheid is daarmee niet langer aan de orde. Werknemers
krijgen bovendien de garantie dat er een adequate verzekering is
afgesloten. Dit Dossier gaat in op de gevolgen van een alternatieve
particuliere verzekering zowel voor verzekeraars als voor werkgevers
en werknemers.
Een directe verzekering voor beroepsziekten
* Wat betekent de ziekte voor de werksituatie?
* De definitie
* De financiering
* Werkgeversaansprakelijkheid
* Een alternatief
* Uitsluiting van werkgeversaansprakelijkheid
* Politiek en wetenschap
* De directe verzekering voor beroepsziekten: een alternatief voor
de huidige dekking via de aansprakelijkheidsverzekering
* Is de werkgever tekortgeschoten in zijn zorgplicht?
* Meer informatie beschikbaar
De financiering van beroepsziekten loopt momenteel via de sociale
zekerheid en de particuliere verzekeringen (arbeidsongeschiktheids- en
aansprakelijkheidsverzekeringen). In gevallen waar een werkgever
aansprakelijk wordt gesteld, geldt een dekking op de AVB
(aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven). Door een aantal,
elkaar versterkende, factoren zal dit risico op termijn niet meer
adequaat verzekerbaar zijn op de AVB. Verzekeraars pleiten daarom voor
een alternatieve particuliere verzekering in de vorm van een directe
verzekering voor beroepsziekten, met genormeerde schadebedragen. Die
verzekering zou wettelijk verplicht moeten zijn voor werkgevers, en
zou een eigen recht moeten bieden voor de werknemers. In de politiek
en de wetenschap wordt het signaal van verzekeraars zeer serieus
genomen. De commissie-Donner pleit, in het kader van de reorganisatie
van de WAO, ook voor een wettelijke verzekering voor erkende
beroepsziekten, met daaraan gekoppeld de uitsluiting van de
werkgeversaansprakelijkheid voor dat risico.
Wat betekent de ziekte voor de werksituatie?
Het onderwerp beroepsziekten krijgt tegenwoordig veel aandacht; van de
politiek, van organisaties van werkgevers en werknemers, en ook van
het grote publiek. Die aandacht richt zich natuurlijk allereerst op de
beroepsziekten zelf. Wat is de aandoening en wat is er tegen te doen?
Kortom, wat zijn de medische verschijnselen, de fysieke of psychische
beperkingen? Direct daaraan verbonden is de vraag wat de ziekte
betekent voor de werksituatie, voor de baan die iemand heeft. Leidt de
ziekte tot arbeidsongeschiktheid, en zo ja in welke mate?
Daarna komt de vraag hoe het zit met verlies van inkomen. Wordt dat
verlies vergoed door de sociale verzekeringen? Wat is de rol van
particuliere verzekeringen? Wie moet zich verzekeren: de werknemer?
Die loopt immers het echte risico van de beroepsziekte. Of de
werkgever? Want die is misschien verantwoordelijk voor dat risico, en
kan daarom ook aansprakelijk worden gesteld.
Ten slotte: gaat het dan om arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, of om
aansprakelijkheidsverzekeringen?
De definitie
Het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, het toonaangevende
instituut waar Arbo-diensten sinds enkele jaren alle beroepsziekten
moeten aanmelden, definieert een beroepsziekte als een klinisch
waarneembare aandoening die geheel of gedeeltelijk is ontstaan door
het verrichten van beroepsmatige arbeid. De belasting in het werk moet
hoog genoeg zijn om als oorzakelijke factor te worden aangeduid.
Het is moeilijk om die definitie in de praktijk toe te passen. Althans
wanneer het gaat om een vergoeding via de verzekering, en zeker
wanneer het gaat om verhaal van schade vanwege de
werkgeversaansprakelijkheid. Dat komt omdat het begrip tweeledig is:
enerzijds heeft het een medische inhoud en anderzijds een juridische.
Essentieel is of de ziekte het directe en te verwachten gevolg is van
een bepaald beroep. In de meeste landen wordt daartoe een lijst van
erkende beroepsziekten gehanteerd. Nederland hanteert zon lijst niet.
Tot 1967 was dat wél het geval: de Ongevallenwet hanteerde een
limitatieve lijst van beroepsziekten en bedrijfsongevallen. Als iemand
leed aan een ziekte of een ongeval had gehad die op de lijst voorkwam,
dan had hij op grond van de Ongevallenwet recht op een van tevoren
vastgestelde uitkering. De lijst gaf inzicht in de gevaren die aan
bepaalde beroepen waren verbonden, het zogenaamde risque professionel.
