http//www.kub.nl/nieuws/persberichten/2001/10/0113310.html
Promovendus Kemmeren vindt woonplaatsbeginsel verwerpelijk
Aan belastingshoppen moet een einde komen
Mensen verhuizen vaak naar het buitenland om daarmee minder belasting te betalen. Dat is legaal, in de belastingverdragen die de meeste Europese landen met elkaar hebben gesloten is afgesproken dat het land waarin iemand woont ook de belasting heft. Dat is gunstig voor het betreffende land, en uiteraard ook voor degene die de belasting betaalt. Promovendus mr. Eric Kemmeren (1963) stelt echter dat er zowel juridisch als economisch geen basis is voor dit zogeheten woonlandbeginsel. Het zou dan ook moeten worden afgeschaft en vervangen door het oorsprongsbeginsel. De fiscaal jurist Kemmeren promoveert 15 november aan de Katholieke Universiteit Brabant op het proefschrift 'Principle of Origin in Tax Conventions'.
Belastingverdragen tussen landen verdelen de heffingsrechten over inkomen en vermogen. Sinds een kleine honderd jaar heft het woonland de belasting over het inkomen of vermogen; dit principe staat bekend als het woonlandbeginsel. Of het inkomen in het betreffende land wordt verdiend, doet niet ter zake. Het proefschrift van Kemmeren maakt duidelijk dat het woonplaatsbeginsel verouderd is. Het creëert volgens hem een speelveld voor belastingplanning en (vermeend) misbruik van belastingverdragen. Hiervan profiteren niet alleen belastingplichtigen en hun adviseurs, maar ook verdragssluitende staten. Met wonen wordt geen inkomen of vermogen gecreëerd. Het woonplaatsbeginsel zou in belastingverdragen dan ook geen grondslag voor de verdeling van de heffingsrechten moeten zijn. Wonen is een vorm van consumptie van inkomen en vermogen. Op grond van zowel juridische als economische beginselen en de doelstellingen van de EG wordt in het proefschrift aangetoond dat het woonplaatsbeginsel in belastingverdragen moet worden verworpen als leidraad voor de verdeling van heffingsrechten. Het woonplaatsbeginsel frustreert volgens Kemmeren een rechtvaardige verdeling van heffingsrechten en een efficiënte allocatie van de productiefactoren arbeid en kapitaal. Ook biedt het geen of onvoldoende antwoorden op relatief nieuwe economische ontwikkelingen zoals e-commerce, belemmert het beginsel het functioneren van de interne markt van de EG, en houdt het de kloof in economische ontwikkeling tussen de ontwikkelingslanden en de ontwikkelde landen mede in stand.
Het woonlandbeginsel vormt de basis van verschillende modelverdragen die van grote invloed zijn op de belastingverdragpraktijk. In het proefschrift zijn de modelverdragen van de OESO, de Verenigde Naties, de Verenigde Staten van Amerika, Nederland en een ontwerpverdrag van de EG onderzocht.
Kemmeren ziet een alternatief in het zogenoemde oorsprongsbeginsel. Inkomen moet worden toegewezen aan de staat waarin het inkomen wordt gecreëerd. Daarbij geldt dat alleen mensen inkomen kunnen creëren en dingen, zoals bijvoorbeeld computers, op zichzelf niet. Rente bijvoorbeeld mag dan worden belast door het land waar de schuldenaar zijn met de lening gefinancierde activiteiten verricht. Vermogen, bijvoorbeeld een aandeel in een vennootschap, mag in een vermogensbelasting worden betrokken door de staat onder wiens rechtssysteem het aandeel tot stand is gebracht en in stand wordt gehouden. De onwikkelingslanden zullen hierbij volgens Kemmeren meer baat hebben dan bij bijvoorbeeld bij de 'Tobin tax'. Deze aanpak vergt een radicale omslag in het fiscale denken en doen van zowel de landen als belastingplichtigen en hun adviseurs. De voorstellen zijn gericht op een mondiale implementatie. De EG zou volgens Kemmeren het voortouw moeten nemen.
Het onderzoek maakt onderdeel uit van het onderzoeksprogramma van het Fiscaal Instituut Tilburg/Center for Company Law dat gericht is op onderzoek naar grondslagen van vennootschapsrecht, beurs- en effectenrecht (financieel marktrecht), fiscaal recht, goederenrecht en insolventierecht voor zover deze rechtsgebieden betrekking hebben op het ontstaan, functioneren, reorganisatie, insolventie en beëindiging van de onderneming (in onderscheiden rechtsvormen) en haar participanten.
Noot voor de pers
De promotieplechtigheid vindt maandag 15 oktober plaats om 16.15 in de aula van de KUB. Het "lekenpraatje" begint om 16.00 uur. Promotores zijn prof. dr. J.A.G. van der Geld en prof. mr. D. Juch. De handelseditie van het proefschrift verschijnt bij Kluwer Law International (Londen. Voor vertegenwoordiges van de media is een wetenschappelijke editie (ISBN 76115354) beschikbaar bij de afdeling Voorlichting en Externe Betrekkingen (013 466 2001). Mr. Eric Kemmeren is bereikbaar op 013-466 8129/2412 (KUB) of 0162-320 270 (prive).
Drs. Monique Hanssen Voorlichting en Externe Betrekkingen tel 013 466 2000 e-mail M.M.C.Hanssen@kub.nl