Ten Hoopen: Jorritsma moet resultaatsverantwoordelijk zijn
Het CDA stelt vanuit haar grondbeginselen ethische grenzen aan de economie, aldus Tweede Kamerlid Jan ten Hoopen in zijn inbreng aan (de eerste termijn van) de Begroting Economische Zaken 2002. "Wij vinden dat Nederland binnen EU-verband een eigen afweging moet kunnen maken over ethische kwesties, zoals bij kwesties als octrooien van planten en dieren. De markt, en dus ook de Interne Markt kent in deze zijn grenzen. Daar past geen besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid, die wij op het gebied van de Interne Markt overigens normaliter juist toejuichen." Is de minister bereid zich de komende tijd in te zetten om deze "exception ethiques" op de politieke agenda te zetten, zo vroeg Ten Hoopen aan minister Jorritsma.
"Een belangrijke pijler in het CDA denken is het verantwoordelijkheid nemen
en daarop aangesproken kunnen worden. De minister van Economische Zaken
stelt wel al te makkelijk dat EZ systeemverantwoordelijk is, en niet
resultaatsverantwoordelijk, gezien de vele externe invloedsfactoren. Een
dergelijke opvatting vinden wij niet passen. Ik noem de Administratieve
lasten: dat blijft voor alle ondernemers een topprobleem. Dit had voor wat
betreft het CDA hét succesnummer van de periode-Jorritsma moeten worden, en
dat hadden we haar graag gegund, maar ja de minister ziet zichzelf als
systeemverantwoordelijk en niet als resultaatsverantwoordelijk. Ook de
minister zelf geeft toe dat de doelstelling niet gehaald is. Naar de
toekomst toe willen wij de minister wel degelijk op resultaten afrekenen ook
voor wat betreft haar coördinerende functie naar andere departementen toe in
kader van het VBTB-proces. Dat geldt zowel voor nieuwe en bestaande
regelgeving."
Luisteren naar CDA-consultants
Ten Hoopen: "Minister Jorritsma is wat het marktdenken betreft ongetwijfeld
hét boegbeeld van paars te noemen. Veel wat ze maar tegenkwam werd
losgelaten en overgeheveld naar de markt. De Secretaris-Generaal van
Economische Zaken (dhr. van Wijnbergen - die ontegenzeggelijk over veel
denkkracht beschikte) werd geprivatiseerd en de heer Winsemius - in plaats
van de minister - gaf leiding aan het EZ-project "de economie van de 21
eeuw" Grootschalig gebruik van externe consultants dus. Belangrijker nog is
de vraag of de minister bereid is ook naar externe CDA-consultants te
luisteren. Belangrijk punt is de noodzaak om in diverse sectoren zoals de
zorg de aanbodsturing te vervangen door vraagsturing. Dat moet de minister
toch aanspreken! Heeft de minister bijvoorbeeld kennis genomen van de
CDA-rapporten "Nieuwe regie in de zorg; een christen-democratische visie op
de structuur en financiering van de gezondheidszorg" (2000) en "Perspectief
op herstel; WAO-plan van het CDA (feb.1999). Graag horen wij hierop haar
reactie. En waarom heeft de minister in weerwil van CDA-consultants middels
de SUWI-wetgeving ingestemd met de grootste nationalisatie van na de oorlog
in Nederland?"
De hele inbreng van Jan ten Hoopen kunt u downloaden door in de rechtermarge
op het diskette-icoontje te klikken.