Daartegenover stond het risque social, de gevaren waaraan iedereen is
blootgesteld en die niet noodzakelijk verbonden zijn aan bepaalde
beroepen. In 1967 kwam de WAO in de plaats van de Ongevallenwet en
werd het verschil opgeheven in rechten tussen arbeidsongeschiktheid op
basis van risque professionel en risque social. Iedereen die vanaf dat
moment arbeidsongeschikt was, kreeg recht op een WAO-uitkering.
De financiering
De inkomensschade ten gevolge van beroepsziekten en arbeidsongevallen
wordt voor het overgrote deel gefinancierd via de sociale zekerheid.
Bij blijvende arbeidsongeschiktheid is dat de WAO. En wanneer de
werkgever verantwoordelijk kan worden gehouden voor het oplopen van
een beroepsziekte, kan hij op grond van werkgeversaansprakelijkheid
worden aangesproken. Dat kan gebeuren op grond van verschillende
bepalingen in het recht: op grond van Arbo-voorschriften of van goed
werkgeverschap in het algemeen. Het aansprakelijkheidsrecht vervult
dan een aanvullende rol op de uitkeringen uit sociale zekerheid, via
claims op de aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven (op het
dekkingsonderdeel werkgeversaansprakelijkheid). Als de werkgever
daadwerkelijk aansprakelijk is voor de schade kunnen ook andere
schadeposten worden verhaald, zoals smartengeld en toekomstschade
vanwege gemiste carrièrekansen (immateriële schade).
Werkgeversaansprakelijkheid
De rol van aansprakelijkheidsverzekeringen als financieringsinstrument
wordt problematischer vanwege een samenstel van factoren:
* de toenemende verantwoordelijkheid die werkgevers door de
Arbo-regelgeving en de jurisprudentie wordt toegerekend;
* de verschraling van de sociale zekerheid door de aanscherping van
de voorwaarden voor de toetreding, de hoogte en de duur van
voorzieningen uit de WAO, waardoor compensatie wordt gezocht via
de AVB;
*
het grote aantal claims ineens, in het geval er zich nieuwe risicos
openbaren. Die situatie doet zich met name voor bij de categorie
long-tailrisicos (risicos met een lange latentie- of incubatietijd).
De dekkingsbedragen van AVBs zijn beperkt door maximumbedragen per
gebeurtenis en/of per jaar. Dat levert extra problemen op indien er
massaclaims ineens worden ingediend, omdat:
* het aansprakelijkheidsrecht een openeindfinanciering kent en de
aansprakelijkheidsverzekering niet. Dat betekent dat wanneer een
werkgever aansprakelijk is en de schade groter is dan het totale
verzekerde bedrag, die werkgever bovenop de uitkering uit de
verzekering zelf voor het meerdere zal worden aangesproken. Bij
massaclaims kan dat zeker het geval zijn. Het gevaar is niet
denkbeeldig dat niet alle, maar slechts de eerstkomende claimanten
(volledige) schadevergoeding kunnen krijgen. Daardoor worden alle
verzekerden - werkgevers én werknemers - gefrustreerd in hun
verwachtingen;
*
voor de categorie nieuwe risicos geen premie is ontvangen. Juist omdat
zij zich vaak pas na een (lange) latentie- of incubatietijd
manifesteren, is het niet mogelijk daarvoor een reële en effectieve
schadereservering aan te leggen. In feite is nauwelijks iets te zeggen
over de omvang - in aantallen en qua hoogte - van claims op het gebied
van beroepsziekten (dat geldt met name voor de nieuwe beroepsziekten).
Een alternatief
Aansprakelijkheidsverzekeraars pleiten bij de verzekering van het
risico van beroepsziekten voor alternatieve constructies en dus om af
te stappen van aansprakelijkheid als financieringsinstrument. Die vorm
van financiering zal namelijk op termijn niet meer effectief kunnen
functioneren. De verzekerden raken gefrustreerd, omdat er mogelijk
onvoldoende verzekeringsdekking is. De werkgevers, omdat zij bovenop
de afgesloten verzekering zelf nog verder kunnen worden aangesproken,
en de werknemers, omdat zij geen zekerheid hebben dat hun werkgever
daadwerkelijk een adequate verzekering heeft afgesloten.
