http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=422535
---
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den
Haag Directie Europa Afdeling West-Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC
Den Haag
Datum 24 oktober 2001 Auteur Vera Tinkelenberg
Kenmerk DEU-035/01 Telefoon 070-3486173
Blad /2 Fax 070-3485329
Bijlage(n) E-mail vera.tinkelenberg@minbuza.nl
Betreft Antwoord op de vraag van het Lid Karimi over EU pre-accessiesteun
aan Turkije.
C.c.
Zeer geachte Voorzitter,
Tijdens het Algemeen Overleg inzake Turkije, dat op 31 mei jl. werd
gehouden, vroeg het Lid Karimi in hoeverre kan worden bevestigd dat de
Turkse autoriteiten de inzet van EU pre-accessiegelden in Koerdisch gebied
zouden tegenhouden. Voor wat betreft de pre-accessiegelden is het antwoord
hierop negatief. Bij andere programma's van de Commissie treden soms
problemen op.
Via de Commissie worden op basis van de EU pre-accessiegelden grote
projecten voorbereid in het zuidoosten van Turkije. Het betreft onder andere
het GAP Regional Development Programme, het Eastern Anatolia Development
Programme (beide programma's elk rond de 40 mln. Euro) en enkele
grootschalige programma's op het gebied van opleidingen, basisonderwijs en
gezondheid. Het Partnerschap voor Toetreding, een document dat de Commissie
voor elke kandidaat-lidstaat heeft opgesteld, dient daartoe als
raamwerk-document. De samenwerking met de Turkse autoriteiten met
betrekking tot deze projecten is goed.
De Commissievertegenwoordiging in Ankara beheert daarnaast ook enkele
kleinschalige programma's, die ook voor Zuidoost-Turkije van kracht zijn,
onder andere gericht op cultuur en ondersteuning van vrouwen die slachtoffer
zijn van geweld. Om voor dergelijke subsidies in aanmerking te komen dienen
gemeentes
toestemming te krijgen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Daarbij
treden in de praktijk soms problemen op. In dat geval streeft de Commissie
in directe contacten met de Turkse autoriteiten naar praktische oplossingen.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Kenmerk
Blad /1
===