Verslag debat `Machtig Humanisme'
Onderwerp van het debat:
Hoe kan het humanisme er weer toe gaan doen? Aanleiding is de recent
vertaalde studie `De onvoltooide tuin' van de Frans-Bulgaarse denker
Tzvetan Todorov. Kernvraag voor de discussie van deze avond: Waarom
lukt het Nederlandse humanisten niet om een rol van betekenis te
spelen in het publieke debat?
Datum: dinsdag 16 oktober
Plaats: Lutherse kerk, Hamburgerstraat 9, Utrecht
Het forum bestaat uit:
Voorzitter Marleen Janssen Groesbeek commentator van het Financiële
Dagblad, Rosemarie Buikema bestuurslid van de Humanistische stichting
Socrates, Hans Wansink, commentator van de Volkskrant, Joep Dohmen,
universitair docent van de Universiteit voor Humanistiek, Heleen Pott
filosoof en Socrateshoogleraar Erasmus Universiteit Rotterdam.
Verslag: Journalistiek Service Bureau, Frans van Montfoort.
Inleiding door Marjan Slob:
"In zijn boek de Onvoltooide Tuin zegt Todorov dat de mens sinds de
Verlichting zich los heeft gemaakt van de traditie en een vrijheid
heeft verworven die zich uit in:
vrijheid van denken los van dat wat is voorgeschreven over de orde van
de wereld in de canonieke boeken en de vrijheid om te kiezen, de
politieke vrijheid waarin je los kunt zijn van je omgeving en de
omstandigheden waar je uit voortkomt. Die vrijheid is mooi maar heeft
een prijs. Het boek van Todorov gaat vooral over wat die vrijheden ons
kosten en wat dat voor problemen en situaties oplevert voor de
maatschappij.
Hij onderscheidt vervolgens vier families die een reactie zijn op die
vrijheid. Een van die families is de humanistische. Maar om duidelijk
te maken wat die humanistische traditie te bieden heeft is het handig
eerst in te gaan op die andere drie families. De eerste familie is de
conservatieve familie. De vrijheid is de prijs niet waard. De ambities
van de vrijheid leiden tot grote onrust en individueel ongeluk. Deze
traditie is vooral te vinden bij strikt religieuze mensen, zij die de
familie als hoeksteen van de maatschappij willen blijven zien en
anti-feministen die de rol van vrouwen traditioneel willen houden.
Daarnaast bestaat de sciëntistische familie. Deze familie is zeer
gecharmeerd van het denken en vindt de vrijheid heerlijk. Zij zien de
mens als een wezen dat de wereld met verstand kan beheersen en daarom
ook geen regels nodig heeft. Door de rede aan te wenden voor een
oorzaak en gevolg denken wordt echter nooit gekozen. Omdat iedere
keuze wordt gehouden tegenover de rede die alles oorzakelijk
verklaart. Daarbij wordt de waarheid, namelijk dat er niet zo veel te
kiezen valt, niet onder ogen gezien.
De derde familie is de individualistische familie. Die familie heeft
de vrijheid om te kiezen hoog in het vaandel staan. Daarbij gaat het
er om vooral jezelf de maximale vrijheid te gunnen waarbij je de
anderen niet nodig hebt. Anderen hebben op dat leven van jouw niet of
nauwelijks invloed. Jij bent degene die bepaald hoe het project, dat
je leven is, verloopt.
De humanistische familie is het met de conservatieven eens dat een ver
doorgevoerd individualisme de samenleving kan verbrokkelen. Daardoor
verdwijnen gemeenschappelijke waarden. Humanisten vinden dat die er
behoren te zijn. Ze delen met de sciëntisten het geloof in de
menselijke rede. Niet als een absoluut geloof, maar wel als instrument
waarmee je jezelf kunt duiden. Met de individualisten delen ze de
keuze vrijheid en het feit dat je los van je achtergrond en afkomst je
eigen leven kunt leiden.
De verschillen zijn er ook. Van conservatieven verschillen humanisten
omdat ze vinden dat er geen oorzakelijk verband is tussen het jezelf
besturen en de ontbinding van de samenleving. Het feit dat je keuze
vrijheid hebt wil niet zeggen dat de samenleving totaal uiteenvalt en
je geen gemeenschappelijke waarden meer kunt hebben. Met de
sciëntisten verschillen zij van mening omdat ze geloven dat handelen
is geboden en er zeker nog iets te kiezen valt tegenover de
gedetermineerdheid van oorzaak en gevolg die de sciëntisten hebben.
Van individualisten verschillen de humanisten doordat ze denken dat
sociale verbanden voor mensen van wezenlijk belang zijn. Humanisten
zijn het dus met alle stromingen een beetje eens en een beetje oneens.
Dat wordt ook wel van humanisten gezegd: vlees noch vis, een beetje
van dit en een beetje van dat. Maar Todorov neemt die handschoen op en
zegt dat hij wil inzetten op een humanistische moraal waarbij je al
die verschillende projecten moet durven en willen combineren. Anders
doe je geen recht aan wat een mens is en vervlak je bij voorbaat. Een
conservatieve moraal zou zijn: pas je aan aan de maatschappij. Voor
een sciëntistische moraal heeft goed en kwaad geen betekenis. Dat
leidt al snel tot een technocratische maatschappij waarbij deskundigen
vertellen hoe het in elkaar zit. Daar waar individualisten een soort
hedonisme zien. Niks gemeenschappelijke moraal. Ik leid mijn eigen
leven. Daar zeggen humanisten: we moeten ethisch denken en in dienst
staan van het goede. Niet van het geluk, maar van het goede. Dat moet
zijn wat ons gemeenschappelijk bindt.
Dan zijn er vervolgens drie peilers: Alle mensen maken deel uit van
dezelfde soort. Een soort politieke moraal. Mensen zijn sociaal en
wezenlijk van elkaar afhankelijk, een gemeenschappelijke moraal.
Mensen hebben een zekere handelingsvrijheid waaraan verbonden een
persoonlijke verantwoordelijkheid. Het is de kunst om die drie eisen
met elkaar in verband te brengen. Nu is het niet de bedoeling om over
Todorov veel te discussiëren en te kijken of dit allemaal wel klopt.
Vanavond moet het gaan over de vraag: hoe kun je vanuit deze drie
wensen / eisen de waarde van het humanisme bepalen voor het
Nederlandse publieke debat. En welke dingen zou je dan nu concreet aan
de orde willen stellen? Nu geef ik graag het woord aan de voorzitter
Marleen Groesbeek."
Vraag van de voorzitter aan Heleen Pott:
"Is de huidige staat van oorlog een botsing der culturen of het
resultaat van een jarenlange verwaarlozing van het arme deel van de
wereldbevolking?"
