OPTA

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/EGM/2001/203271 2001-U-00767-RvB Datum Onderwerp Bijlage(n) 06760 Block of Time retentie

Geachte heer Smits,

Op 8 oktober 2001 heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) een voorstel met bovenstaand kenmerk van KPN ontvangen voor Block of Time (hierna: BOT) retentietarieven voor internetinbelverkeer via 06760-nummers. Het voorstel bestaat uit retentietarieven van blokken van een uur voor piek, dal, nacht en weekend.

Het 06760 BOT retentietarief is de vergoeding voor de kosten voor het gebruik van het netwerk van KPN voor 06760 verkeer van de eindgebruiker tot aan het punt van uitkoppeling op EVKC-niveau aan de Telco/ISP. De nieuwe BOT tariefstructuur is gebaseerd op het terminating model. Een mogelijk 06760 BOT eindgebruikerstarief zal zijn opgebouwd uit de voorgestelde KPN BOT retentietarieven en een BOT Telco 06760 terminating vergoeding. KPN geeft aan dat de Telco/ISP derhalve de parameters bepaalt voor het betreffende 06760 BOT eindgebruikerstarief, zoals de prijs voor de eindgebruiker, de hoeveelheid inbeltijd en de periode (deel van dag/week) waarin de inbeltijd voor de eindgebruiker verbruikt kan worden.

Het voorstel voor de nieuwe BOT retentietarieven wordt door KPN onderbouwd door middel van een prijssqueezetoets op basis van FRIACO interconnectie tarieven. Deze test geeft volgens KPN aan dat er geen sprake is van een negatieve marge tussen de interconnectie- en BOT retentietarieven van KPN. KPN geeft voorts aan dat zij voornemens is de nieuwe BOT tariefstructuur vanaf 15 oktober 2001 te introduceren.

Het college heeft inmiddels bij brief van 12 oktober 2001, kenmerk OPTA/EGM/2001/203101, aangegeven dat hij, gelet op de korte termijn tussen ontvangstdatum en de voorgenomen invoeringsdatum niet kan instemmen met de voorgenomen introductiedatum.



Wettelijk kader

Tussentijdse wijzigingen van de eindgebruikerstarieven voor het gebruik van de vaste openbare telefoondienst dient KPN op grond van artikel 36 van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: Boht) aan het college voor te leggen. Het college dient tariefvoorstellen te beoordelen op kostenoriëntatie. Indien het college van oordeel is dat de voorgestelde tarieven niet kostengeoriënteerd zijn, stelt het college KPN binnen drie weken na ontvangst van het voorstel hiervan op de hoogte en deelt het college KPN mee dat binnen een maand na deze mededeling een aanwijzing terzake gegeven zal worden, welke KPN gehouden is op te volgen.

Het college merkt evenwel op dat in onderhavig voorstel een aantal essentiële gegevens ontbreekt waardoor hij niet in staat is het voorstel en de daarbij gehanteerde BOT tariefstructuur integraal te toetsen op basis van artikel 36 Boht. Het betreft in het bijzonder de voorgenomen eindgebruikerstarieven, de methodiek voor de totstandkoming van de tarieven, een nadere onderbouwing van de in prijssqueezetoets gehanteerde parameters, de van toepassing zijnde Telco BOT terminating tarieven, en een bevestiging van alle in dit kader betrokken operators inzake de in rekening gebrachte terminating tarieven en de voorgestelde eindgebruikerstarieven. Het college kan zich op zichzelf wel voorstellen dat KPN hem verzoekt de nieuwe door haar voorgestelde BOT retentietarieven te toetsen op het vereiste van kostenoriëntatie, alvorens een concreet tariefvoorstel bij het college in te dienen. Tegen die achtergrond merkt het college de brief van KPN aan als een verzoek om de door KPN voorgestelde BOT uurretentie tarieven op kostenoriëntatie te beoordelen.
Beoordeling

Het college heeft in bijlage 3 van de Richtsnoeren Prijssqueeze1 de methodiek aangegeven voor de beoordeling van tarieven voor 06760 internetinbelverkeer op het vereiste van kostenoriëntatie. Bij de beoordeling wordt aan de hand van de prijssqueezetoest de ondergrens van het tarief gecontroleerd. Het tarief dient minimaal gelijk te zijn aan de kosten die KPN zelf zou moeten maken als zij tegen dezelfde voorwaarden en tarieven als andere aanbieders bij zichzelf zou moeten inkopen voor het gebruik van het net, vermeerderd met een retailopslag van 23%.

