Sector Pers en Public Relations
Contactpersoon: Dries Vandermeersch
E. Jacqmainlaan 20, 1000 Brussel
tel. 02-790 93 06 - fax 02-790 95 06 - gsm: 0477-23 13 57 e-mail: dries.vandermeersch@rago.be
PERSBERICHT
Datum: 23 oktober 01
Fax /E-mail bestemd voor: Alle nieuwsredacties Betreft: Deloitte & Touche: Gemeenschapsonderwijs pleit voor netoverschrijdende samenwerking
In de commissie Onderwijs van het Vlaams Parlement lopen de debatten over het rapport Inkomsten en uitgaven van scholen in Vlaanderen. Kwantificering van objectiveerbare verschillen. In dit kader wenst het Gemeenschapsonderwijs opnieuw te pleiten voor meer netoverschrijdende samenwerking. Vandaag brengt Peter Steenhaut, voorzitter van het Gemeenschapsonderwijs, volgende punten in de commissie naar voren.
Beleidsmatige suggesties
Het Gemeenschapsonderwijs (GO) vindt het opportuner in de eerste plaats een aantal beleidsmatige suggesties te formuleren waarvoor het zich wil engageren.
Samenwerking op verschillende vlakken
Zo stelt het GO voor om de leerplanontwikkeling en leerstofopbouw toe te vertrouwen aan de Dienst voor Onderwijsontwikkeling (DIVO) in samenwerking met de pedagogische begeleidingsdiensten. Ook samenwerking over nascholing, pedagogische begeleiding en leerlingenbegeleiding kan worden uitgebouwd.
Voor zeer kostelijke unieke studierichtingen (zoals Rijn- en Binnenvaart, Grafische technieken, Diamantbewerking...) stellen wij voor deze niet langer per net, maar netoverstijgend te organiseren.
Een zelfde redenering willen wij toepassen in verband met werkplaatsen, zware didactische uitrusting en hoogtechnologische apparatuur. De noden moeten hier in het belang van de leerling het netgebonden denken kunnen overstijgen. Bovendien kan er een samenwerkingsverband ontstaan met de VDAB, VIZO, het volwassenenonderwijs en het bedrijfsleven. Hierdoor kan de nodige apparatuur en infrastructuur maximaal worden aangewend.
Ook wat sportinfrastructuur betreft pleiten wij ervoor deze netoverstijgend te organiseren. Deze infrastructuur kan dan ook tijdens de vrije uren en dagen gebruikt worden door de plaatselijke culturele en sportieve verenigingen.
Uitnodiging
Het GO wenst wat samenwerking betreft evenwel verder te gaan. Het wil zich engageren in een netwerk van open en pluralistische scholen en nodigt steden, gemeenten, provincies en de inrichtende machten van het vrij onderwijs uit om de dialoog hierover aan te vatten. Indien nodig moet het Vlaams Parlement hiervoor een decretaal kader voorzien.
Kritiek op studie Deloitte & Touche (D&T)
Het GO heeft volgende kritieken op het onderzoek. Hieronder volgt een samenvatting van een nota van tien bladzijden waaruit volgende punten naar voor komen.
1 De onzorgvuldige samenstelling van de steekproef, en de grote tekortkomingen inzake de gehanteerde methodologie, waardoor de resultaten van de studie in vraag gesteld moeten worden.
Wij sluiten ons aan bij de fundamentele kritieken die de professoren Billiet (KUL) en Waege (UG) formuleerden tijdens de commissievergadering van 22 oktober 2001.
2 Het onzorgvuldig omgaan met basisgegevens.
Zo wordt in de inleiding van de studie gezegd dat het onderwijs verstrekt in de BSD niet wordt meegerekend, omdat dit een speciale opdracht is. Maar uit verschillende tabellen blijkt dat dit onderwijs wel wordt meegerekend.
Zo werd bij de dotatie van het GO vergeten de kredieten voor deeltijds kunstonderwijs, DBSO en internaten af te splitsen van deze van het secundair onderwijs. Hierdoor moet de kostprijs per leerling in het GO verminderd worden. Het bedrag dat in de studie wordt vermeld, is bijgevolg niet correct.
3 Het zich boven het Arbitragehof stellen van het onderzoeksbureau.
De verschillende behandeling voor eigenaaronderhoud tussen de netten wordt omschreven als "misschien wel juridisch, maar moeilijk praktisch en maatschappelijk verdedigbaar". Hier stelt D&T zich boven het Arbitragehof dat zich in een arrest achter deze verschillende behandeling heeft geschaard. Bovendien kan men vragen stellen over het feit dat een onderzoeksbureau zomaar beslist wat "maatschappelijk aanvaardbaar" is.
4 Het onderzoeksbureau doet heel wat waardeoordelen en normatieve uitspraken.
Zo stelt het zich met volgend uitspraak in de plaats van het Vlaams Parlement: " Nu de gegevens op tafel liggen, mag er geen feitelijk en principieel beletsel meer zijn om de niet-objectiveerbare verschillen tussen scholen, leerlingen, personeel en netten weg te werken." Bovenvermelde professoren plaatsen daarentegen grote vraagtekens bij de betrouwbaarheid van de gegevens.
5 De studie brengt de verschillende financiering van de netten onvoldoende in kaart.
Terwijl de onderzoekers de gegevens verstrekt door het GO en in minder mate door het officieel gesubsidieerd onderwijs precies hebben gecontroleerd, gebeurde er nauwelijks controle voor de gegevens verstrekt door de vrije gesubsidieerde scholen. Soms gebruiken de onderzoekers zelfs schattingen, wat ons toch de resultaten in vraag doet stellen.
6 Het onderzoek fietst om enkel thema's heen.
Zo wordt de aanvaardingsplicht wel als verschil aanvaard, maar nergens gekwantificeerd, hoewel dat uitdrukkelijk in de opdracht stond.
7 De kwaliteit in het onderwijs.
Regelmatig gebruiken de onderzoekers de term kwaliteit in het onderwijs, zonder die echter te specificeren.
8 Er wordt gemeten met twee maten en twee gewichten.
Zo wordt voor het GO de vzw Sociale dienst van de personeelsleden die door de vakbonden wordt beheerd, ingebracht als inkomsten. Maar de financiering van de MPI's van het vrij onderwijs door het departement Welzijn wordt niet verrekend.
Wenst u een meer gedetailleerde opsomming van de kritieken met verwijzingen naar het rapport? U kunt deze bij de persverantwoordelijke verkrijgen.
Wenst u meer informatie? Neem dan contact op met de persverantwoordelijke, Dries Vandermeersch.