Antwoord van Heleen Pott: "Volgens mij is dit een van de actuele
kwesties waarover het humanisme zich zou moeten uitspreken. Hoewel het
risico bestaat dat we dan vanavond alleen nog maar praten over oorlog
en terrorisme. Ik ben dan ook blij dat het Humanistisch Verbond als
een van de weinige grotere maatschappelijke organisaties zich heeft
uitgesproken op 30 september en wel tegen de oorlog. Ik besef dat nu
ongeveer vijfennegentig procent in de zaal niet langer naar mij wil
luisteren maar ik denk dat het goed geweest is, omdat deze oorlog meer
heeft te maken met zaken als achterstand en het gezicht van het
buitenlands beleid van de VS in een ander deel van de wereld. Wij zien
de VS als een kampioen van de vrije meningsuiting en democratie. Er
zijn plekken op de wereld waar ze gezien worden als een handlanger van
de dictatuur. Dat heeft te maken met een ingewikkeld proces van
dékolonisatie. Wat de laatste maanden gebeurt in Israël en de
Palestijnse gebieden heeft er veel mee te maken, en in Irak waar
kinderen het slachtoffer zijn van de sancties. Wanneer je dat in je
oordeel betrekt begin je een klein beetje te begrijpen wat er in de
wereld aan de hand is. Dat is mijn mening waarbij ik spreek namens
niemand anders dan mezelf."
Levenskunst
Voorzitter: "Vanuit de somberte over de huidige politieke
situatie naar levenskunst komen we uit bij Joep Dohmen. Hij is
filosoof aan de universiteit van de humanistiek. Hij verdiept zich
daarbij in de levenskunst. Joep, Erasmus heeft gezegd: hij die de
kunst verstaat met zichzelf te leven zal zich nooit vervelen. Is dat
de essentie van levenskunst en wanneer heb jij je voor het laatst aan
je zelf geërgerd?"
Dohmen: "Wie ben ik om Erasmus tegen te spreken. Ik vind dat een
prachtige uitspraak. Tevreden zijn met jezelf is een van de
belangrijkste dingen in het leven zo lang het maar niet omslaat in
zelfgenoegzaamheid. Waneer ik me het laatst aan mezelf geërgerd heb?
Te vaak erger ik me aan mijzelf. Mag ik het daarbij laten?"
Voorzitter: "Dan heb je nog niet de kunst begrepen om met jezelf
te leven?"
Dohmen: "Dat is een 'on going proces' met de bedoeling
een 'on going progress' te bewerkstelligen. Dat is een
probleem."
Schoonheid en waarheid
Voorzitter: "Komen we bij Hans Wansink, commentator van de
Volkskrant in Den Haag waar hij zijn licht laat schijnen over de
Haagse politieke perikelen. Hij is de oprichter van Reflex, het katern
van de Volkskrant over leven, cultuur en maatschappij. Wat mij opvalt
aan de Volkskrant is dat er meer roddelrubriekjes in verschijnen. Op
zoek naar nieuw lezers potentieel?"
Wansink: "Er zijn veel soorten lezers. Bij de hoofdredactie
heerst de gedachte dat een ieder zich bij de krant moet thuis voelen.
Vaak komen medewerkers met een idee. Zo ging het ook bij Reflex waarin
ik opinie vorming wilde over andere zaken dan politiek. In gesprek met
de lezer over andere onderwerpen. Daar zit geen echte gedachte achter
van lezers aantrekken of afstoten. Vaak zijn het probeersels waar een
redacteur zich voor de redactie aan mag zetten. Veel meer zit daar
niet achter."
Voorzitter: "In de Haagse politiek leef je met de dag. Dat is
toch anders dan Reflex."
Wansink: "Voor schoonheid en waarheid hoef je niet naar het
Binnenhof. Sinds Kok heeft besloten er mee op te houden komt er wel
meer leven in de brouwerij. Er ontstaan nieuwe partijen, komen nieuwe
lijsttrekkers. De amusementswaarde is duidelijk toegenomen."
Tolerantie
Voorzitter: "Rosemarie Buikema hier naast me, is
cultuurwetenschapper en doceert aan de universiteit van Utrecht. Ook
is zij redacteur van de boekenreeks culturele dynamiek en diversiteit.
Rosemarie wat is het verband tussen cultuur en diversiteit?"
Buikema: "Dat wordt in de boeken uiteengezet. De reeks gaat over
wat men belangrijk vond en vind in de Nederlandse cultuur. Wat mij
opviel bij het werken aan de reeks is dat de Nederlandse cultuur vaak
nogal petieterig wordt opgevat. Terwijl in de Nederlandse cultuur de
afgelopen twintig jaar een grote verkleuring optreed waarin diverse
thematieken aan de orde komen. Het gaat in de boeken over de invloed
van migranten op de Nederlandse cultuur en hoe het idee over wat
Nederlandse cultuur is daardoor verandert in thematiek en vormtaal. In
die context betekent culturele dynamiek dat cultuur ontstaat als
ontmoetingspunt van ideeën over wat die cultuur is en de
gemeenschapsgevoelens die daarin uitgedrukt worden. Dat proces is
steeds complexer en heeft te maken met de diversiteit van de
samenleving."
Voorzitter: "Is het feit dat Nederlanders helemaal niet zo
tolerant zijn ten opzichte van andere culturen, zoals de afgelopen
maand is gebleken, dan goed of slecht ?"
Buikema: "Het is slecht voorde dynamiek maar interessant om te
bestuderen."
Voorzitter: "Je bent er dus wel blij mee?"
Buikema : "Extreme situaties zijn de beste om principes te
testen. Tolerantie valt dan heel snel door de mand. Genuanceerd zijn
vereist heel veel moed, zeker in complexe situaties. Letterlijk in een
enorme dreun kwamen een aantal verschillende geschiedenissen bij
elkaar. Het is dan niet eenvoudig om maar even een standpunt in te
nemen."
Voorzitter vraagt wie zich humanist noemt.
Joep Dohmen noemt zich humanist. Heleen Pott noemt zich afwisselend
kritisch humanist en post-humanist.
Ego
Voorzitter: "Hans (Wansink) jij hebt het humanisme wel eens een
mooi weer geloof genoemd. Denk je dat de humanisten hier in de zaal
alleen humanist zijn als het goed gaat in de wereld?"
Wansink: "Dat weet ik niet. Het humanisme legt sterk de nadruk op
deugden als zelfontplooiing, zoeken naar waarheid, voor je zelf
opkomen en minder de nadruk op deugden als je zelf wegcijferen, trouw
zijn, solidair zijn. Het is een soort up-beat levensbeschouwing die
mij als historicus naïef voorkomt. Het is het geloof van de 17-jarige
adolescent. Het probleem van onze Westerse maatschappij is een teveel
aan humanisme. Veel mensen hebben een te groot opgeblazen ego. Zijn
snel op hun teentjes getrapt, bezig met zichzelf. Joep (Dohmen) doet
dat dan op een esthetisch verantwoorde manier."
