CBS
CBS: Koopbereidheid bijna terug op niveau vóór aanslagen VS
In oktober is de koopbereidheid van Nederlandse consumenten verbeterd
in vergelijking met de periode net na de terreuraanslagen in de
Verenigde Staten op 11 september. De koopbereidheid is weer bijna
terug op het niveau van september vóór de aanslagen, zeker als
rekening wordt gehouden met seizoeninvloeden. Mede hierdoor heeft het
consumentenvertrouwen in Nederland zich in oktober enigszins hersteld
van de schok van de aanslagen. Dit blijkt uit het Consumenten
Conjunctuur Onderzoek van het CBS.
Koopbereidheid verbeterd
In oktober is de koopbereidheid verbeterd in vergelijking met de
cijfers direct na de aanslagen. Ongeveer anderhalve week na de
aanslagen bleek sprake van een daling met acht punten, sindsdien is
dit onderdeel van het consumentenvertrouwen weer met zes punten
gestegen. De koopbereidheid is hiermee bijna terug op het niveau van
september vóór de aanslagen, zeker als rekening wordt gehouden met
seizoeninvloeden. De verbetering hangt vooral samen met een positiever
oordeel van huishoudens over hun eigen toekomstige financiële positie.
Wel blijven consumenten iets minder optimistisch over hun financiën
dan vóór de aanslagen.
Het andere onderdeel van de koopbereidheid, de bereidheid voor het
doen van grote aankopen, was na de aanslagen vrijwel onaangetast. In
oktober is hier een daling te zien, maar dat is gebruikelijk in deze
tijd van het jaar. Na correctie voor seizoeninvloeden is de bereidheid
om grote uitgaven te doen even groot als in september.
Pessimisme over toekomst economie blijft
Het oordeel van consumenten over de economische ontwikkelingen is in
oktober vrijwel gelijk gebleven aan dat anderhalve week na de
gebeurtenissen in de VS. De consument blijft duidelijk pessimistischer
dan vóór de aanslagen. Vooral de verwachtingen voor de komende twaalf
maanden zijn veel somberder. Daarentegen kijkt men iets positiever aan
tegen de economische situatie in het afgelopen jaar dan
vlak vóór de aanslagen. Volgens het Consumenten Conjunctuur Onderzoek
is de consument onder andere negatiever over de ontwikkelingen op de
arbeidsmarkt. In oktober verwacht 60% van de ondervraagden een
stijging van de werkloosheid. Vlak vóór de aanslagen was dat nog 43%,
begin dit jaar slechts 16%.
Consumentenvertrouwen hersteld
Het consumentenvertrouwen in Nederland heeft zich in oktober enigszins
hersteld van de schok van de aanslagen. Ongeveer anderhalve week na de
gebeurtenissen lag de vertrouwensindex negen punten lager dan het
septembercijfer vóór de aanslagen. In oktober is de index weer vier
punten gestegen. Hiermee komt het consumentenvertrouwen in oktober
vijf punten lager uit dan in september vóór de aanslagen.
Vertrouwen sinds eind 2000 gedaald
Op wat langere termijn bezien lag het consumentenvertrouwen in 1999 en
2000 op een relatief hoog niveau. Vanaf eind 2000 zette een vrijwel
onafgebroken daling in tot en met juni. Daarna stabiliseerde het
vertrouwen in juli, augustus en begin september. Na de aanslagen in de
VS is het consumentenvertrouwen opnieuw gedaald.
Technische toelichting
Het onderzoek naar het consumentenvertrouwen vindt plaats in de eerste
twee weken van de maand. In verband met de terreuraanslagen in de VS
op 11 september is in die maand nog een extra onderzoek gehouden op
20, 21 en 22 september. Dit leverde een eerste indicatie op van de
reactie van consumenten, ongeveer anderhalve week na de
gebeurtenissen. De uitkomsten van het extra onderzoek maken geen deel
uit van de officiële tijdreeksen van het consumentenvertrouwen, die in
tabellen 2, 3 en 4 van dit persbericht zijn opgenomen.
De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre
huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat.
Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van
huishoudens over het algemene economische klimaat en over de eigen
koopbereidheid. Maandelijks worden hierover in het Consumenten
Conjunctuuronderzoek (CCO) vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend
personen. Daarnaast bevat het CCO onder andere vragen over de
verwachtingen voor de werkloosheid en de inflatie en over het
spaargedrag en aankoopplannen van huishoudens.
De ondervraagden kunnen vinden dat het beter gaat (de 'optimisten'),
dat het slechter gaat (de 'pessimisten') of dat de situatie gelijk
blijft. Als er evenveel optimistische als pessimistische consumenten
zijn, heeft de index de waarde nul. Een waarde van tien betekent dat
de optimisten een meerderheid van tien procent hebben ten opzichte van
de pessimisten.
Twee van de vragen gaan over de economische situatie in het algemeen.
Het CBS berekent uit de antwoorden hierop de indicator van het
economisch klimaat. De overige drie vragen gaan over de financiële
situatie van het eigen huishouden. Daaronder is ook de vraag of de
tijd gunstig is voor aankopen van duurzame goederen. De antwoorden op
deze drie vragen worden samengevat in de indicator van de
koopbereidheid.
Het Consumenten Conjunctuur Onderzoek wordt vanaf mei 2000
medegefinancierd door de Europese Gemeenschap.