Ministerie van Algemene Zaken


1red10092
19-10-2001, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07 uur

VICE-PREMIER JORRITSMA, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD, OVER MILTVUURDREIGING EN HAAR PLAATS OP DE

VVD-LIJST

CARASSO:
Wat denkt u, haalt het woord poedermalloten de Van Dale?

JORRITSMA:
Je hoopt eigenlijk van niet. Je hoopt dat het gauw weer voorbij is, want het is toch wel heel bizar dat een aantal echte terroristen, ik kan dat niet anders noemen, op een aantal plekken, tot nu toe vrijwel alleen in de Verenigde Staten, echt miltvuur verspreiden via een poeder in een envelop. Waar je dan wel heel erg van schrikt, is dat er dan inderdaad gekken zijn, malloten ­ ik vind malloten eigenlijk nog een veel te aardig woord ­ die dan gewoon poeder in een envelop stoppen om daar andere mensen bang mee te maken. Dat is natuurlijk eigenlijk ook wat de terroristen graag willen. Ze zoeken ontwrichting, dus ik denk dat dat soort mensen zich toch zouden moeten realiseren dat ze in feite handlangers worden van terroristen als ze dit soort dingen doen. Het is heel ziek.

CARASSO:
Want dat is eigenlijk de achtergrond van de vraag: hebben we hier nou te maken met een soort korte psychose of een massahysterie die een weekje duurt, net zoals de bommeldingen na de week van 11 september, of is er nu wel degelijk sprake van een dreiging in Nederland?

JORRITSMA:
Dat weet je dus niet. Wij hebben gewoon een aantal voorzorgsmaatregelen genomen bij de overheid, we laten ons ook niet in paniek brengen, want met goede voorzorgsmaatregelen hoeft dat ook helemaal niet. Spullen worden onderzocht. We moeten ook oppassen dat ook niet wij weer nieuwe paniek gaan zaaien. Ik hoop en ga er vooralsnog van uit dat het inderdaad even een hype is en dat het weer overwaait.

CARASSO:
Want hoe ga je daar inderdaad binnen het kabinet mee om? Je moet de paniek een beetje wegnemen, maar je moet aan de andere kant ook wel strenge maatregelen nemen om erge dingen te voorkomen. Daar zit natuurlijk een spanning tussen.

JORRITSMA:
Volgens mij is het wegnemen van paniek dé manier om ook de spanning weg te nemen. Goede voorzorgsmaatregelen nemen is de manier om de paniek te voorkomen.

CARASSO:
Maar goed, als mensen zien dat mannen in witte pakken een bankgebouw ergens in een dorp binnengaan, dan krijg je natuurlijk wel paniek.

JORRITSMA:
Daar past dus bij dat we goed moeten communiceren, dat als je dit soort risico's hebt en je hebt nog onvoldoende inzicht in of het nou gewoon talkpoeder of weet ik veel wat



voor poeder is, of echt gevaarlijk poeder, dat je dan beter even een paar voorzorgsmaatregelen kan nemen, dat je daar dus minder van in paniek hoeft te raken dan wanneer we dat niet zouden doen en er onverwacht een aanslag gepleegd zou kunnen worden die wél levensbedreigend zou zijn. Ik denk dat het dus van belang is dat wij communiceren dat het op dit moment even past om daar ook goede voorzorgsmaatregelen voor te nemen.

CARASSO:
Schrok u zelf toen op het Binnenhof vanmiddag een brief werd gevonden met poeder erin?

JORRITSMA:
Het was vanmorgen al gebeurd. We hebben bericht gekregen toen het geloof ik al onderweg naar Lelystad was. Je schrikt er in die zin van dat het gebeurt. Aan de andere kant mocht je het wel een klein beetje verwachten, dat het ook richting het Binnenhof zou komen. Dat is nou eenmaal helaas zo. Vooralsnog ga ik er maar van uit, tenzij het tegendeel zou zijn en dat er werkelijk iets aan de hand zou zijn, maar voorlopig ga ik er maar van uit dat het toch weer een gek is.