Dohmen: "Het is misschien goed om het bewustzijn van een
historicus wat op te klaren. De humanistische beweging bestaat niet
alleen uit intellectuelen. In Nederland bestaat naast de humanistische
universiteit en het humanistisch verbond ook humanitas, het hivos en
allerleimensen die in de samenleving werkzaam zijn. Dat zijn enorme
groepen mensen, veelal vrijwilligers die dag en nacht bezig zijn in
buurthuizen, met de opvang van ex- gedetineerden en psychiatrische
patiënten. De gedachte dat zelfontplooiing het stempel is van de
humanisten is historisch gezien volstrekt onjuist. Waneer je de
publicaties leest van onze universiteit van de afgelopen tien jaar, is
daar geen enkele intellectueel die het woord zelfontplooiing nog in de
mond durft te nemen. Zelf ben ik overigens nog wel geïnteresseerd in
zelfontplooiing dus misschien moeten we dat met elkaar
uitvechten."
Breien
Voorzitter: "Heleen (Pott) van welke school ben jij? Van de
zelfontplooiing of meer van de protestantse humanisten zal ik maar
zeggen?"
Pott: "Ik denk dat het een valse tegenstelling is. Ik ben het wel
eens met Hans dat er een soort narcistische zelfvertedering in sommige
manifestaties van het humanisme zit. Ik geloof niet dat die iets te
maken hebben met de vraag of je een intellectuele of een
praktijkgerichte humanist bent. Allebei deze groepen vertonen
narcistische trekjes. Een van de sterke punten van dat boek van
Todorov is dat hij waarschuwt voor die zelfvertedering. Hij noemt dat
de argeloosheid van het humanisme. Die houdt in dat, wanneer je niet
meer gelooft in God, je gaat geloven in de mens. Er blijft een
behoefte aan geloof. Voor je het weet ga je dan denken dat de mens
eigenlijk wel goed is. Een van de dingen die we sinds elf september
niet kunnen ontkennen is dat er in de wereld verschrikkelijke dingen
aan de gang zijn. De wereld is een lugubere plek om te bestaan en de
mens is werkelijk tot alles in staat. Zowel in het goede als in het
kwade. Dat zou het uitgangspunt van een kritisch humanisme moeten
zijn. Dat staat haaks op het geloof in een knusse multi-culturele
maatschappij waar we met zijn allen lekker aan door moeten blijven
breien."
Voorzitter: "Als ik president Bush hoor, dat we de mensheid
moeten beschermen tegen terroristen, denk ik: als we allemaal humanist
waren geweest had ik geloofd dat we er met praten en onderhandelen uit
kwamen. Stond daar niet de waarheid van het westen tegenover de
waarheid van terroristen die misschien wel vrijheidsstrijders
zijn?"
Pott: "Op de achterflap van het boek van Todorov staat een
voorschrift voor ons als kritische humanisten in de komende eeuw. Dat
is het niet het bestrijden van het goede of het kwade maar het
bestrijden van de zelfverzekerdheid van degene die beweerd het steeds
opnieuw weer zeker te weten. Niet de duivel bestrijden maar datgene
bestrijden dat de duivel mogelijk maakt. Ik vind dat een
voortreffelijke formulering van wat kritisch post-humanisme op dit
moment te doen staat."
Mensopvatting
Zaal: "Op pagina 327 van het boek van Todorov wordt het humanisme
een mensopvatting of een antropologie genoemd. De inhoud van die
antropologie telt volgens het boek drie kenmerkende elementen. Ten
eerste: Mensen behoren tot een zelfde biologische soort hetgeen op een
dynamische wijze gelijkwaardigheid van mensen onderling motiveert. Dat
is een variant op wat Marjan Slob zei. Ze zijn sociaal in die zin dat
ze bewust levende wezens kunnen worden die waarden stellen, die het
leven van iedere individu overstijgen. Ze zijn betrekkelijk
ongedetermineerd dus hebben ze mogelijkheden keuzes te maken die hun
culturele en persoonlijke identiteit verklaren. Dat sluit perfect aan
bij een opvatting over het Nederlandse Humanisme dat je kunt lezen in
een boek dat heet Grondslagen van Humanisme van Jaap van Praag. Daar
wordt het Humanisme een levensovertuiging genoemd. Kenmerken van die
levensovertuiging sluiten aan bij Todorov. Zo staat het ook in de
uitnodiging van vanavond. Humanisme wordt gezien als een filosofische
kijk op ons zelf. Volgens het boek 'het denken achter de
dijken' bestaat er in Nederland een diversiteit aan filosofieën.
Die waaieren uit waarbij alles kan. Ieder heeft zo zijn opvattingen.
De mensen die op een praktische manier bezig zijn moeten daarvan maar
bekijken wat ze toevallig aanstaat. Dat brengt mij op de vraag: is er
thans nog sprake van een levensbeschouwelijk humanisme met gedeelde
waarden die het individu overschrijden? Of is er gebroken met die
traditie en bestaat er een impliciet en anoniem humanisme met een
diversiteit aan filosofische eilandenrijkjes waar een ieder zich
verweert met een beroep op het persoonlijke zelfbeschikkingsrecht om
het gelijk aan zijn kant te krijgen?"
Levensbeschouwelijk
Buikema: "Het humanisme heeft zich nooit los gezongen van
levensbeschouwelijke vragen. Het houdt zich bezig met vragen als waar
gaan wij naar toe en waar toe zijn wij op aarde. De geschiedenis van
het humanisme laat ook zien dat het een beweging is die uit het
christendom voortkomt. De tegenstelling tussen christendom en
humanisme is dan ook niet zo adequaat. Ik ben er nog niet zo zeker van
of iedere humanist zegt: God is dood, nu troosten wij ons zelf maar.
Humanisme is eerder een humane manier van omgaan met zaken die in
religies geseculariseerd en gedogmatiseerd zijn. Op de vraag of er
sprake is van levensbeschouwelijk humanisme, is het antwoord wat mij
betreft: wel. Ik zou niet weten waar het humanisme over gaat als het
zich niet bezig houdt met levensbeschouwelijke vragen."
Wansink: "Die referentie aan het boek van Van Praag, een boek uit
1947 waarin de schrijver aansluit bij christelijke cultuur van
Nederland. Van Praag wil daarmee niet polariseren. Hij eist het recht
op voor een levensbeschouwing die niet theocratisch is gefundeerd.
Zijn boodschap was dat je christelijk kunt zijn zonder godsdienstig te
zijn. In die tijd vulde de christelijke ideologie de politieke,
economische en bestuurlijk ruimte. Dat is niet meer zo. Het humanisme
concurreert nu met een ideologie die uitgevloerd op de grond, op
apegapen ligt. Je kunt je niet meer profileren door je af te zetten
tegen religie of tegen de middeleeuwen. Todorov ademt te veel de geest
van de jaren zeventig en het verzet tegen het christelijk
georiënteerde moralisme. Je moet vandaag de dag juist moralist durven
zijn. Dat zie ik nog te weinig."
Dohmen: "Wat betreft het wat verouderde werk van Van Praag heeft
er inmiddels een vertaalslag plaats gevonden. Eenzelfde
levensbeschouwelijk humanisme, zoals door Van Praag indertijd is
aangegeven, is achterhaald. Het humanisme van nu, staat in de context
van 2001. Dat betekent technologie, mondialisering, individualisering.
Dat betekent dat we bezig gaan met het postmoderne gedachtengoed van
sociologen die laten zien dat er heel veel dubbelzinnigheid bestaat.
