Gerechtshof Arnhem
Relatiebeding en proeftijd/schorsing
Bron: Gerechtshof Arnhem
Datum actualiteit: 15-10-2001
Tussen werknemer A en werkgever B bestaat een arbeidsovereenkomst met
een zogenaamd relatiebeding. Volgens dit beding mag A op straffe van
verbeurte van een boete binnen één jaar na beëindiging van de
arbeidsovereenkomst geen werkzaamheden verrichten bij een relatie van
B waarvoor A in dienstbetrekking van B heeft gewerkt. Werknemer A zegt
binnen de proeftijd zijn contract met werkgever B op en treedt in
dienst bij een vroegere relatie van B. Anders dan A verdedigt, is het
hof voorhands van oordeel dat het relatiebeding ook tijdens de
proeftijd van toepassing was, zodat B dit beding in beginsel tegen A
kan inroepen. A doet vervolgens een beroep op artikel 7:653 lid 2 BW
en vordert in kort geding de gelding van het relatiebeding te schorsen
totdat de bodemrechter zich over dit beroep heeft uitgelaten. Het hof
wijst deze vordering toe.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AD4566
(Zie het originele bericht)