Persbericht, 22 oktober 2001
Gedeputeerde Neef wil consensus over toekomst Slotervaartziekenhuis
via heldere procedure minister Borst
Enno Neef, Gedeputeerde Zorg, Welzijn en Cultuur van de Provincie
Noord-Holland wil dat er een einde komt aan de polarisatie rondom het
Slotervaartziekenhuis. Omdat er door het BTOZ geen eensluidend advies
ingenomen is, brengen de 3 partijen (ZAO Zorgverzekeringen, wethouder
Zorg Bea Irik van de gemeente Amsterdam en gedeputeerde Neef van de
provincie Noord-Holland) ieder hun eigen bestuurlijke opvatting van de
kwestie uit aan de minister. Volgens Enno Neef dient minister Borst
haar autoriteit aan te wenden om de partijen in Amsterdam weer aan
tafel te krijgen. Zij moet een heldere procedure aangeven voor de rest
van de discussie; bepalen wie er mee doen aan die discussie en zelf
een standpunt innemen.
Neef adviseert de minister als lid van het BTOZ. Voor een standpunt
van de provincie over het Slotervaartziekenhuis moet de minister het
provinciaal bestuur vragen een ziekenhuisplan voor de regio Amsterdam
op te stellen. Dat is geregeld in de Wet ziekenhuisvoorzieningen, die
de minister en de Kamer in hun streven naar deregulering niet meer
gebruiken. Het wettelijk en procedureel niemandsland dat zo is
ontstaan, heeft bijgedragen aan een fel openbaar debat in Amsterdam
waarbij de polarisatie door partijen niet is geschuwd. Daarmee is een
oplossing door overeenstemming tussen de belangrijkste partijen verder
weg komen te liggen.
Weinig zorginhoudelijke verschillen plannen Simons en Sturkenboom
(algemeen directeur ad interim van het Slotervaartziekenhuis)
In de visie van de gedeputeerde Zorg zijn er weinig zorginhoudelijke
verschillen tussen het voorstel van de commissie Simons (waarin
overigens diverse eerdere plannen van het Slotervaartziekenhuis zelf
meegenomen zijn) en het meest recente plan van de heer Sturkenboom,
directeur van het Slotervaartziekenhuis. "In de openbare discussie is
enorm gepolariseerd over beide plannen. Er zijn meer overeenkomsten
dan verschillen als je goed leest. Beide plannen houden enorme
veranderingen voor de organisatie van het Slotervaart in. Zowel het
plan Simons als Sturkenboom vormen slechts aanzetten voor een
transformatie die feitelijk 2 à 4 jaar zal duren. Beide plannen zijn
nauwelijks plannen te noemen. Er moet nog ontzettend veel uitgezocht
en uitgewerkt worden."
Het verschil tussen beide plannen zit vooral in wie die veranderingen
uit dient te voeren: het Slotervaart zelf of de VU namens het
Slotervaart. Een dergelijke competentiekwestie mag niet van
doorslaggevende betekenis zijn maar is dat wel gezien de
dereguleringsvoorstellen conform de nieuwe Wet Exploitatie
Zorgvernieuwing (WEZ) waarbij de beslissingsbevoegdheid ligt bij
Zorgverzekeraar ZAO en de individuele ziekenhuizen.
Advies gedeputeerde Neef.
Neef adviseert dat de belangrijkste partijen weer aan tafel worden
gevraagd en de rust en ruimte krijgen om tot overeenstemming te komen.
De minister moet daar de voorwaarden voor scheppen door te zeggen wie
aan tafel moeten zitten en wat er besproken gaat worden. Daar hoort in
de visie van de gedeputeerde Neef ook bij dat minister Borst
inhoudelijk bepaalt waarover gesproken wordt. Toen zij het BTOZ vroeg
om onderzoek te doen heeft zij immers aangegeven dat zij zelf dacht
aan het onderbrengen van bedden en speciale functies bij andere
Amsterdamse ziekenhuizen en een modern dagziekenhuis op de locatie
Slotervaart. Ook zal zij moeten zeggen of ze nog twijfelt aan het
voortbestaan van het ziekenhuis vanwege de financiële en bestuurlijke
problemen, na de financiële wederopstanding van het afgelopen
halfjaar.
Overigens blijft in dit geval de rest van de Amsterdamse ziekenhuizen
buiten beeld. Terwijl de commissie Simons terecht de conclusie trekt
dat de gehele ziekenhuiszorg in Amsterdam modernisering behoeft: meer
poliklinische zorg, meer OK-personeel, meer onderlinge samenwerking en
minder bedden. Als de minister daar echt iets mee wil kan zij, naar de
mening van de gedeputeerde, de Provincie Noord-Holland een aanwijzing
geven een provinciaal ziekenhuisplan voor de regio Amsterdam op te
stellen. "Dat lijkt achterhaald, maar het is wel het enige wettelijke
instrument dat zij tot haar beschikking heeft voor dit doel."
Inlichtingen: Jan Pool, afd. ZWC, tel. (023) 514 35 48