Gerechtshof Arnhem
Overeenkomst tussen gemeente en hondenbezitters; misbruik van
omstandigheden
Bron: Gerechtshof Arnhem
Datum actualiteit: 25-10-2001
Twee particulieren op hoge leeftijd houden een hondenkennel met
husky's. De gemeente vindt dat er sprake is van geluidsoverlast en
beveelt hen de kennel te sluiten. Daartegen gaan zij in beroep bij de
bestuursrechter. In afwachting van daarvan, neemt de gemeente alvast
een aantal honden in beslag. Intussen hebben de particulieren
financiële problemen gekregen en gaat de bank op grond van het
hypotheekrecht over tot verkoop van het pand. Op het allerlaatste
moment, vlak voor de gedwongen ontruiming, verschijnen omstreeks 23.30
uur 's avonds enkele gemeenteambtenaren met een voorstel voor een
overeenkomst tussen de particulieren en de gemeente. Volgens die
overeenkomst zullen de particulieren 1) afstand doen van alle in
beslag genomen honden, behalve vijf husky's, die ze mogen houden 2)
het beroep bij de bestuursrechter intrekken en 3) afzien van eventuele
schadeclaims tegen de gemeente. In ruil daarvoor zegt de gemeente toe
zich in te spannen om hen andere woonruimte te verschaffen en de
kosten van de bestuursdwang niet te zullen verhalen. Uiteindelijk
besloten de particulieren die overeenkomst te ondertekenen, hoewel ze
eerder die dag via hun advocaat hadden laten weten dat die voorwaarden
onaanvaardbaar waren.
In deze procedure vorderen de particulieren voor recht te verklaren
dat de overeenkomst niet geldig is omdat de gemeente misbruik heeft
gemaakt van de moeilijke omstandigheden waarin zij verkeerden. Het hof
is het daarmee eens. De overeenkomst was erg bezwarend voor hen
(afstand van de honden) terwijl de tegenprestatie in feite een lege
dop is (de gemeente kan de kosten van de bestuursdwang toch al niet
verhalen wegens een vormfout). Door de oude mensen (achter in de 80)
op zo'n laat tijdstip, buiten aanwezigheid van hun advocaat deze
overeenkomst voor te leggen, waarvan men al wist dat die eigenlijk
onaanvaardbaar was, heeft de gemeente misbruik gemaakt van de
dwangpositie waarin zij verkeerden.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AD4815
(Zie het originele bericht)