Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Minister De Vries en vakbonden eens over CAO voor Rijksambtenaren
Een persbericht bij het onderwerp Arbeidsvoorwaarden 15 oktober 2001
Minister De Vries (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en de vakbonden ABVA/KABO FNV, CFO CNV, CMHF en AC hebben een onderhandelaarsakkoord bereikt over een nieuwe CAO voor rijksambtenaren. De ambtenaren krijgen per 1 oktober 2001 een structurele loonsverhoging van 3,6%. Daarnaast komt er een structurele verhoging van de eindejaarsuitkering met 0,1%, bovenop de bestaande structurele eindejaarsuitkering van 0,3%. Daarmee komt de structurele eindejaarsuitkering met ingang van 2001 uit op 0,4%. Per ultimo 2001 ontvangen de ambtenaren voorts een extra eenmalige uitkering van bruto f.1000,- (naar rato werktijd). In verband met de inkomenseffecten als gevolg van de overeengekomen wijzigingen in de ziektekostenregelingen ontvangen alle ambtenaren per 1 juli 2002 ten slotte een compensatie van 0,5% structureel. De nieuwe CAO heeft een looptijd van 14 maanden (van 1 oktober 2001 tot 1 december 2002).
In het akkoord is verder een aantal afspraken opgenomen om de aantrekkelijkheid van de rijksoverheid als werkgever verder te vergroten en de arbeidsomstandigheden beter af te stemmen op de wensen van de individuele werknemers. Hieronder een greep uit die afspraken.
Modernisering beloningsstelsel
Het huidige beloningsstelsel ligt vast in schalen en periodieken, waarbij de zwaarte van de functie vooral bepalend is voor de beloning. Ontwikkeling en persoonlijke resultaten worden nauwelijks beloond. De minister en de bonden zijn het eens geworden over een modernisering van het beloningsstelsel. Het nieuw te ontwikkelen stelsel kent een drietal
beloningsgrondslagen. De belangrijkste blijft de functiezwaarte. Wel zal een aangepast functiewaarderingssysteem een bredere inzet en daarmee ruimere mogelijkheden tot beloning van medewerkers mogelijk maken. De tweede grondslag is dat de individuele structurele salarisontwikkeling van medewerkers zal worden gebaseerd op de persoonlijke ontwikkeling van kennis, vaardigheden en gedrag. Partijen zullen bezien hoe de huidige periodieken vervangen kunnen worden door een flexibeler systeem. Bij normaal functioneren van een ambtenaar blijft de groei van het salaris op het niveau van een periodiek gebaseerd. Tevens worden bredere salarisschalen ontwikkeld.
Tot slot blijft er de mogelijkheid om specifieke resultaten te belonen via eenmalige toeslagen. Meer dan nu het geval is zullen over de te behalen resultaten duidelijke afspraken gemaakt moeten worden tussen medewerker en leidinggevende. Om willekeur te voorkomen is het van belang dat deze afspraken specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden zijn. Maatregelen voor specifieke groepen
Vooruitlopend op de invoering van het nieuwe beloningsstelsel wordt voor bepaalde groepen werknemers op de korte termijn een aantal maatregelen genomen. Zo worden de jeugdsalarissen in 2002 afgeschaft, omdat leeftijd als beloningsgrondslag niet langer past bij de modernisering van het beloningsstelsel. Voor zware specialisten zonder managementtaken wordt een hogere beloning dan schaal 15 mogelijk gemaakt. Ook voor het management in uitvoeringsorganisaties worden betere beloningsperspectieven gerealiseerd.
Employability
Om medewerkers te stimuleren zich verder op hun
loopbaanmogelijkheden binnen het Rijk te oriënteren is afgesproken dat door de werkgever een loopbaanscan wordt ontwikkeld. Iedere medewerker bij het Rijk krijgt het recht om eens per 3 jaar deze scan te doen.
Flexibilisering arbeidsduur
De norm voor de arbeidsduur per week blijft 36 uur, maar op verzoek van de werknemer en op basis van wederzijds belang kan vrijwillig overeen gekomen worden op structurele basis de arbeidsduur tot maximaal 40 uur per week te verhogen. Op deze manier kan flexibilisering van de arbeidsduur op een gerichte wijze bijdragen aan het oplossen van knelpunten in de personeelsvoorziening en vormt het een verdere stap in het proces van individualisering van de arbeidsvoorwaarden. Verhoging arbeidsparticipatie ouderen
Met ingang van 1 januari 2002 wordt aan ouderen die de 62-jarige leeftijd hebben bereikt en blijven werken jaarlijks een belastingvrije bonus gegeven van f 1000,- (454 Euro). Daarmee wordt vooral tot uitdrukking gebracht dat het van groot belang is dat ouderen met voldoening en plezier kunnen blijven werken. Invoering roostertoelage
Er komt een vaste roostertoelage voor medewerkers in semi- en volcontinue-diensten. Daarnaast worden nieuwe afspraken gemaakt over ondermeer de overwerkvergoeding. In juli 2002 ontvangen de medewerkers in semi- en volcontinue-diensten een eenmalige uitkering van 450 Euro.