CARASSO:
Vindt u het dan verstandig dat minister De Vries van Binnenlandse Zaken het deze week eigenlijk een beetje bagatelliseerde en sprak over poedermalloten en overdreven paniek?

JORRITSMA:
Nee. Ik vind dat hij gelijk heeft. Wij moeten met elkaar oppassen dat we niet meer paniek gaan zaaien dan nodig is. Ik vind dat de pers daar zelf ook een verantwoordelijkheid in heeft: ook de pers moet oppassen dat niet elke keer iets wat eigenlijk niks is wordt opgeblazen tot iets heel groots, want het is heel makkelijk, zeker met de grote communicatiemiddelen die ons vandaag allemaal ter beschikking staan.

CARASSO:
Hoewel het natuurlijk de taak is, op het moment dat het Binnenhof wordt afgezet en er allerlei hulpdiensten aankomen, dat daar wel verslag van wordt gedaan.

JORRITSMA:
Er moet verslag worden gedaan, maar ik zou bijna zeggen: dan ook wel graag met de nodige terughoudendheid, in die zin dat het niet groter moet worden gemaakt dan het is. Verslaglegging is het ene, maar de pers heeft ook heel veel middelen en mogelijkheden om iets wat klein is buitengewoon groot uit te vergroten. Juist bij dit soort zaken denk ik dat er ook een verantwoordelijkheid bij de pers behoort te zijn om de zeg maar reële omvang van iets wat gebeurt te laten zien.

CARASSO:
Wordt er zo'n week als deze ook nog advies gevraagd door de regering aan psychologen of aan andere regeringen? Want er is natuurlijk eigenlijk helemaal geen deskundigheid of ervaring met dit soort gebeurtenissen in Nederland.



JORRITSMA:
We hebben natuurlijk wel degelijk discussies met elkaar over hoe we moeten communiceren. Daar hebben we natuurlijk ook voldoende expertise voor in huis. Het is niet de eerste keer dat we met crises te maken hebben, die ook altijd communicatie vragen. Één ding weet ik wel, daar hoef je volgens mij ook niet een psycholoog of een heel groot deskundige voor te zijn: wat we moeten doen, is vooral zo transparant mogelijk te zijn. Als er dingen zijn, meteen vertellen, meteen uitleggen wat er aan de hand is. Een aantal dingen kunnen wij niet uitleggen, als het gaat over andere zaken die gebeuren. Soms weten we het en kunnen we het niet zeggen, omdat dat ertoe zou leiden dat je iets niet kunt oplossen. Maar voor dit soort zaken zou ik zeggen, en dat doen we dan ook, op het moment dat wij tot de ontdekking komen dat er zo'n envelop is: gewoon vertellen, gewoon zeggen welke maatregelen je hebt genomen. Dat is volgens mij de beste manier om paniek te voorkomen.

PLAATS OP DE VVD-LIJST

CARASSO:
Maandag komt de VVD-lijst uit. Bent u zenuwachtig of u een mooie plek krijgt?

JORRITSMA:
Ik ben ontzettend zenuwachtig. Morgen, ergens in de loop van de middag, word ik geacht een telefoontje te krijgen, en ik geloof zelfs dat u die morgenavond al op het VVD-net kunt vinden. Ik heb het vermoeden dat het niet uitgesloten is dat ik redelijk hoog op de lijst sta.

CARASSO:
Maar weer geen vrouw op 1, hè?

JORRITSMA:
Nee, geen vrouw op 1, maar daar heb ik zelf mede voor gekozen. Ik ben een zeer groot voorstander om Hans Dijkstal tot lijsttrekker van de VVD te maken. Ik ga ook niet volgende week zeggen dat het toch beter is dat een ander op de eerste plaats komt. (letterlijke tekst, ongecorrigeerd, HK)