NAi
NAi-persbericht, 2 oktober 2001
2e persbericht
Uit Eigen Huis
De mooiste huizen uit de collectie van het NAi
tentoonstelling en lezingen
Van 14 oktober 2001 tot en met 27 januari 2002
Van 14 oktober 2001 tot en met 27 januari 2002 wordt de Grote Zaal van
het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) omgetoverd tot een
schatkamer. Het NAi toont de mooiste, meest bijzondere en nooit eerder
vertoonde ontwerpen voor particuliere woonhuizen in Nederland van de
afgelopen tweehonderd jaar. Op de tentoonstelling zijn prachtige
maquettes, foto's en tekeningen te zien en uitgebreide documentatie
zoals tijdschriften, boeken en correspondentie, afkomstig uit de
omvangrijke collectie van het NAi. Aanleiding voor deze
tentoonstelling is de actuele discussie over individueel
opdrachtgeverschap. Na de succesvolle woonmarkt 'Heilige Huisjes' die
15 en 16 september plaatsvond in het NAi, levert het NAi met een
historisch overzicht van de mooiste voorbeelden van particulier
opdrachtgeverschap opnieuw een bijdrage aan de discussie. De
tentoonstelling 'Uit Eigen Huis' laat zien dat het particulier
opdrachtgeverschap in Nederland een rijke en beeldende geschiedenis
heeft. Hoogtepunten in de tentoonstelling zijn P.J.H. Cuypers' ontwerp
voor Kasteel de Haar in Haarzuilens (1915), de Groningse villa
Heijmans van H.P. Berlage (1895), het Rietveld-Schröderhuis in Utrecht
van G. Rietveld (1924), en het woonhuis voor Wim Kan en Corrie Vonk
van de architect J.F. Berghoef in Aalsmeer (1947). 'Uit Eigen Huis' is
de eerste Grote Zaal-tentoonstelling van Aaron Betsky, de nieuwe
directeur van het NAi.
tentoonstelling De tentoonstelling laat aan de hand van verschillende
voorbeelden de ontwikkeling van het woonhuis zien. Opvallend is dat de
plattegrond van het woonhuis in al die jaren nauwelijks veranderingen
heeft ondergaan. De grootste verandering is dat de vertrekken voor de
dienstbodes zijn verdwenen. Wel is er grote diversiteit en
ontwikkeling in stijl: op de tentoonstelling zijn alle
architectuurstijlen vertegenwoordigd.
De woonhuizen zijn gerangschikt in vier thema's: Stad, Suburbia,
Buitenplaatsen en Koloniën. Een speciale plaats wordt ingenomen door
een klein, maar fascinerend thema: Huizen voor dieren.
Stad, Suburbia, Buitenplaatsen, Koloniën Bij het thema Stad is
opvallend dat er door particulieren nauwelijks huizen in het centrum
zijn gebouwd. De meeste opdrachtgevers hebben hun woningen aan de
randen van de steden laten bouwen, zoals C.H. van der Leeuw (directeur
van de Van Nellefabriek) in Rotterdam en de familie Brenninkmeijer
(eigenaar van C&A) in Amsterdam. Daarmee profiteerden zij zowel van de
stedelijkheid van de grote stad als van de rust van de buitenwijk. De
huizen die getoond worden bij het thema Suburbia, zijn huizen die
gebouwd zijn in kleinere steden of dorpen. Zo is op de tentoonstelling
een maquette te zien van het opmerkelijke Russisch Paleisje in
Amersfoort van Piet Blom (1993). Ook de Villa Wiessel in Apeldoorn van
de architect J.P. Kloos (1934) is een mooi voorbeeld van een woonhuis
in een suburbane omgeving.
Totaalontwerpen en 'Gesamtkunstwerken' zijn te vinden bij het thema
Buitenplaatsen zoals Villa Gooilust in Bussum van A.C. Bleys (1912) en
Landgoed Duin en Kruidberg in Santpoort van de gebroeders Van
Nieukerken (1906). De architecten maakten niet alleen het ontwerp voor
het landgoed, maar ook voor het interieur, de parken en tuinen, tot
aan het bestek en het glaswerk toe. Van Kasteel de Haar van Cuypers
bijvoorbeeld, zijn niet alleen mooie presentatietekeningen te zien,
maar ook glas- en textielontwerpen. Bij deze projecten was sprake van
een nauwe relatie tussen de opdrachtgever en de architect. De dromen
van de opdrachtgever werden door de architect in de ontwerpen
verwerkt.
Bijzonder zijn de ontwerpen van architecten die werkzaam zijn geweest
in de voormalige koloniën. De documenten die het NAi bewaard zijn
schaars en de dossiers vaak gehavend door de roerige geschiedenis.
Toch zijn er een aantal mooie voorbeelden te zien van de architecten
J. Th. van Oyen en Liem Bwan Tjie in het voormalig Nederlands-Indië en
van Auke Komter in Suriname.
selectie schatkamer De collectie van het NAi omvat maar liefst 450
archieven en 150 verzamelingen van architecten. Tezamen zijn deze
archieven meer dan 15 kilometer lang. Bij de selectie van de projecten
is veel oog geweest voor de visuele kenmerken. Verrassend is dat de
tentoonstelling geen overzicht van architectuurhistorische
hoogtepunten is, maar een totaalbeeld schetst van de architectuur van
woonhuizen in Nederland. Daarbij zijn een groot aantal onbekende
projecten door fantastische tekeningen gedocumenteerd.
De tentoonstelling is door Joyce Langezaal vormgegeven als een
schatkamer waarin je alleen op bijzondere dagen een kijkje kan nemen.
Schitterende ontwerpen worden getoond op rode stof. De grafische
vormgeving is in handen van Kitty Molenaar en Susanne Laws. De
schatkamer geeft een helder en uniek beeld van tweehonderd jaar
particulier opdrachtgeverschap.
lezingen In samenwerking met de Vrienden van het NAi (Vereniging
Leliman) organiseert het NAi twee lezingenavonden. De eerste lezing is
op 22 november a.s. en heeft als thema 'Het particuliere woonhuis in
de naoorlogse periode'. Het thema van de tweede lezing, die op 17
januari 2002 plaatsvindt, is 'Woongemak. Over de invloed van twee
eeuwen techniek op het woonhuis'. De lezingen vinden plaats in het
auditorium van het NAi en beginnen om 20.00 uur. De voertaal van de
lezingen is Nederlands. De entree is EUR 6 (NLG 13,20) op 22 november
en EUR 7 op 17 januari. Leden van de Vereniging Vrienden van het NAi
hebben gratis toegang. Voor meer informatie kan contact worden
opgenomen met de vriendenvereniging, tel.: 010-4401201.
---
Voor nadere informatie en beeldmateriaal kunt u zich wenden tot de
afdeling communicatie van het NAi (Martine Heijnen, Astrid Karbaat,
Cornelis Krul), tel 010-4401271, fax 010-4366975, e-mail: info@nai.nl.
---
NAi
Nederlands Architectuurinstituut - Museumpark 25 - 3015 CB Rotterdam
tel. 010-4401200 - fax 010-4366975 - info@nai.nl