Humanisten kunnen geen naïef, levensbeschouwelijk humanisme meer
uitstralen. We moeten gepolitiseerd denken en kritisch humanist zijn.
We kunnen niet meer vanuit één punt de werkelijkheid bekijken. De
agenda die Todorov heeft zegt niks over postmodernisme, technologie en
biotechniek. Die enorme ontwikkelingen nopen het humanisme tot
bescheidenheid en tot het opheffen van narcisme. Je krijgt daardoor
een hele andere agenda. Geweld heeft een nieuwe gedaante. Humanisme
heeft een belangrijke inzet, namelijk anti-geweld. Het humanisme wil
dat geweld indammen."
Wansink: "Maar dat wil iedereen."
Dohmen: "Dat wil iedereen? Was dat maar waar!"
Wansink: "We moeten niet de fout maken de 11de september te zien
als een soort ludieke aktie tegen het Amerikaans imperialisme. We
moeten precies zijn. Afgaan op uitspraken die gedaan zijn door de
terroristische organisatie zelf, die inmiddels min of meer heeft
toegegeven in ieder geval die aanslagen te hebben geïnitieerd. Het
zijn extremistische desperado's die absoluut geen politiek
verband hebben met de armoede of het Midden Oosten. Bin laden en de
zijnen zijn rijkeluiskinderen, opgegroeid in het Westen of die daar
die vaak lang hebben gewoond en gestudeerd. Je kunt ze niet toerekenen
tot een bepaalde cultuur. Als hij de kans krijgt iemand als Arafat te
vermoorden wanneer hem dat goed uitkomt, doet hij het ook."
Moralisering
Dohmen: "De daad die in New York gepleegd is, is een daad van
geweld. Dat is evident. Het geweld duidt op het kwade. Dat duidt op
een moralisering van het geweld. Hier gaat het om religieus
fundamentalisme van een groepering, waarbij je kunt redeneren: onmacht
schept rancune. De manier waarop een bepaalde groepering tot onmacht
is veroordeeld is complex. Daar zit een geweldanalyse achter.
Post-humanistisch humanisme heeft de plicht om die complexiteit op de
juiste manier te beschrijven. Dat doet niet iedereen. Dat beschouwen
humanisten tegenwoordig als hun boven narcistische taak."
Pott: "De agenda van het humanisme kan niet meer dezelfde zijn
als die van Van Praag. Daar zijn we het volgens mij allemaal wel over
eens. Er is nu een technologische cultuur, globalisering en
terroristisch geweld. Ik denk dat het humanisme twee dingen kan doen.
Positie kiezen en een statement maken, is levensbeschouwelijk bezig
zijn. Dat laten we over aan andere clubs. Want in deze tijd is alles
zo complex, ambigue, individualistisch, pluralistisch, heterogeen,
hybride, verwarrend, dat we er niks over kunnen zeggen. Dat is een
excuus dat sommige humanisten op dit moment gebruiken om het
levensbeschouwelijke debat niet te hoeven voeren. Want als je mij zou
vragen bestaat er zo iets als een levensbeschouwelijk debat, dan zeg
ik: dat ligt absoluut in coma. Dat is jammer. Ik denk dat we moeten
zorgen dat het daaruit ontwaakt. Ik ben het met Hans Wansink eens dat
we moralisten moeten zijn. Dat we er niet komen in de post-moderne
tijd als we geen moralisten zijn. Misschien ligt daar een opdracht
voor het hedendaags Humanisme. Ook al omdat er in de politiek
nauwelijks nog inhoudelijk wordt gedebatteerd. Op het moment dat er in
de politiek niet meer gedebatteerd wordt, in achterkamertjes de zaken
worden geregeld en de technocraten aan de macht zijn, op dat moment is
er een taak voor een levensbeschouwelijke beweging als het Humanisme
met een duidelijk onderscheiden programma dat niet het programma is
van de christenen, de moslims, niet geïnspireerd wordt door een Joodse
of Hindoe godsdienst maar nadrukkelijk humanistisch. Vanuit dat
onderscheiden programma is het mogelijk om over politiek, zingeving en
actuele problemen te denken. We moeten ons niet laten wijs maken dat
post-moderniteit betekent dat je geen inhoudelijke gedachten meer
hebt. Dat is een groot misverstand. De verhalen zijn niet ten einde.
Ze worden op een andere manier verder vertelt. Daar moeten we aan mee
doen anders staan we aan de zijlijn."
Geweld
Zaal: "Over het geweld werd gezegd dat humanisten daar tegen
zijn. De vraag die ik heb is wanneer houdt dat daar tegen zijn op? Dat
moralist zijn eindigt op een bepaald moment. Net als het genuanceerd
zijn. Op een bepaald moment heb je mensenrechten waar je voor staat.
Die ben ik bereid te verdedigen. Al dan niet met geweld. Is dat ook
humanistisch? Waar liggen de grenzen van de tolerantie, het
genuanceerd zijn? Genuanceerd zijn vereist moed. Maar misschien
vereist het meer moed in deze tijd een strijdbaar, gewelddadig
humanist te zijn?"
Buikema: "Ik ben bang dat er en bepaalde interpretatie dominant
gaat worden over wat het humanisme en het post-modernisme zijn.
Namelijk je nergens over uit spreken, iedereen moet alles kunnen
zeggen en het is altijd goed. Dan wordt er voorbij gegaan aan wat er
de laatste twintig jaar is gebeurd binnen het humanisme en het
post-modernisme. Zoals op het gebied van de post-koloniale theorie
waar al lang stelling genomen wordt in alle complexiteit die daarmee
gepaard gaan. Dat geldt ook voor wat het feminisme gedaan heeft waarin
beide invalshoeken van humanisme en post-modernisme het oordeel niet
uit de weg gegaan worden. De nuance wil dan ook niet zeggen dat er
geen oordeel valt of grenzen worden gesteld."
Beginselverklaring
Zaal: "Ik vraag me af of ik achter loop als humanist. Ik ben geen
post humanist. Ik heb hier nog een beginselverklaring uit 1985. Zijn
die afgeschaft? Daar staat in dat het Humanistisch Verbond zich tot
taak stelt een centrum te zijn ter verdieping, verbreding en
verdediging van de Humanistische levensovertuiging. Het stelt zich tot
doel allen te verenigen die met het beginsel instemmen. Dan moet je
aan de slag toch?"
Voorzitter Groesbeek: "Is het belangrijkste wapen van de Humanist
bij die verdediging dan niet het woord in plaats van het zwaard om
maar eens in bijbelse termen te blijven?"
Zaal: "Ik bedoel met aan de slag niet meteen het zwaard. Ik kan
me akties van solidariteit voorstellen die helemaal niets met het
zwaard te maken hebben. Waar ik mee zit is deze beginselverklaring. Is
die afgeschaft? Wat doen we er mee? Ik heb geluisterd naar de exegese
van het boek met deze verklaring in de hand. Ik zie wel dingen die
daarmee gelijk lopen."
