Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Persbericht
Nummer: 138
Datum: 15-10-2001
VERBOD VAN FUSIES IN DE ELEKTRICITEITSSECTOR
De leden van de Tweede Kamer Bolhuis en Crone (beiden PvdA) hebben aan de
minister van Economische Zaken op 19 september 2001 de volgende
schriftelijke vragen gesteld.
1 Heeft de u kennis genomen van het artikel 'Nuon-topman Swelheim laakt
Nederlands kartelbeleid'?1)
2 Is het waar, zoals de heer Swelheim stelt, dat de NMa verdere fusies in
de elektriciteitssector niet zou toestaan?
3 Hoe transparant is het beleid van de NMa voor wat betreft de
beoordeling door de mededingingsautoriteit met betrekking tot verdere
concentraties in de elektriciteitssector en in andere nutssectoren?
4 Indien de NMa hier tot op heden geen openbare uitspraak over heeft
gedaan bent u dan bereid de NMa te vragen een analyse te maken van de
sector ten behoeve van bedoelde transparantie en de beoordeling van
mogelijke concentraties. Bent u bereid in deze analyse ook aandacht te
schenken aan de gevolgen voor de consument van verdere concentraties?
5 Beoordeelt de NMa de gevolgen van fusies op nationale schaal of wordt
de elektriciteitsmarkt als een Europese markt gezien?
6 Indien het antwoord op vraag 4 bevestigend luidt kunt u dan aangegeven
wanneer een uitspraak zou kunnen worden gedaan?
---
1) Financieel Dagblad, 11 september jl.
De minister van Economische Zaken , A. Jorritsma-Lebbink, heeft deze
vragen als volgt beantwoord.
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen, gesteld door de leden
Bolhuis en Crone, die mij werden toegestuurd op 20.9.2001 onder nummer
2010200020.
1 Ja.
2 Het is niet waar dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit verdere
fusies in de elektriciteitssector niet zou toestaan. Dit wordt
geillustreerd door het recent toestaan van de fusie tussen Nuon en
Demkolec 1).
Overigens is het een kenmerk van het Nederlandse (en ook het Europese)
stelsel van concentratiecontrole dat iedere afzonderlijke concentratie op
haar eigen merites beoordeeld wordt. Deze individuele benadering verzet
zich tegen algemene uitspraken die op een gehele sector betrekking hebben.
3 De toepassingspraktijk van het Nederlandse recht inzake
concentratiecontrole ten aanzien van een willekeurige sector blijkt uit de
uitspraken van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, en evt. uit die van
de Europese Commissie en de rechterlijke macht. Deze uitspraken zijn
openbaar en worden via het Internet gemakkelijk toegankelijk gemaakt 2).
Verder licht de Nederlandse Mededingingsautoriteit de algemene lijnen van
haar toepassingspraktijk toe in haar jaarverslag.
Ten aanzien van de energiesector is er geen gebrek aan uitspraken over de
elektriciteitssector, want alleen de drie jaarverslagen van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit vermelden er al 23. De 'leading case',
PNEM/MEGA-EDON 3), is uitgebreid toegelicht in het jaarverslag over 1999.
4 en 6 Ik zie geen reden voor een dergelijke analyse, gezien de
case-by-case aard van het stelsel van concentratiecontrole en de
transparante toepassingspraktijk van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
ten aanzien van de elektriciteitssector.
5 Bij de beoordeling van fusies tussen elektriciteitsmaatschappijen is
sprake van een aantal verschillende productmarkten, met ieder hun eigen
geografische schaal. In de beschikkingenpraktijk van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit (bijvoorbeeld PNEM/MEGA--EDON) zijn deze markten
tot nu toe nationaal of kleiner afgebakend 4). De voornaamste redenen
hiervoor zijn de beperkte capaciteit voor in- en uitvoer, en het ontbreken
van homogene concurrentievoorwaarden in Nederland en de omringende landen.
Wel zijn de daadwerkelijke en potentiele concurrentiedruk vanuit het
buitenland meegewogen bij de beoordeling.
---
1) Besluit van 17 september 2001 in de zaak 2630/NUON-Demkolec.
2) Nma: www.nma-org.nl; EU: europa.eu.int/comm/competition/mergers/cases/.
3) Besluit van 20 oktober 1999 in de zaak 1331/PNEM/MEGA-EDON.
4) De Europese Commissie kwam tot een vergelijkbare conclusie in haar
besluit van 7 februari 2000 in de zaak IV/M.1803 Electrabel/EPON.