Het alternatief dat verzekeraars voorstaan is een directe verzekering
- met genormeerde verzekerde schadebedragen - die werkgevers wettelijk
verplicht dienen af te sluiten ten behoeve van hun werknemers.
Een dergelijk nieuw verzekeringsproduct biedt goede garanties voor
verzekerden, dus voor werkgevers en werknemers, immers:
* werknemers krijgen daarmee de garantie dat er een adequate
verzekering is afgesloten, omdat hun werkgever daartoe wettelijk
verplicht is;
* discussie over schuld en aansprakelijkheid, of over de hoogte van
de schade, is niet meer aan de orde. Er zijn immers van tevoren
genormeerde schadebedragen vastgesteld. Alleen de
causaliteitsvraag speelt: het verband van ziekte en het beroep
dient te worden aangetoond. Dat gebeurt dan aan de hand van een
lijst van beroepsziekten, die door de overheid zal worden gemaakt
en bijgehouden. In de meeste ons omringende landen is dat nu ook
al het geval en tot 1967 gebeurde dat overigens in ons land ook;
* werkgevers zijn gediend bij verantwoord risk-management als basis
voor adequate verzekeringsdekking en premiestelling;
*
verzekeraars kunnen de concretere risicos veel beter calculeren.
Uitsluiting van werkgeversaansprakelijkheid
Essentieel voor de effectiviteit van een directe verzekering voor
beroepsziekten, een nieuw verzekeringsproduct, is dat het niet náást,
maar in plaats van de AVB verzekeringsdekking biedt. Het moet niet zo
zijn dat er naast een schaderegeling van beroepsziekten via de directe
verzekeringsdekking ook een aansprakelijkheidsprocedure openstaat.
Werkgevers zouden in zon dubbele constructie immers nauwelijks baat
hebben bij het afsluiten van de directe verzekering, terwijl
werknemers naast de uitkering uit de directe verzekering een
aansprakelijkheidsprocedure zouden kunnen beproeven. Een en ander zou
onvermijdelijk leiden tot een claimcultuur. Alle juridische discussie
die daarvan te verwachten is, resulteert bovendien in
rechtsonzekerheid en rechtsongelijkheid.
Politiek en wetenschap
In de politiek en de wetenschap worden de zorgen van de
verzekeringsbedrijfstak over de verzekerbaarheid van beroepsziekten
via het aansprakelijkheidsrecht als belangrijk signaal gezien.
Herhaaldelijk is uit onderzoeken gebleken dat er maatschappelijke
problemen te duchten zijn wanneer er uitsluitingen in de dekking van
de AVB zouden komen, of anderszins beperkingen in de dekking zouden
worden geïntroduceerd.
In die onderzoeken wordt het alternatief van een directe verzekering
dan ook als serieus alternatief beschouwd. Daarbij staat ter discussie
in hoeverre de werkgeversaansprakelijkheid wettelijk zou moeten worden
uitgesloten, en er een systeem zou moeten worden geïntroduceerd zoals
dat in de meeste ons omringende landen geldt, en zoals Nederland dat
tot 1967 ook kende in de Ongevallenwet.
Donner
De maatschappelijke discussie over de WAO loopt al jaren hoog op. De
commissie-Donner heeft diepgaand onderzoek verricht en zeer
doorwrochte en allesomvattende voorstellen aan de regering gedaan. Een
onderdeel daarvan is specifiek gericht op arbeidsongeschiktheid door
erkende beroepsziekten en arbeidsongevallen. Donner adviseert voor
deze categorie een wettelijk verplichte verzekering in te voeren, met
daaraan gekoppeld de wettelijke uitsluiting van
werkgeversaansprakelijkheid.
De directe verzekering voor beroepsziekten: een alternatief voor de
huidige dekking via de aansprakelijkheidsverzekering
Verzekeraars pleiten voor de ontwikkeling van een directe verzekering
voor beroepsziekten, als alternatief voor de huidige dekking van dat
risico via de aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven. Om een
dergelijk product effectief te laten zijn, geldt een viertal
randvoorwaarden:
1. een wettelijke plicht voor werkgevers om de verzekering af te
sluiten ten behoeve van hun werknemers;
2. een wettelijke uitsluiting van aansprakelijkheid van de werkgever
voor arbeidsongeschiktheid van de werknemer;
3. een verzekeringsdekking op basis van een lijst van erkende
beroepsziekten;
4. genormeerde schadebedragen.