Dohmen: "Er is zoiets als een beginselverklaring en de realiteit
in de dynamische samenleving waar geweld uitbreekt op steeds weer een
andere wijze. Hoe stellen we ons op tegenover deze ingewikkelde
problematiek? Dat noopt tot een bescheiden Humanisme."
Zaal: "Ik had de naïeve gedachte dat om de zoveel tijd de
kopstukken van de beweging zich over het beginselprogramma bogen en zo
af en toe hier en daar kleine wijzigingen aanbrachten. Ik ben zelf
iemand van de daad. Daarbij heb ik graag een duidelijk programma
waarmee ik aan de slag kan."
Moralisme
Dohmen: "Oproepen tot daden en roepen dat een nieuw moralisme
moet, klinkt goed in een tijd van verwarring. Maar de vraag is dan:
welk moralisme? Het humanisme, beducht voor paternalisme, heeft zich
als seculier humanisme verzet tegen levensbeschouwelijk
paternalisme."
Wansink: "Gefeliciteerd. Die strijd is gewonnen."
Dohmen: "Nou, gewonnen er zijn steeds weer opnieuw uitdrukkingen
van conservatisme. En dat geldt ook voor geweld. Daar moet je steeds
weer andere ingewikkelde programma's tegenover zetten. Als u
daarom denkt dat er niks gedaan wordt hebt u het bij het verkeerde
eind. Het humanisme zoals het nu bestaat is een complex, nieuw
gedachtegoed. Een nieuwe menswetenschap met een politieke, ethische,
levenslustige benadering. Zo vind ik het belangrijk mensen individueel
aan te spreken op hun verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de
samenleving. Dat is een gedachte die noch in het liberalisme, noch in
het conservatisme noch in het postmodernisme aan de orde is."
Zaal: "Maar dat gebeurt al sinds 1975. Wat een onzin!"
Zaal: "Ik werk sinds anderhalf jaar bij het Humanistisch Verbond.
Ik noem mezelf geen humanist want dat vind ik nog al een pretentie. Ik
wil ook liever post-humanistisch zijn dan humanist. Het
levensbeschouwelijke debat dat in coma ligt, dat is een interessante
en belangrijke uitspraak die voor een deel waar is. Voor de
openbaarheid, de publieke opinie en niet alleen maar in de Humanist,
want dat is een beperkt kader. Moeten humanisten moralisten zijn? Ik
denk dat na het paternalisme en moralisme van de christenen we zijn
doorgeslagen en ons te weinig met moraal bezig houden. Ik vind het wel
belangrijk bezig te zijn met goed en kwaad. Er wordt veel samengewerkt
tussen de Universiteit van de Humanistiek, het Humanistisch Verbond en
het ministerie van justitie over: het gevangeniswezen, de reïntegratie
van ex-gedetineerden en symposia met als onderwerp 'voorbij goed
en kwaad'. Dat toont voldoende aan dat er nagedacht wordt over
dit soort punten. Zo hebben we een klacht ingediend tegen El Moumni.
Dat verstoort de moeizaam opgebouwde verhouding met allochtonen. Maar
daar moeten we het dan maar over hebben. Want we hoeven ons niet in te
houden ten behoeve van die relatie waar het gaat om de rechten en
vrijheden die wij hier hebben wat betreft vrouwen, emancipatie en
homobevrijding."
Stellingname
Wansink: "Ik wil een paar concrete voorbeelden geven van
humanisten die durven moraliseren. Zo is daar de stellingname van het
Humanistisch Verbond wat betreft de pil van Drion. Ik vond dat een
belangrijke, moedige en weloverwogen stellingname. Waarvan ik me
afvraag of iedere Humanist daar zo tevreden over was. Maar dat is een
voorbeeld van een stellingname vanuit een hoek waar je hem niet
verwacht. De pil van Drion, (zelfmoordpil voor bejaarden die het niet
meer zien zitten of wel ondraaglijk lijden red.) kun je als humanist
niet achter staan. Dat is een moment waarop je een morele uitspraak
doet temidden van verschillende standpunten. Zoals humanistisch
geïnspireerden, die stem verlenen aan de discussie over de
multiculturele samenleving. Eens of niet, zij doen duidelijke
uitspraken over humanistische tradities superieur aan andere
tradities. Daar kun je vraagtekens bij zetten, een discussie over
voeren. Daar hoef je het niet mee eens te zijn, maar als humanist doe
je ertoe wanneer je durft op te staan en beredeneerde uitspraken durft
te doen in een discussie."
Buikema: "Waarom wordt moralisme altijd een hiërarchische zaak.
Waarom moet iets altijd superieur zijn?"
Wansink: "Het morele aspect van een zaak leidt tot een afgeronde
conclusie. Die pil van Drion is wel goed voor mijn schoonmoeder maar
niet voor mijn eigen moeder. Geen voors en maars en nuancering maar op
basis van ernstige studie heeft het bestuur toen een beredeneerde
uitspraak gedaan. Daarbij gaat het net zo goed om de redenering als om
de conclusie zelf. Maar het dwingt mensen wel om een uitspraak te doen
over een probleem opgeroepen door de realiteit. Het is vooral
interessant dat juist het Humanistisch Verbond die uitspraak en die
redenering doet."
Voorzitter Groesbeek: "Je wilt zeggen: van de SGP hadden we hem
verwacht maar van het Humanistisch Verbond niet."
Wansink: "De SGP is een buitengewoon interessante stroming waar
je niet denigrerend over mag doen. Maar de SGP ontleent zijn moraal
aan oude teksten van het geloof. Terwijl het hier om een redenering
gaat."
Heleen Pott: "Ik wil me hierbij aansluiten. Reden waarom men
schrikt als er een inhoudelijke moralistische discussie gevoerd wordt
is, dat wij, in het postmoderne tijdperk, zijn gaan geloven dat de
enige vragen die er toe doen, de vragen zijn waar we het antwoord op
weten. De vragen waar een kenniscentrum na gedegen wetenschappelijk
onderzoek de oplossing voor aandraagt. Dat is een misverstand. Het
humanisme moet het kwalitatieve debat stimuleren. Dat debat moet
pluralistisch zijn. Ik ben het met mensen niet eens waarvan ik wel
vind dat ze een waardevolle bijdrage leveren aan het humanistische
debat. De grenzen en mogelijkheden van dat debat moeten beschermd en
uitgebreid worden. Ik vind het vreemd dat Joep zo afwijzend reageerde
op dit voorstel tot debat."
Dohmen: "Niet op het debat als zodanig maar wel op de oproep tot
moralisme. Wansink vindt het waarschijnlijk interessant dat juist het
humanisme een dergelijke uitspraak deed. Maar waar het mij om gaat is
de kwaliteit van het debat. Belangrijker dan het poneren van een nieuw
moralisme, is het om de mensen geschoold te krijgen in denken en
debatteren over die verschillende zaken. Ik begrijp dat te vaak door
belangrijke mensen geen standpunt wordt ingenomen. Ik begrijp de
bezwaren tegen het relativisme, het anything goes. Dat alles kan is
onzin. Niet alles kan. Maar nu gaat het om: welke standpunten moeten
nu aangepakt worden?"