In de richtsnoeren is aangegeven dat de squeezetoest voor 06760 internetinbelverkeer dient te worden uitgevoerd op basis van de door het college gepubliceerde 06760 Internet Connect Regional tarieven (hierna: MIACO tarieven)2. Het college stelt vast dat uit de toets blijkt dat er sprake is van negatieve marges tussen de interconnectie- en BOT retentietarieven van KPN. Het onderhavige voorstel voor 06760 BOT retentietarieven voldoet daarmee niet aan de prijssqueezetoets en is derhalve niet kostengeoriënteerd.

1 28 februari 2001, kenmerk OPTA/EGM/2001/200494
2 Besluit van 29 juni 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/201828.



KPN stelt voor een andere methodiek (op basis van het FRIACO tarief) voor de prijssqueezetoets te hanteren dan in de richtsnoeren is vastgelegd. Over de door KPN voorgestelde methodiek voor de squeezetest merkt het college het volgende op. Het FRIACO tarief is een tijdsonafhankelijk tarief dat is gebaseerd op de kosten voor een bepaalde vaste capaciteit. Een BOT uurtarief daarentegen is per definitie een tijdsafhankelijk tarief. Immers, de eindgebruiker betaalt een vast tarief voor één of meerdere uren totdat de binnen de BOT vastgelegde tijdseenheden zijn opgebruikt. Het feit dat KPN voor dit voorstel een uurtarief gebruikt in plaats van een standaard minuut tarief doet niets af aan het tijdsafhankelijke karakter. Bij een vergelijking tussen het tijdsafhankelijke BOT uurtarief en het tijdsonafhankelijke FRIACO tarief worden derhalve de verkeerde tarieven met elkaar vergeleken. De relevante inkooptarieven voor de squeezetest van het tijdsafhankelijke BOT uurretentie tarief zijn derhalve de (tijdsafhankelijke) MIACO tarieven.
Oordeel

Gelet op het voorgaande is het college van mening dat de voorgestelde BOT uurretentie tarieven op basis van de in de Richtsnoeren Prijssqueeze aangegeven squeezetest niet kostengeoriënteerd zijn. Het college is derhalve van mening dat mogelijke eindgebruikerstarieven voor 06760 internetinbelverkeer, die zijn gebaseerd op de voorgestelde BOT retentievergoeding, evenmin voldoen aan het wettelijke vereiste van kostenoriëntatie. Vervolg procedure

Het college kan zich voorstellen dat KPN hem in de toekomst verzoekt nieuwe door haar voorgestelde BOT tariefstructuren te toetsen op het vereiste van kostenoriëntatie, alvorens een concreet tariefvoorstel voor eindgebruikerstarieven bij het college in te dienen. Het college merkt op dat in een dergelijk toekomstige voorstel de bovenstaande uiteenzetting met betrekking tot de prijssqueezetoets in acht dient te worden genomen en bovendien voldoende informatie dient te bevatten voor de beoordeling van het voorstel. Het college doelt hierbij op een gedegen onderbouwing van de in het voorstel gehanteerde parameters en tarieven.

KPN heeft het college aangegeven dat een concept van de in dit voorstel beschreven dienstverlening reeds is besproken in FIST-verband en zal daarom een afschrift van deze brief publiceren op de OPTA-website.

Hoogachtend,

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,
hoofd van de afdeling Eindgebruikersmarkt, plv.

mr. F.J.G. van der Plas