Een directe verzekering, waarin het specifieke risico is bepaald en
genormeerde schadebedragen worden gehanteerd, biedt voor alle partijen
adequate zekerheden. Werknemers krijgen een eigen vorderingsrecht en
hoeven geen schuld of aansprakelijkheid van de werkgever te bewijzen.
Alleen de causaliteit moet worden aangetoond, en dat gebeurt via een
lijst van beroepsziekten.
Werkgevers zullen specifiek omschreven risicos beter kunnen herkennen
in hun onderneming en daar een passende verzekeringsdekking voor
kunnen afsluiten. Verzekeraars kunnen adequate premies berekenen,
gebaseerd op die specifieke risicos.
Om de werking van de directe verzekering voor alle beroepsziekten niet
te frustreren, is uitsluiting van aansprakelijkheid essentieel. Anders
ontstaat er een claimcultuur waarin aansprakelijkheidsclaims
concurreren met de genormeerde beroepsziektedekking. Indien claims op
aansprakelijkheid - anders dan in gevallen van opzet van de werkgever
- naast de genormeerde garantie van een specifieke dekking
beroepsziekten openstaan, resulteert dat in een onbeheersbare
claimcultuur. Werkgevers en verzekeraars missen aanknopingspunten om
daarop in te spelen; voor de werknemer leidt dit tot
rechtsongelijkheid en rechtsonzekerheid.
Aansprakelijkheid is geen adequaat financieringsinstrument voor
beroepsziekten. Het biedt onvoldoende zekerheden voor werknemers, voor
werkgevers, en voor verzekeraars. Het aansprakelijkheidsrecht schept
een situatie van alles of niets. Indien schuld en aansprakelijkheid
worden bewezen, belooft het recht volledige schadevergoeding, die in
principe niet wordt begrensd.
Is de werkgever tekortgeschoten in zijn zorgplicht?
Het gaat erom of de werkgever tekort is geschoten in zijn zorgplicht;
in dat geval is hij aansprakelijk. Dit kan de actuele werkgever
betreffen, maar ook één of meer vroegere werkgevers. Daarbij komt dat
dit soort zaken vaak in een ver verleden spelen. Bovendien moet het
causaal verband vaststaan tussen het gepretendeerde tekortschieten en
de schade. Overigens is de werkgever niet verplicht een
aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Het staat dus niet op
voorhand vast of er een verzekeringsdekking is. Ten slotte gelden
maximale dekkingsbedragen die ingeval van massaschaden, vooral met
long-tailkarakter, onvoldoende dekking bieden.
Werknemers hebben feitelijk dus geen garantie dat er (voldoende)
verzekeringsdekking is. Werkgevers hebben onvoldoende
aanknopingspunten om te bepalen wat een adequate verzekeringsdekking
is. Vanwege het openeindkarakter van het aansprakelijkheidsrecht kan
die situatie de continuïteit van de onderneming in gevaar brengen.
Verzekeraars kunnen vanwege het openeindkarakter van het
aansprakelijkheidsrecht moeilijk vóóraf een specifieke
aansprakelijkheidsdekking bepalen, respectievelijk een adequate premie
berekenen.
Meer informatie
Over het thema beroepsziekten is een zee aan informatie beschikbaar.
Zo is er bij het Verbond een syllabus verschenen naar aanleiding van
een themamiddag, waarin onder meer de medische aspecten van
beroepsziekten, de juridische en verzekeringsaspecten en de
ontwikkelingen op langere en korte termijn worden beschreven.
Daarnaast is er een scala aan juridische literatuur en rechterlijke
uitspraken beschikbaar. En ten slotte is er op websites van
maatschappelijke en belangenorganisaties veel informatie terug te
vinden. Bij de afdeling Algemene Aansprakelijkheid van het Verbond kan
de syllabus worden opgevraagd, maar de afdeling helpt ook graag bij
het zoeken naar de juiste informatie. e-mail: hmuld@verzekeraars.nl
Top-5 Europese meldingen beroepsziekten
1. Huidaandoeningen
2. Aandoeningen van houding-bewegingsapparaat
3. Beroeps slechthorendheid
4. Aandoeningen van de luchtwegen
5. Asbestgerelateerde aandoeningen
Nadere informatie over dit Bondig Dossier Een directe verzekering voor
beroepsziekten: Herman Mulder, e-mail: hmuld@verzekeraars.nl
November 2001