Buikema: "Waarom is het alternatief voor anything goes
moralistisch? Waarom gaat daar gelijk een soort machtsspel mee
gepaard? Interessanter zou ik het vinden wanneer de humanist een goed
verhaal houdt over zijn stellingname. Het is beter om in bepaalde
situaties een handelingsperspectief te hebben waarbij het humanistisch
gedachtegoed zorgt voor aanknopingspunten."
Wansink: "Je mag toch wel pretenties hebben? De tijd dat mensen
niet mondig waren zijn voorbij."
Buikema: "De grote humane leiders van deze wereld zijn niet
moralistisch. Zoals Mandela bijvoorbeeld. Of Kofi Anan. Dat zijn
mensen die grote humanisten kunnen zijn."
Pott: "Is dit niet vooral een discussie over een woord? Waar het
om gaat is dat we in een kwalitatief verband uitkomen voor de normen,
waarden en principes die volgens ons de beste zijn. Zo kunnen we die
dan vervolgens confronteren met iemand die andere principes
heeft."
Aardig
Zaal: "Ik heb niet zo veel met ismen. Mij lijkt de waarde van het
humanisme, en de huidige tijd en gebeurtenissen versterken dat gevoel
bij mij, dat we een beetje aardig en goed met elkaar om gaan. Dat die
manier van doen in je ruggemerg is terechtgekomen lijkt mij de
grootste waarde van het humanisme. Of je dat nu moet uitdragen of
moraliseren. In de negentiende en twintigste eeuw werden er ook
technologische sprongen gemaakt en waren er ook oorlogen. Om van de
grote Europese oorlogen nog maar te zwijgen. Via Erasmus en Spinoza is
dat wat beter met elkaar omgaan en aardig zijn de laatste vijftig jaar
in ons ruggemerg terechtgekomen zonder dat we een moreel paternalisme
of godsdienst nodig hebben. Bisschop Gijssen zit niet voor niks ergens
op IJsland. Ik denk dat die eigenschap de grote waarde is van het
humanisme over een lange periode bekeken. Ik zou willen zeggen, al
klinkt dat niet post-modernistisch, ik vind dat een stapje vooruit op
de moeizame weg naar menselijke beschaving."
Dohmen: "Ik vind dat je gelijk hebt. De manier van leven wordt
niet langs de lijn van levensbeschouwing of moraal gestuurd. De
dominantie van de markt is aanwezig als het gaat om geboorte, leven,
dood, trouwen, conflictbeheersing. Daar is altijd wel weer een
marktaanbod op de vraag. Je kunt een glijbaan naar de dood maken. De
onverschilligheid waar mensen in terecht komen en het wegtrekken van
de moraal uit de samenleving zijn feiten. Daar tegen in proberen die
context onder mensen in bedrijven, organisaties en de samenleving weer
terug te krijgen, is een taak van het humanisme."
Marx
Voorzitter Groesbeek: "Wij zijn wel op die markt gefixeerd
geraakt. Blijkbaar omdat we geen andere manier hadden om de zaken te
regelen. Omdat we maar weer met elkaar in discussie moesten over wat
is goed en wat is kwaad."
Wansink: "De markt is geen demon die zo maar over ons heen komt.
De oorsprong van het marktprincipe is dat je dingen tegen elkaar kunt
ruilen."
Dohmen: "Het conflict tussen consumptie, cultuur en moraliteit is
daarom gemakkelijk te overbruggen?"
Wansink: "Ik denk niet dat consumeren kwaad kan. Net zo min als
de markt. Historisch gezien is het bewezen dat een economie die op het
marktprincipe is gebaseerd, het beste in staat is om zoveel mogelijk
mensen welvaart te verschaffen. Dat is de superioriteit van de markt.
Daar is geen alternatief voor, net zo min als voor de liberale
democratie."
Dohmen: "Het gaat mij er niet om dat de geschiedenis ten einde is
maar om de erkenning dat in de laat kapitalistische situatie door het
kapitalisme ongelooflijk veel problemen zijn veroorzaakt. Zowel op
mondiaal niveau als tussen mensen onderling."
Wansink: "Dat heeft te maken met de problemen die er zijn, zoals
flitskapitaal, het ordenen van de kapitaalmarkt."
Dohmen: "Door het kapitalisme ontstaan enorme
flexibiliseringsprocessen waardoor mensen in de problemen komen: omdat
ze zich voortdurend moeten verplaatsen, te hard moeten werken,
daardoor niet op hun kinderen letten. Het idee dat er geen samenhang
is tussen marktmechanisme, consumeren en moraliteit lijkt me
dubieus."
Pott: "Ik raad iedereen aan het dertiende hoofdstuk uit Das
Kapital (Marx) te lezen waarin precies deze relatie wordt onderzocht.
Ik denk dat Joep gelijk heeft als hij zegt dat de markt er voor de
mensen moet zijn en niet de mensen voor de markt. Wat mij opvalt is
dat de oude politieke discussies weer terugkomen. We hebben hier bijna
een ouderwets debat zoals dat in de jaren zestig bij mij op school
werd gevoerd. Ik voel mij gelukkig dat nog mee te mogen maken."
Fanatisme
Voorzitter: "Laten we terugkeren naar de discussie over het
humanisme."
Zaal: "Het humanisme heeft geen vijanden meer, hoeft nergens
tegen te strijden, is er gezegd. Volgens mij is een van de zaken waar
tegen het humanisme ten strijde moet trekken het fanatisme. Niet
alleen als je het over levensbeschouwingen hebt maar ook in het
feminisme of het consumentisme. Waar het fanatisme de kop op steekt
betekent het dat anderen in hun vrijheid beperkt worden. Door
fanatisme worden anderen bekneld, in een bepaalde richting gestuurd
die zij in vrijheid niet zouden nemen. Daar zie ik een taak van de
humanisten. Ik wil daar ieder fanatisme in gelijk stellen, of dat nu
protestanten, islamieten of atheïsten zijn."
Dohmen: "Hier is eerder een vreselijke vraag gesteld namelijk:
ten koste van wat wil je een standpunt wel of niet innemen of
verdedigen? Op sommige momenten wordt het heel lastig. Dan moet je
toegeven dat het verdedigen van de mensenrechten zelf een
fundamentalistisch standpunt kan worden. Wanneer geef je dat op?
Wanneer geef je die standpunten op? Waar ligt die grens? Die vraag in
zijn algemeenheid gesteld kan ik niet beantwoorden. Misschien aan de
hand van een concreet voorbeeld over wanneer ben je bereid iets op te
geven. Ik vind dat we het ons daarin niet te gemakkelijk mogen
maken."
Buikema: "Een beweging stelt een ideaal en geeft richting. Ik kan
meevoelen met fanatisme en vindt dat je daarin tot het uiterste moet
gaan. Wanneer geef je een idee op lijkt me niet noodzakelijkerwijs het
punt dat je altijd moet bereiken. Ik denk dat daar oorlog uit
voortkomt."
