Universiteit Maastricht
Persbericht
29.10.2001
Conclusie onderzoek in ziekenhuizen Zuidoost-Brabant 'Grote aantal opnamestops leidt tot zorgelijke situatie'
De spoedopname van patiënten op de intensive care-afdelingen van de
ziekenhuizen in de regio Zuidoost Brabant staat vrijwel dagelijks onder
druk. Op één van de vijf dagen is er op vier van de vijf IC-afdelingen geen
plaats voor deze patiëntencategorie. Bovendien is in de regio op één van de
20 dagen helemaal nergens plaats voor intensive care-patiënten.
Dit blijkt uit het doctoraal onderzoek van de studenten T. van de Laar en J.
Damkot van de Faculteit der Gezondheidswetenschappen aan de Universiteit
Maastricht (UM), in samenwerking met prof. Schrijvers van het Julius Centrum
van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. De onderzoekers spreken van
een zorgelijke situatie. Ze pleiten voor het opzetten van een deugdelijk
informatiesysteem.
In de Alliantie Ziekenhuizen Zuidoost Brabant (AZZB) werken de vijf
ziekenhuizen in Eindhoven, Veldhoven, Helmond en Geldrop samen. Deze
alliantie erkent de problematiek rondom opnamestops en heeft opdracht
gegeven voor dit onderzoek. In deze ziekenhuizen zijn in de maanden maart,
april en mei 2001 dagelijks opnamestops afgekondigd met een gemiddelde van
10 opnamestops per dag. Dat varieerde van de sluiting van een afdeling tot
een opnamestop voor een héél ziekenhuis. Op 2 van de 3 dagen kwam bij
minstens één van de vijf ziekenhuizen in de regio voor dat geen énkele
patiënt met een acute opname-indicatie kon worden opgenomen, omdat een
opnamestop voor het hele ziekenhuis was afgekondigd.
Naar aanleiding van de kwantitatieve meetresultaten hebben Van de Laar en
Damkot voor vier specialismen (Chirurgie, Orthopaedie, Interne geneeskunde
en Longziekten) een nadere analyse uitgevoerd. In de regio blijkt dat 1 op
de 5 bedden niet voor de oorspronkelijke bestemming is gebruikt. Deze bedden
zijn ofwel bezet door 'verkeerde bed patiënten' en patiënten die niet op de
afdeling van het behandelend specialisme lagen of kunnen niet gebruikt omdat
ze gereserveerd of gesloten zijn.
Daarnaast blijkt dat ruim éénderde van de patiënten die opgenomen moet
worden niet op de afdeling van hun behandelend specialisme terecht kan.
Enerzijds is hieruit af te lezen dat ziekenhuisorganisaties flexibel omgaan
met het aanbod van patiënten met een acute opname-indicatie. Anderzijds laat
het zien dat ziekenhuisorganisaties structureel te weinig ruimte reserveren
voor deze patiëntencategorie. Van alle patiënten met een acute
opname-indicatie werd één op de vijftig patiënten gedwongen overgeplaatst
naar een ander ziekenhuis. Uit statistische analyse bleek dat op dagen met
opnamestop beduidend minder patiënten opgenomen werden dan op dagen zonder
opnamestop. Dit betekent dat artsen de indicatiestelling aanpassen aan de
beschikbare capaciteit waardoor de problematiek van patiënten met een acute
opname-indicatie mogelijk wordt onderschat.
In het onderzoek is tevens voor deze specialismen op 28 verpleegafdelingen
in vijf ziekenhuizen de bedden- en personeelscapaciteit geanalyseerd. De
gehanteerde methode in dit onderzoek naar opnamestops door in één regio, in
vijf ziekenhuizen, op dezelfde dagen, uniforme gegevens te registreren is
nieuw binnen de Nederlandse gezondheidszorg. Het biedt goed vergelijkbare
informatie die de gezondheidszorg de noodzakelijke transparantie geeft.
Oplossingen voor de schrijnende problematiek rondom opnamestops en patiëntenweigeringen kunnen onder meer liggen in het structureel ruimte reserveren voor spoedpatiënten, het beter benutten van de beschikbare beddencapaciteit en het ontwikkelen van centrale communicatie. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door opzet van een 24-uurs interactief regionaal informatiesysteem, zoals een website. Een dergelijke informatiesysteem geeft niet alleen aan waar in de regio plaats is voor een patiënt met een acute opname-indicatie, maar tevens welk ziekenhuis op dat moment over de voorzieningen beschikt om deze patiënt optimaal te kunnen behandelen. Hiermee komt dan mogelijk een einde aan het 'leuren' met patiënten in de regio door huisartsen, ambulancediensten en de medici in ziekenhuizen.
In de komende editie van het weekblad Medisch Contact wordt de omvang van
opnamestops uit het onderzoek beschreven.