Dohmen:"Je kunt makkelijk zeggen: zij zijn fanatiek en wij
verdraagzaam. Als je dat los maakt van de context van de heersende
machtsverhoudingen ..."
Buikema: "Ik vind de VS net zo fanatiek als .."
Dohmen: "in een aantal opzichten."
Buikema: "Helemaal duidelijk is hier niet wie de fanatici zijn.
Pott: "Ik denk dat Joep (Dohmen) wijst op iets dat ook te maken
heeft met de Afghanistan-kwestie. Wij zeggen: we staan voor
verdraagzaamheid, tegen fanatisme. Dan weten we ook meteen waar dat
fanatisme in de wereld te vinden is. Bijvoorbeeld bij: Bin Laden, de
agressieve en actieve steun voor terroristen in Pakistan. Ik denk dat
het te makkelijk is te zeggen: we zijn verdraagzaam en tegen
fanatisme. Juist wanneer je het doel hebt terrorisme en fanatisme te
bestrijden is het belangrijk om te weten waar het vandaan komt. Dit is
een laat antwoord op een tegenwerping van Hans. Ik ben het er mee eens
als hij zegt dat het onvoldoende is te zeggen: de verklaring is
achterstelling, economisch imperialisme, ressentiment, achterstelling
en uitbuiting van het Westen. Ik denk dat er meer bij komt kijken als
je de haat wilt bepalen die er achter zit. Er zit haat, een emotie die
zo destructief is, dat die tot alles in staat is."
Voorzitter: "En de humanisten kunnen daar niet mee uit de
voeten."
Pott: "Ik vind dat humanisten daar te gemakkelijk mee weg
proberen te komen door te zeggen: wij zijn voor verdraagzaamheid en
tegen fanatisme."
Buikema: "Zo ligt het hier helemaal niet. Het is meer het
probleem of je een bepaald fanatisme met een ander soort fanatisme
moet bestrijden."
Pott: "Als dat zo is zijn we er snel uit want daar zijn we
allemaal tegen."
Optimisme
Zaal: "Ik wil nog iets zeggen over de naïviteit, onnozelheid en
argeloosheid van humanisten. Die opmerkingen herken ik wel. Nu hoorde
ik laatst een protestant zeggen: wat heb ik van de humanisten geleerd?
Dat is het optimisme. Verdomd ja, dacht ik, het optimisme is een
sterke kant van het humanisme. De keerzijde daarvan is die naïviteit.
Onvoldoende zicht op het kwaad. Niet alleen bij fundamentalisten maar
ook bij ons zelf. Als het gaat om de economisering of zoals bij de
kerk het primaat waar mensen tegen in verzet komen. Zelf maakte ik het
mee in het bedrijfsleven in de jaren zestig. Winst maken dat was vies,
dat bedrijfsleven niks. Die overheid maken we belangrijk en sterk. De
laatste jaren krijgen juist de markt en het bedrijfsleven alle ruimte
naast veel bezuinigingen bij de overheid. Dat heeft er toe geleid dat
sectoren als zorg en onderwijs nu zwakke sectoren zijn. Daar zullen
humanisten zich mee moeten bezig houden met die ontwikkelingen. Dat is
een soort samenleving die niet goed is. Daar mag je best je
standpunten over ventileren. Hoe kunnen we die economisering
afgrenzen. Er is meer dan geld, uiterlijk vertoon en materie. Daar
hebben we ons te weinig mee bezig gehouden."
Liberalisme
Zaal: "Wat ik merk is dat humanisten er moeite mee hebben om
normen en waarden te benoemen ook al vinden ze dat ze er moeten zijn.
Waar komt die angst vandaan?"
Dohmen: "Vanaf Cicero via Van Praag tot mij staan de humanisten
al op de bres voor solidariteit en zorg. Wat dat betreft heb je geen
gelijk. In de praktijk werken duizenden humanistische vrijwilligers.
Het heeft te maken met het liberale pathos. Liberalisme betekent:
mensen moeten zelf uitmaken hoe ze willen leven mits en zo lang ze
niet anderen daarbij schaden. Het liberalisme kent daarbij een smalle
moraal. Niemand mag zich er mee bemoeien hoe het met je seksualiteit
zit, hoe je met je lichaam om gaat, hoe je op straat loopt, of je wel
of niet rookt mits je anderen niet te veel schaadt. Daar zit een hele
marge in waar dat schaden begint. Daarin is men iets te ver gegaan. Nu
probeert men de weg terug te bewandelen door mensen aan te spreken op
hun verantwoordelijkheid voor de samenleving en standpunten in te
nemen met een humanistisch plan over de samenleving, milieu,
etc."
Cohen
Zaal: "Ik vind het boek van Todorov een aardig boek, zeker als
beschrijving over hoe je waarlijk moet leven met normen, waarden en
persoonlijke verantwoordelijkheid. Kofi Anan is al genoemd. Die heeft
het over: verdraagzaamheid, waarheid, respect voor de natuur,
vrijheid, solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid. Dan denk ik:
er zijn kennelijk universele waarden. Ik besef goed dat die vanuit
verschillende overtuigingen kunnen worden ingevuld. Ook door het
humanisme. En dan is daar opeens die Job Cohen lezing over de
integratie. Over de Joden die geïntegreerd waren en zie wat daar
gebeurde in de Tweede Wereldoorlog. Er hoeft maar iets te gebeuren of
die universele waarden zijn gewoon weg. Daar mee wil ik maar zeggen:
het humanisme staat pas in de kinderschoenen."
Zaal: "Het is belangrijk om in een morele kwestie te kiezen. Het
is één van de twee, ja of nee."
Zaal: "Ik heb drie mensen meegenomen en heb me laten verleiden om
hier te komen door de vraag 'hoe kan het humanisme er weer toe
doen. Ik heb ook Van Praag in mijn kast staan, dat boek heb ik uit
mijn hoofd geleerd. Daarna is er weer en groot boek gekomen Ook uit
mijn hoofd geleerd. Ik heb moeite om de argeloze humanist in mij te
overwinnen. Ik denk dat het over politiek moet gaan. Je standpunten
moet hebben. Ik ben in mijn discussie-clubje van het Humanistisch
Verbond begonnen met praten vlak na die zwarte dinsdag. Toen ging het
van die Amerikanen en ja maar dit. Toen was er een die zei: er kan nog
zo veel onrecht in de wereld zijn, maar het doel heiligt de middelen
niet. Dat w aren we vrij snel eens. Je kunt dat moraliseren noemen
maar het is een stelling: het doel kan de middelen niet heiligen. Of
het nu gaat over de kinderen, de pil, of de farmaceutische industrie,
het kan overal over gaan als het een algemeen belang heeft en daardoor
een politieke lading, moeten we daar veel over praten. Ik ben vanavond
hier gekomen omdat ik dacht, dat is een garantie dat ik die drie
mensen kan uitnodigen. Ik ben daar een beetje in teleurgesteld. Ik heb
het boek van Todorov niet gelezen. Waarom? Er stonden twee boeken van
hem in de NRC en die stonden allebei negatief besproken. In mijn
woorden kwam het erop neer dat het suffe boeken waren. Ik neem die
criticus serieus. De NRC accepteert hem al jaren. Het is niet het
laatste woord maar ik heb niet anders. Ik heb de humanist en nog wat
blaadjes en daar moet ik het mee doen. Ik heb niet beter dan dat om
mijn best te doen die naïeve humanist in mij te boven te komen."
Voorzitter: "U geeft aan dat u behoefte heeft aan toonaangevende
spraakmakende humanisten die in dag- en weekbladen de discussie over
het humanisme weer aanzwengelen?"
Zaal: "U bevordert dat ik en mijn maten met elkaar in discussie
gaan en daar betere mensen van worden. In feite zijn we wildemannen en
om dat te temmen zijn we met elkaar bezig. Ik had vanavond hier een
stukje leiding willen hebben. Het was goed dat deze avond er was maar
ik had meer verwacht. Toch denk ik dat het goed is dat ik hoge eisen
blijf stellen."
Debat
Voorzitter: "Gezien het oog op de tijd lijkt me dat een aardige
afsluiting. Er is behoefte aan mensen die het debat over belangrijke
levensvragen vanuit een humanistische visie over het voetlicht
brengen. Blijkbaar gebeurt dat te weinig. Vergelijk de feministen die
niet meer durven zeggen dat ze feminist zijn. Heleen?"
Pott: "Ik denk niet dat er behoefte is aan mensen die zeggen zo
zit het. Ik denk dat er mensen in de zaal zitten die het belangrijk
vinden dat er mensen zijn die een bepaalde discussie aanzwengelen. Die
als het ware het vocabulair geven waar mee zijzelf verder kunnen. Dat
staat ook niet in een boek. Het gaat er ook niet om waar het staat. Je
moet daar zelf mee bezig zijn. Het filosofische probleem waar een
ieder mee te maken heeft is het probleem van de universele waarden.
Het postmodernisme heeft er op gewezen dat het beroep op universele
waarden gebruikt is om Westerse vooroordelen op te leggen. Dat is een
ideologie kritiek waardoor universele waarden met heel veel wantrouwen
bekeken worden."
Dohmen: "Humanisten hebben behoefte aan debat. Maar een probleem
is daarbij het debat zelf dat een beleveniscultuur is. Twintig jaar
geleden waren er geen publieke debatten. Maar nu is er in elke stad,
iedere avond een debat over wat dan ook. Op de een of andere manier
moet je de status van het publieke debat ook bewaken en je afvragen
welke debatten wel of niet zinnig zijn. Een van de laatste sprekers
vertegenwoordigt een soort teleurstelling over het mislukken van dit
gesprek. Die teleurstelling doe ik zelf ook regelmatig op. Vandaag
kreeg ik een boekje in handen over Benedictijnse leefregels. Dat boek
schijnt als zoete broodjes over de toonbank te gaan. Hoe komt het dat
mensen behoefte hebben aan standpunten, autoriteiten en leefregels?
Humanisten moeten dat soort zaken op een hele omzichtige manier
aankaarten en daarover door debat proberen goede standpunten in te
nemen."
Wansink: "De vergelijking die gemaakt werd tussen humanisme en
feminisme is wel illustratief.
De titel van de avond was 'machtig humanisme'. Je zou ook
kunnen zeggen we leven in Nederland in een tijdperk van machtig
feminisme. Waar een staatssecretaris voor feministische zaken allerlei
opdrachten geeft aan het gezin. Het probleem is dat zowel het
feminisme als het humanisme vochten tegen het patriarchaat en het
christendom. Zowel het christendom als het patriarchaat zijn
onschadelijk gemaakt. Het probleem waar je dan als feminist of
humanist mee te maken krijgt is dat de dilemma's op je af komen.
Zoals die feministen die in de VS er nu achter komen dat de blanke
ongeschoolde mannen buitengewoon beklagenswaardige mensen zijn die je
niet meer alleen als kindermishandelaars moet zien. In Nederland
hebben we Dorien Pessers die vroeger feminist was en nu op haar manier
probeert het feminisme te bekritiseren. Door bijvoorbeeld aan te geven
dat er belangentegenstellingen zijn tussen vrouwen die willen werken
en kinderen die aandacht nodig hebben. Voor het humanisme geldt dat er
tegenstellingen zijn, de morele dilemma's waarmee men wordt
geconfronteerd, vragen om een nieuwe benadering. Dat is wat Todorov
probeert aan de orde te stellen. Humanisten zijn dominee in eigen
zaak. Zonder christelijke vijand, zonder allerlei vormen van
obscurantisme en knechterij moeten zij zo goed en zo kwaad hun weg
zien te vinden."
Zaal: "Ik heb geen behoefte aan mullahs die me vertellen wat ik
moet denken. Ik heb behoefte aan mensen die voorgaan, schrijven en
leiding geven aan debat. Ik heb er niet eens behoefte aan om
sectarisch met humanisme bezig te zijn. Alleen, vaak kun je niet
anders dan boven een bepaald krantje met elkaar praten over de dingen
die te pas komen."
Wansink: "Iedereen van ons kan morele kwesties aan de orde
stellen. Dat debat is van belang. Maar het humanisme moet het doen
zonder een Jeanne d'Arc die voorop gaat. Er wordt van de
humanisten zelf verwacht een keuze te maken en na te denken. Daardoor
word je veel meer met jezelf geconfronteerd."
Buikema: "De link tussen het humanisme en feminisme is dat je
altijd moet oppassen te zeggen dat iets voorbij is. Het humanisme is
voorbij, de problemen zijn opgelost, het feminisme is voorbij omdat al
die problemen zijn opgelost. Dat is per definitie al een verkeerde
interpretatie van waar zo'n -isme over gaat. Het feminisme is
nooit voorbij en gaat niet alleen over het regelen van de kinderen en
mannen en vrouwen. Wat het feminisme in bracht in het publieke debat
is het inzicht dat sexe verschillen er toe doen. Dat mannelijkheid en
vrouwelijkheid er toe doen. Alle discussies die we nu voeren zijn ook
in het feminisme gevoerd. Je kunt streven naar gelijkwaardigheid, maar
dat is een beperkte bottom-line. Het is belangrijk binnen de beweging
een bepaalde geletterdheid te ontwikkelen waar je de verschillende
interpretaties kunt hanteren. Want iedere universele waarde die we
hebben is ook weer discussie over. Om maar weer eens terug te komen op
het echec van 11 september. Alle moslimleiders haasten zich voor de
televisie om te zeggen wat hun opvatting is van de islam. Bij elke
overeenstemming die we op schrift willen stellen spelen die
verschillen opnieuw op hoe we dat naar de letter gaan interpreteren.
Zowel bij het feminisme als het humanisme moeten we dan ook verdragen
dat we daar tot in eeuwige dagen over in discussie blijven. Dat is
onze opdracht." Voorzitter: "Dan besluit ik deze
bijeenkomst. Ik hoop dat we vanavond bijeen waren en gediscussieerd
hebben zoals het humanisten betaamt, namelijk als gelijken."
Verslag: Frans van Montfoort
---